Rb. Dordrecht, 27-06-2012, nr. 96970 - HA RK 12-2007
ECLI:NL:RBDOR:2012:BX0795
- Instantie
Rechtbank Dordrecht
- Datum
27-06-2012
- Zaaknummer
96970 - HA RK 12-2007
- LJN
BX0795
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBDOR:2012:BX0795, Uitspraak, Rechtbank Dordrecht, 27‑06‑2012; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 27‑06‑2012
Inhoudsindicatie
Partijen twisten over de vraag of een psychiatrische expertise moet worden uitgevoerd, nadat een eerdere expertise door een in onderling overleg aangezochte psychiater is “mislukt”. Verzoeker vindt dat de expertise door een andere psychiater moet geschieden. Verweerder (verzekeraar) stelt dat dit geen deelgeschil is, dat de expertise is mislukt door toedoen van verzoeker en dat er overigens geen grond is voor een nieuwe expertise. De rechtbank oordeelt dat het gaat om een deelgeschil, dat niet kan worden vastgesteld dat de eerdere expertise is mislukt door toedoen van verzoeker, dat er grond is voor een psychiatrische expertise en dat er een (nieuw) onderzoek door een andere psychiater moet plaatsvinden. Ook doet de rechtbank uitspraak over de kosten van verzoeker
Partij(en)
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 96970 / HA RK 12-2007
beschikking van de meervoudige kamer van 27 juni 2012
in het deelgeschil van
[Verzoeker]
wonende te Barneveld,
verzoeker,
advocaat mr. F.A. Janse,
tegen
de naamloze vennootschap
National Academic Verzekeringsmaatschappij N.V. ,
gevestigd te Dordrecht,
verweerster,
mr. M.T. Spronck.
Partijen worden hieronder aangeduid als [verzoeker] en National Academic.
1. Het procesverloop
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
- -
het op 15 februari 2012 ter griffie ingekomen verzoekschrift met producties;
- -
het op 24 mei 2012 ter griffie ingekomen verweerschrift met producties;
- -
de pleitnotitie van mr. Janse.
De mondelinge behandeling van deze zaak heeft plaatsgevonden op de terechtzitting van 30 mei 2012. Ter terechtzitting zijn verschenen [verzoeker], vergezeld van zijn advocaat, en namens National Academic haar advocaat en mevrouw [betrokkene 2] van CED Personenschade.
2. De vaststaande feiten
Tussen partijen staat het volgende vast.
2.1.
Op 4 april 2007 vond er in Barneveld een verkeersongeval plaats waarbij betrokken waren [verzoeker] en de heer [betrokkene 1], die beiden een auto bestuurden. Van laatstgenoemde is National Academic de WAM-verzekeraar.
2.2.
National Academic heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend.
2.3.
Partijen hebben in onderling overleg psychiater prof. dr. [R.J. van de B] verzocht een medische expertise te verrichten. In verband daarmee is [verzoeker] op 30 september 2010 met zijn echtgenote bij deze psychiater geweest. Het onderzoek heeft niet geleid tot een rapport.
2.4.
Voor het ongeval was [verzoeker] bekend met PTSS en met knieletsel rechts vanwege een ongeval in 2001. Ook is hij verslaafd geweest.
2.5.
Sinds september 2005 is [verzoeker] volledig arbeidsongeschikt. Hij ontvangt thans een WIA-uitkering.
3. Het verzoek
[verzoeker] verzoekt, de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- 1.
National Academic te bevelen (alsnog) binnen een in goede justitie te bepalen termijn medewerking te verlenen aan het in het kader van de verdere schaderegeling op gezamenlijk verzoek laten uitvoeren van een psychiatrische expertise (de rechtbank begrijpt: als bedoeld in punt 26 en 28 van het verzoekschrift) door psychiater prof. [S] te Amsterdam en alle hiermee verband houdende kosten voor haar rekening te nemen en hierbij de leidraad deskundigenonderzoeken in acht te nemen;
- 2.
National Academic te veroordelen tot vergoeding van de tot op heden onvergoed gebleven buitengerechtelijke kosten als genoemd in punt 29 van het verzoekschrift, te vermeerderen met de hierover verschuldigde wettelijke rente, en te bevelen dit bedrag binnen zeven dagen na de te wijzen beschikking over te maken op het daartoe op de betreffende declaraties genoemde bankrekeningnummer;
3.
op grond van artikel 1019aa Rv de kosten van [verzoeker] te begroten op € 3.723,24 te vermeerderen met het griffierecht en National Academic te bevelen dit bedrag binnen zeven dagen na de te wijzen beschikking te vergoeden door overmaking op bankrekeningnummer 64.03.06.993 t.n.v. Janse Advocaten te Barneveld.
[verzoeker] stelt daartoe het volgende.
Ten aanzien van het verzoek onder 1:
Hij heeft recht en en belang om een psychiatrisch onderzoek te laten uitvoeren door een andere psychiater dan prof. dr. [R.J. van den B], zodat de aard en omvang van zijn psychische klachten en de mate waarin deze aan het ongeval kunnen worden toegerekend, kunnen worden vastgesteld. Het is aannemelijk dat de resultaten van dit onderzoek kunnen bijdragen aan hervatting van de schaderegeling en aan de totstandkoming van een minnelijke regeling die wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. [verzoeker] verzoekt National Academic te bevelen om gezamenlijk in der minne (derhalve niet binnen de onderhavige deelgeschillenprocedure zelf) over te gaan tot het in gang zetten van een psychiatrische expertise conform de eerdere door partijen overeengekomen vraagstelling.
Door het ongeval lijdt [verzoeker] schade: schade als gevolg van mogelijk verlies van arbeidsvermogen (niet uitgesloten is dat hij zonder ongevalsletsel al in staat zou zijn geweest succesvol te reïntegreren), schade vanwege door hem ondergane medische behandelingen en de daarmee gemoeid zijnde medische kosten, reiskosten etc. en immateriële schade.
Ten aanzien van het verzoek onder 2:
National Academic heeft verzuimd tussentijds de door [verzoeker] gemaakte buiten-gerechtelijke kosten te vergoeden. Nu ook een beslissing over de vergoeding van deze kosten kan bijdragen aan hervatting van de minnelijke schaderegeling en aan een in een vaststellingsovereenkomst vast te leggen eindregeling, heeft [verzoeker] recht en belang om te verzoeken National Academic te veroordelen tot vergoeding van deze kosten.
Ten aanzien van het verzoek onder 3:
[verzoeker] verzoekt op de voet van artikel 1019aa Rv alle reeds door hem gemaakte redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW te begroten op een totaalbedrag van € 3.723,24 incl. 6% kantoorkosten en 19% BTW, te vermeerderen met het griffierecht. De kosten verband houdende met de mondelinge behandeling van dit verzoekschrift en nadien nog te verrichten werkzaamheden zijn in de specificatie voorlopig begroot op zesenhalf uur.
4. Het verweer
National Academic verweert zich en verzoekt de rechtbank [verzoeker] in zijn verzoeken niet-ontvankelijk te verklaren, althans zijn verzoeken af te wijzen, primair met veroordeling van [verzoeker] in de kosten ad € 2.500, subsidiair met begroting van de deelgeschilkosten op nihil, alsmede, voor zover tot (gedeeltelijke) toewijzing van het primaire verzoek van [verzoeker] terzake van het laten uitvoeren van een psychiatrische expertise wordt gekomen, te bepalen dat die expertise alsdan dient te worden verricht door prof. dr. [R.J. van den B], alsmede te bepalen dat [verzoeker] aan de expertiserend psychiater een machtiging dient te verstrekken waarmee aan deze toestemming wordt verleend alle relevante informatie bij de huisarts en alle behandelaren van [verzoeker] in te winnen in het kader van het uitvoeren van het deskundigenonderzoek.
National Academic voert daartoe het volgende aan.
Ten aanzien van het verzoek van [verzoeker] onder 3.1:
De zaak leent zich niet voor behandeling in een deelgeschilprocedure. Het verzoek tot benoeming van een deskundige is geen verzoek als bedoeld in de Wet Deelgeschilprocedure. Daarvoor bestaat een passend procesrechtelijk instrument in de vorm van het voorlopig deskundigenbericht. Er bestaat geen grond voor psychiatrische expertise. Er blijkt niet dat sprake is van het ontstaan van dan wel van het wederom manifest worden van psychische klachten bij [verzoeker] als gevolg van het ongeval. Hij geeft immers zelf al aan bekend te zijn met pre-existente klachten (volledig arbeidsongeschikt, PTSS, verslaving, knieklachten). National Academic heeft dit standpunt steeds ingenomen, maar heeft uiteindelijk ingestemd met een expertise door prof. dr. [R.J. van den B] om de zaak niet te laten vastlopen.
