Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake de middelen om de onrechtmatige invoer, uitvoer en eigendomsoverdracht van culturele goederen te verbieden en te verhinderen
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 24-04-1972
- Redactionele toelichting
Deze overeenkomst is ondertekend op 17-11-1970.
- Bronpublicatie:
14-11-1970, Trb. 1983, 66 (uitgifte: 19-04-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-04-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-05-1972, Trb. 1972, 50 (uitgifte: 02-05-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De Staten die partij zijn bij deze Overeenkomst verbinden zich:
- (a)
de noodzakelijke maatregelen te nemen, strokend met de nationale wetgeving, ten einde te voorkomen dat musea en soortgelijke instellingen binnen hun grondgebied culturele goederen, afkomstig uit een andere Staat die partij is bij deze Overeenkomst, verwerven, die onrechtmatig zijn uitgevoerd na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst in de betrokken Staten. Zo mogelijk, de Staat van oorsprong die partij is bij deze Overeenkomst in kennis te stellen van het aanbod van zodanige culturele goederen, die onrechtmatig zijn verwijderd uit die Staat na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst in beide Staten;
- (b)
- (i)
de invoer te verbieden van culturele goederen ontvreemd uit een museum of een godsdienstig of wereldlijk openbaar monument of soortgelijke instelling in een andere Staat die partij is bij deze Overeenkomst na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst voor de betrokken Staten, mits zodanige goederen staan geregistreerd als behorend tot de inventaris van die instelling;
- (ii)
op verzoek van de Staat van oorsprong die partij is bij deze Overeenkomst, passende stappen te doen om zodanige goederen, die zijn gestolen en ingevoerd na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst voor beide betrokken Staten, in beslag te nemen en terug te geven, mits evenwel de verzoekende Staat een passende vergoeding betaalt aan de verkrijger te goeder trouw of rechthebbende van het goed. Verzoeken om inbeslagneming en teruggave moeten worden gedaan langs diplomatieke weg. De Partij die het verzoek doet, verschaft op haar kosten de nodige documenten en andere bewijsstukken ter staving van haar eis tot inbeslagneming en teruggave. De Partijen vorderen geen douanerechten, noch betaling van andere kosten, op culturele goederen die ingevolge dit artikel worden teruggegeven. Alle onkosten verbonden aan de teruggave en de terugzending van de culturele goederen komen ten laste van de Partij die het verzoek doet.