NJB 2011, 484
Prejudiciële vraag. Toepassingsbereik art. 18 en 39 EG. Wet BPM.
HR 04-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2985
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
4 februari 2011
- Magistraten
Mrs. Van Vliet, Lourens, Punt, Van Loon en Fierstra
- Zaaknummer
09/04395
- LJN
BP2985
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Verdragen EU
EU-recht / Algemeen
Arbeidsrecht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Grondrechten
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2985, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑2011
- Wetingang
Wet BPM 1992 art. 1 lid 5; EG-Verdrag art. 18 en 39; VWEU art. 21 en 45
Essentie
Prejudiciële vraag. Toepassingsbereik art. 18 en 39 EG. Wet BPM.
Uitspraak
Beroep in cassatie staatssecretaris
Hoge Raad, onder meer:
‘3.1.1. Belanghebbende heeft de Duitse nationaliteit. Op 4 juli 2002 heeft zij een personenauto, voorzien van een Duits kenteken (hierna: de auto), in Duitsland gekocht. Zij woonde op dat moment in Duitsland. Nadien is belanghebbende naar Nederland verhuisd. Belanghebbende is na de verhuizing in Duitsland blijven werken in dienstbetrekking bij een Duitse GmbH. Zij gebruikt de auto (mede) voor het rijden tussen haar woonplaats in Nederland en haar werk in Duitsland. (…)
3.1.3. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.