Subsidiair: Het mislukken van de psychiatrische expertise is volledig te wijten aan de houding, de opstelling en het gedrag van [verzoeker], onder meer omdat hij geen toestemming wilde geven voor het opvragen van medische informatie bij zijn behandelaars. Dit dient voor zijn rekening en risico te komen. Indien wordt geoordeeld dat er een psychiatrische expertise moet komen, dan dient deze door de eerder door partijen in gezamenlijk overleg aangezochte prof. dr. [R.J. van den B] te worden uitgevoerd. Er is geen sprake van dat laatstgenoemde niet deskundig, onafhankelijk, objectief en/of integer zou zijn. Daarbij dient [verzoeker] aan prof. dr. [R.J. van den B] toestemming te verlenen om alle relevante medische informatie in te winnen die hij wenselijk acht voor de expertise. Indien geoordeeld zou worden dat een psychiatrisch onderzoek dient plaats te vinden bij een andere psychiater dan prof. dr. [R.J. van den B], dan verzet National Academic zich tegen benoeming van prof. dr. [S]. In dat geval stelt National Academic prof. dr. [K] voor.
Ten aanzien van verzoek van [verzoeker] onder 3.2:
National Academic heeft aan buitengerechtelijke kosten reeds voldaan € 4.777,75. Deze kosten staan in geen enkele verhouding tot de door [verzoeker] geleden schade. De nog openstaande declaraties ad € 879,66 betreffen de periode dat er geen contact met de belangenbehartiger van National Academic is geweest maar uitsluitend tussen [verzoeker] en zijn advocaat. Bovendien heeft National Academic de nota van prof. dr. [R.J. van den B] ad € 741,= betaald.
Ten aanzien van verzoek van [verzoeker] onder 3.3:
Vier uur voor het opstellen van het verzoekschrift is redelijk. Voor de mondelinge behandeling van het verzoekschrift en het ontvangen van de beschikking is drie uur redelijk. Al met al kunnen de kosten ter zake van de deelgeschilprocedure maximaal worden begroot op € 2.500,= incl. BTW.
5. De beoordeling van het geschil
Deelgeschil?
5.1.
[verzoeker] verzoekt niet om een deskundige te benoemen maar verzoekt om National Academic te bevelen (alsnog) medewerking te verlenen aan het in het kader van de verdere schaderegeling op gezamenlijk verzoek laten uitvoeren van een psychiatrische expertise. Dat een dergelijk verzoek kan worden gedaan en – indien daartoe aanleiding bestaat – kan worden toegewezen – in een deelgeschil blijkt met zoveel woorden uit de door mr. Janse in zijn pleitnota aangehaalde parlementaire geschiedenis (Kamerstukken II 2007/2008 31.518, MvT, p. 3, 10 en 20).
5.2.
Dat [verzoeker] – bij toewijzing van het verzoek – per saldo hetzelfde bereikt als hij zou bereiken ingeval van toewijzing van een verzoek tot een voorlopig deskundigenbericht, maakt het voorgaande niet anders. In de parlementaire geschiedenis staat immers met zoveel woorden dat de deelgeschilprocedure een aanvulling vormt op de reeds bestaande proces-rechtelijke instrumenten die gericht zijn op – of kunnen bijdragen aan – de beëindiging van een geschil anders dan door het voeren van een bodemprocedure, zoals het voorlopig deskundigenbericht (MvT, p. 3). Het is een “extra instrument” ter doorbreking van een impasse in de buitengerechtelijke onderhandelingen en een “extra mogelijkheid” om de rechter de raadplegen (MvT, p. 2 en 3).
5.3.
Vervolgens dient, kort gezegd, te worden beoordeeld of de van de rechtbank over het geschil tussen partijen verzochte beslissing kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst (vgl. artikel 1019z Rv). Naar het oordeel van de rechtbank is dit het geval. Tussen partijen is met name en in de eerste plaats in geschil de aard en de omvang van de psychische klachten van [verzoeker] en of, en zo ja: in welke mate, deze klachten aan het ongeval kunnen worden toegerekend. Het ligt in de rede dat aan de hand van de door [verzoeker] beoogde psychiatrische expertise in ieder geval dit geschilpunt kan worden beslecht, althans partijen daarover meer inzicht kan verschaffen, aan de hand waarvan zij tot het oplossen van dit geschilpunt kunnen komen. Dat na een beslissing op een deelgeschil-verzoek een vaststellingsovereenkomst niet (direct) binnen handbereik ligt en er daarna nog verder zal moeten worden onderhandeld en/of nader onderzoek nodig zal zijn en/of zelfs nog één of meer deelgeschilprocedures nodig zijn, is daarbij geen beletsel. De wetgever heeft namelijk de mogelijkheid onder ogen gezien dat meerdere deelgeschilprocedures moeten worden gevoerd.
