Einde inhoudsopgave
Regeling wapens en munitie
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 23-07-2019
- Bronpublicatie:
12-06-2019, Stcrt. 2019, 34687 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2615324)
- Inwerkingtreding
23-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, Stb. 2019, 267 (uitgifte: 22-07-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 05-06-2019, Stb. 267.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 3 van deze regeling wordt van het verbod in artikel 14, eerste lid, 22, eerste lid, 26, eerste lid, en 31, eerste lid, van de wet vrijstelling verleend voor het doen binnenkomen of uitgaan, vervoeren, voorhanden hebben en overdragen van:
- a.
vuurwapens die voor gebruik als zodanig ongeschikt zijn gemaakt op de wijze, beschreven in Bijlage I ‘Technische specificaties voor de onbruikbaarmaking van vuurwapens’ bij de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 van de Commissie van 15 december 2015 tot vaststelling van gemeenschappelijke richtsnoeren betreffende normen en technieken om te waarborgen dat onbruikbaar gemaakte vuurwapens voorgoed onbruikbaar zijn (PbEU 2015, L333/62);
- b.
vuurwapens die zijn vervaardigd vóór 1 januari 1870;
- c.
vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers, pistolen en combinatiewapens die ontworpen en bestemd zijn om te worden geladen met:
- 1.
losse kogels en zwart kruit; of
- 2.
patronen, uitgezonderd randvuurpatronen in het kaliber .22 en centraalvuurpatronen;
- d.
vuurwapens in de vorm van geweren en pistolen, niet zijnde revolvers, die ontworpen en bestemd zijn om te worden geladen met patronen waarvan de voortdrijvende lading bestaat uit zwart kruit of alleen ontstekingsas, met uitzondering van randvuurpatronen in het kaliber .22 met een patroonlengte van meer dan 18 mm;
- e.
geschut dat ontworpen en bestemd is om te worden geladen met losse projectielen en zwart kruit, los of in kardoezen;
- f.
kennelijk gebruikte lege patroon- en kardoeshulzen bestemd voor dan wel deel uitmakend van een verzameling;
- g.
patroonmagazijnen en patroonhouders voorzover het personen betreft die bevoegd zijn de wapens of de munitie waarvoor deze voorwerpen bestemd zijn voorhanden te hebben;
- h.
vervallen;
- i.
projectielen en hulzen, eventueel samengevoegd tot patronen, die een onderdeel vormen van een monster-, verzamel- of overzichtsbord, voor zover zij niet zijn voorzien van een ontstekende, voortdrijvende of brisante lading en voorzover zij op deugdelijke wijze permanent op het bord bevestigd zijn.
2.
De vrijstellingen zoals vermeld onder c, d en e zijn uitsluitend van toepassing op wapens die zijn vervaardigd vóór 1 januari 1945.
3.
De vrijstellingen van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, gelden voor de volgende categorieën vuurwapens, mits van het voorhanden hebben van deze wapens melding is gedaan bij de korpschef:
- i.
Vuurwapens die op of na 8 april 2016 voor gebruik als zodanig ongeschikt zijn gemaakt uitsluitend indien uit een certificaat afgegeven door de in artikel 43 van de wet genoemde bevoegde autoriteit voor de controle blijkt dat het betreffende vuurwapen voor gebruik als zodanig ongeschikt is gemaakt op de wijze, beschreven in Bijlage I ‘Technische specificaties voor de onbruikbaarmaking van vuurwapens’ bij de Uitvoeringsverordening (EU) 2018/337 van de Commissie van 5 maart 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 tot vaststelling van gemeenschappelijke richtsnoeren betreffende normen en technieken om te waarborgen dat onbruikbaar gemaakte vuurwapens voorgoed onbruikbaar zijn (PbEU 2018, L 65/1)
- ii.
Vuurwapens die vóór 8 april 2016 voor gebruik als zodanig ongeschikt zijn gemaakt volgens deze bepaling zoals deze luidde vóór 8 april 2016, tenzij de vuurwapens naar een andere lidstaat worden overgebracht of op de markt zijn gebracht, zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de voornoemde verordening.
4.
Een wijziging van de in het eerste lid genoemde bijlage gaat voor de toepassing van de Regeling wapens en munitie gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven.