Einde inhoudsopgave
Postwet 2009
Artikel 58
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
25-11-2013, Stb. 2013, 466 (uitgifte: 29-11-2013, kamerstukken: 33501)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2013, Stb. 2013, 467 (uitgifte: 29-11-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
1.
Indien tussen postvervoerbedrijven, tussen een postvervoerbedrijf en iemand die postbussen exploiteert, tussen een postvervoerbedrijf en iemand die een systeem met adresgegevens als bedoeld in artikel 11 exploiteert of beheert of tussen een postvervoerbedrijf en iemand die een postcodesysteem exploiteert of beheert een geschil is ontstaan inzake de nakoming van de verplichtingen bedoeld in de hoofdstukken 3 en 3a, beslecht de Autoriteit Consument en Markt op aanvraag van een bij dat geschil betrokken partij het geschil voor zover naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt verdere onderhandelingen redelijkerwijs niet meer zullen leiden tot overeenstemming.
2.
Onder een geschil als bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan een geschil inzake de vraag of, indien de in dat lid bedoelde postvervoerbedrijven, natuurlijke of rechtspersonen een overeenkomst hebben gesloten op basis van een bij of krachtens de hoofdstukken 3 en 3a van deze wet, een op een of meer van hen rustende verplichting, de ter zake daarvan tussen hen bestaande verbintenissen, of de wijze waarop die verbintenissen worden nagekomen strijdig zijn, onderscheidenlijk strijdig is met het bij of krachtens deze wet bepaalde.
3.
De Autoriteit Consument en Markt is onbevoegd tot het beslechten van een op grond van het eerste lid voorgelegd geschil indien de bij dat geschil betrokken partijen de Autoriteit Consument en Markt verzoeken het geschil niet langer te beslechten.