5.4.
De slotsom is derhalve dat het verzoek zich leent voor behandeling als deelgeschil.
Psychiatrische expertise of niet?
5.5.
National Academic voert aan dat er geen grond voor een psychiatrische expertise is, omdat uit de (medische) stukken blijkt dat er geen sprake is van het ontstaan of van het wederom manifest worden van psychische klachten bij [verzoeker] als gevolg van het ongeval. Uit de processtukken met bijbehorende producties – en dan met name uit de mailwisseling tussen de gemachtigde van [verzoeker] en mevrouw van Nooijen van CED Personenschade (productie 5 bij verzoekschrift) – blijkt echter dat dit nu juist tussen partijen in geschil is. Daarom bestaat er aanleiding een psychiatrische expertise te laten uitvoeren.
5.6.
Vooropgesteld dient te worden dat, indien partijen in het kader van een onderzoek naar de schadeafwikkeling in verband met de aansprakelijkheid van één van hen, overeenkomen om gezamenlijk een medische deskundige aan te zoeken die gezamenlijk geformuleerde vragen dient te beantwoorden, zij zich daarmee verbinden om de rapportages van die ingeschakelde deskundige in beginsel als uitgangspunt voor de verdere afwikkeling te nemen. In dit geval bestaat echter aanleiding om hiervan af te wijken.
5.7.
Niet duidelijk is wat er precies is voorgevallen tijdens het gesprek tussen [verzoeker] en expertiserend psychiater [R.J. van den B] en bij wie de oorzaak voor het niet tot standkomen van het rapport ligt. Hun lezingen daarover (producties 6 en 7 bij verzoekschrift) lopen op verschillende punten uiteen. Daarom kan niet worden vastgesteld dat sprake is van “expert shopping” zoals National Academic betoogt. Wel kan worden vastgesteld dat de benodigde vertrouwensbasis (ook volgens prod. dr. [R.J. van den B]) ontbrak. Niet is gesteld of gebleken dat ondanks de ontstane vertrouwensbreuk en de inhoud van de brief van prof. dr. [R.J. van den B] laatstgenoemde nog steeds bereid is te rapporteren. Het ligt daarom in de rede dat de pychiatrische expertise door een ander dan prof. dr. [R.J. van den B] zal worden uitgevoerd en wel door iemand waarin beide partijen op voorhand vertrouwen hebben. Aldus wordt ook bevorderd dat de expertise bijdraagt aan beslechting van het geschil tussen partijen. [verzoeker] heeft een voorkeur voor prof. dr. [S] en hoewel National Academic in een eerdere fase tegen deze persoon geen bezwaar had, blijkt dat nu wel het geval te zijn. Tijdens de mondelinge behandeling is van de zijde van National Academic meegedeeld dat zij tegen benoeming van prof. dr. [K] geen bezwaar heeft. [verzoeker] heeft op zijn beurt geen bezwaar tegen een eventuele benoeming van prof. dr. [K]. De rechtbank zal daarom het verzoek onder 1 toewijzen, met dien verstande dat prof. dr. [K] de expertise dient uit te voeren. De termijn waarbinnen National Academic dient mee te werken zal de rechtbank bepalen op vier weken. Het voorwaardelijk zelfstandig verzoek zal worden afgewezen voor zover dat is gericht op expertise door prof. dr. [R.J. van den B].
5.8.
Voorop staat dat [verzoeker] dient mee te werken aan het onderzoek door prof. dr. [K], ook voor zover dit omvat het (laten) opvragen van medische informatie. Nu [verzoeker] zich hiertoe bereid heeft verklaard, zal het voorwaardelijk zelfstandig verzoek te bepalen dat hij aan de expertiserend psychiater een machtiging dient te verstrekken waarmee aan deze toestemming wordt verleend alle relevante informatie bij de huisarts en alle behandelaren van [verzoeker] in te winnen, in zoverre worden toegewezen. Het ligt voor de hand dat het opvragen van nadere medische informatie via de medisch adviseurs van partijen zal verlopen, zoals ook tijdens de zitting door de raadslieden van partijen is voorgesteld.
Kosten
5.9.
