Einde inhoudsopgave
Besluit diverse onderwerpen vrijstelling overdrachtsbelasting
1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 29-08-2024
- Bronpublicatie:
22-08-2024, Stcrt. 2024, 27607 (uitgifte: 28-08-2024, regelingnummer: 2024-0000014892)
- Inwerkingtreding
29-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-08-2024, Stcrt. 2024, 27607 (uitgifte: 28-08-2024, regelingnummer: 2024-0000014892)
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
Dit besluit bevat het beleid over diverse onderwerpen betreffende de vrijstelling van overdrachtsbelasting. Het betreft de vrijstellingen van artikel 15, eerste lid, onderdelen g, i, l en p van de WBR. De onderdelen 2, 3 en 5 zijn overgenomen van het besluit van 19 februari 2010, nr. CPP2010/0002M. Die onderdelen zijn verduidelijkt. Hierbij zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht waarmee geen beleidswijziging is beoogd. Onderdeel 4 van het besluit CPP2010/0002M heeft zijn belang verloren en is niet meer opgenomen. Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 22 augustus 2024, nr. 2024-0000014892 (Stcrt. 2024, 27607).
In onderdeel 2.4 is een nieuwe goedkeuring opgenomen voor de toepassing van de vrijstelling bij verdeling van een gemeenschap tussen samenwoners (zie artikel 15, eerste lid, onderdeel g, van de WBR). Onder voorwaarden geldt de vrijstelling ook als de verdeling plaatsvindt na een herverkaveling. Onderdeel 4 bevat het beleid over de vrijstelling van artikel 15, eerste lid, onderdeel l, WBR.
De vragen 4 en 5 van het besluit CPP2004/1679M hebben hun belang verloren en zijn niet meer opgenomen.
Het besluit van 7 november 1988, nr. IB88/1043 (verkrijging ingevolge beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden) wordt ingetrokken. Dat besluit heeft door wetswijziging zijn belang verloren.
De goedkeuringen in dit besluit zijn verleend met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule).
Voor de in dit besluit opgenomen goedkeuringen geldt verder het volgende. Door toepassing van artikel 9, vierde lid, of artikel 13 van de WBR kan het bedrag aan verschuldigde overdrachtsbelasting worden verminderd. Voor deze vermindering moet bij een voorgaande verkrijging volgens de wet overdrachtsbelasting of niet-aftrekbare omzetbelasting zijn verschuldigd. Deze wettelijke vermindering geldt ook als bij een voorgaande verkrijging een tegemoetkoming op grond van een goedkeuring uit dit beleidsbesluit is verleend. Het is uiteraard ongewenst dat een beroep wordt gedaan op vermindering van overdrachtsbelasting als bij een voorgaande verkrijging de heffing op grond van een goedkeuring achterwege is gebleven. Daarom geldt voor elke in dit besluit opgenomen goedkeuring de voorwaarde dat deze komt te vervallen en dat de door de goedkeuring niet geheven belasting alsnog verschuldigd is, voor zover bij een toekomstige verkrijging een beroep wordt gedaan op artikel 9, vierde lid, of artikel 13 van de WBR.
Onbenoemd 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen