NJ 2009, 426
Termen 'misleiding' en 'misbruik van een kwetsbare positie' hebben mede feitelijke betekenis.
HR 08-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ3537
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 september 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
08/00178
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BJ3537
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ3537, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ3537, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2009
- Wetingang
Srart. 250a(oud), 273a (oud), 273f; Svart. 261
Essentie
Aan de termen 'misleiding' en 'misbruik van een kwetsbare positie' in art. 250a (oud) en 273a (oud) Sr (thans: art. 273f Sr, red.) komt mede feitelijke betekenis toe.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 3 september 2007, nummer 21/001088-07, in de strafzaak tegen F.A. Adv. mr. M.L.M. van der Voet, te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddelen:
(zie 3.1; red.)
Hoge Raad:
1. De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.