[verzoeker] vraagt vergoeding van de tot op heden onvergoed gebleven buiten-gerechtelijke kosten, zijnde twee declaraties van in totaal € 879,66. National Academic heeft aansprakelijkheid erkend en is dus in beginsel gehouden om ook deze door [verzoeker] geleden schade te vergoeden. Voor het oordeel of de buitengerechtelijke kosten voor vergoeding in aanmerking komen, moet worden beoordeeld of is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Hierbij dient de omvang van de schade als één van de in aanmerking te nemen aspecten te worden meegewogen. [verzoeker] acht het vooralsnog niet uitgesloten dat hij zonder ongevalsletsel en de hieruit voortvloeiende klachten en beperkingen in de achterliggende jaren al in staat zou zijn geweest om succesvol te re-integreren. National Academic voert aan dat [verzoeker] niet heeft aangetoond dat door hem als gevolg van het ongeval meer schade is geleden dan het door haar uitgekeerde bedrag van € 1.000,= en dat het door haar uitgekeerde bedrag aan buitengerechtelijke kosten (€ 4.777,75) in geen enkele verhouding staan tot genoemd bedrag van € 1.000,=. Gelet op de standpunten van partijen beschikt de rechtbank in dit stadium over onvoldoende informatie om de omvang van de schade te schatten. Op voorhand is het niet aannemelijk dat [verzoeker] de gestelde schade heeft geleden. Dit betekent dat niet kan worden beoordeeld of de thans in geschil zijnde buitengerechtelijke kosten ad € 879,66 de dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan. Er is daarom geen grond te bepalen dat National Academic het verzochte bedrag aan buitengerechtelijke kosten moet vergoeden. Dat verzoek wordt daarom afgewezen.
5.10.
Wat betreft de kosten van het deelgeschil betreft, acht de rechtbank het redelijk dat [verzoeker] – naast een vergoeding van onder meer vier uur voor het door zijn raadsman opstellen van het verzoekschrift – een vergoeding vraagt van zesenhalf uur voor de mondelinge behandeling, nabespreking, beoordeling, toezending en bespreking van de beschikking en aansluitende correspondentie met National Academic. Hierbij is onder meer acht geslagen op de reistijd van Barneveld naar Dordrecht en terug en de duur van de mondelinge behandeling. Nu het uurtarief en de kantoorkosten niet zijn bestreden, zal de rechtbank de kosten begroten op € 3.723,24, te vermeerderen met het griffierecht, zijnde € 267,=.
- 5.11.
Volgens de memorie van toelichting bij de Wet Deelgeschilprocedure kan een veroordeling in de kosten worden verzocht als onderdeel van het verzoek tot het geven van een beslissing op het deelgeschil, waarbij het vanzelf spreekt dat de rechter de wederpartij niet tot betaling van de begrote kosten zal veroordelen als diens aansprakelijkheid voor de door de benadeelde geleden schade onvoldoende vaststaat (MvT, p. 19). [verzoeker] verzoekt echter geen veroordeling van National Academic tot betaling van de kosten maar verzoekt haar te bevelen dit bedrag binnen zeven dagen na heden te vergoeden, waartegen National Academic geen afzonderlijk verweer heeft gevoerd. Dit verzoek komt min of meer neer op een veroordeling tot betaling, hetgeen in een deelgeschilprocedure kan worden verzocht en toegewezen. Ook dit verzoek zal daarom worden toegewezen.
6. De beslissing
de rechtbank:
in het deelgeschil
beveelt National Academic (alsnog) binnen vier weken na heden medewerking te verlenen aan het in het kader van de verdere schaderegeling op gezamenlijk verzoek laten uitvoeren van een psychiatrische expertise door psychiater prof. dr. [K] en alle hiermee verband houdende kosten voor haar rekening te nemen en hierbij de leidraad deskundigenonderzoeken in acht te nemen;
begroot op grond van artikel 1019aa Rv de kosten van [verzoeker] op € 3.723,24 te vermeerderen met het griffierecht ad € 267,= en beveelt National Academic dit bedrag binnen zeven dagen na heden te vergoeden door overmaking op bankrekeningnummer 64.03.06.993 t.n.v. Janse Advocaten te Barneveld;
bepaalt dat [verzoeker] aan prof. dr. [K] een machtiging dient te verstrekken waarmee aan hem toestemming wordt verleend alle relevante informatie bij de huisarts en alle behandelaren van [verzoeker] in te winnen in het kader van het uitvoeren van het deskundigenonderzoek;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Bouter, Gaertman en Lecluse-De Bruijn en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 juni 2012.