Rb. Midden-Nederland, 09-08-2019, nr. C/16/18/88 F, nr. C/16/18/166 F
ECLI:NL:RBMNE:2019:3912
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
09-08-2019
- Zaaknummer
C/16/18/88 F
C/16/18/166 F
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2019:3912, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 09‑08‑2019; (Beschikking)
- Vindplaatsen
INS-Updates.nl 2019-0114
Uitspraak 09‑08‑2019
Partij(en)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
locatie Utrecht
zaaknummers: C/16/18/88 F en C/16/18/166 F
beschikking op grond van artikel 87 lid 3 van de Faillissementswet (Fw) van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken van 9 augustus 2019
(“verlenging inbewaringstelling”)
Bij vonnis van deze rechtbank van 27 februari 2018 is in staat van faillissement verklaard:
de besloten vennootschap [bedrijfsnaam 1] B.V., statutair gevestigd te Utrecht, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, dossiernummer [nummer] ,
hierna: TSCC.
Bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 april 2018 is in staat van faillissement verklaard:
de besloten vennootschap [bedrijfsnaam 2] B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, dossiernummer [nummer] ,
hierna: TEC.
1. De procedure
1.1.
Deze rechtbank heeft bij beschikking van 15 augustus 2018 bevolen dat de heer
[A] , bestuurder van de gefailleerde vennootschappen (hierna: [A] ), in verzekerde bewaring zal worden gesteld in het Huis van Bewaring te Utrecht of in een ander Huis van Bewaring. Op grond van dit bevel is [A] op 15 augustus 2018 in verzekerde bewaring gesteld.
1.2.
De rechtbank heeft bij beschikking van 17 augustus 2018 bevolen dat de inbewaringstelling zal voortduren tot en met 13 september 2018.
1.3.
Op 21 augustus 2018 heeft mr. Wammes, de toenmalige advocaat van [A] , een verzoekschrift ingediend waarin, kort samengevat, wordt verzocht om [A] direct uit zijn verzekerde bewaring te ontslaan dan wel de verzekerde bewaring per direct te schorsen. De rechtbank heeft bij beschikking van 28 augustus 2018 het verzoek afgewezen.
1.4.
Bij beschikking van 12 september 2018 is de inbewaringstelling verlengd tot en met 12 oktober 2018.
1.5.
Bij beschikking van 11 oktober 2018 is de inbewaringstelling verlengd tot en met 12 november 2018.
1.6.
Bij beschikking van 7 november 2018 is de inbewaringstelling verlengd tot en met 12 december 2018.
1.7.
Bij beschikking van 10 december 2018 is de inbewaringstelling verlengd tot en met 11 januari 2019.
1.8.
Tegen deze beslissing heeft [A] hoger beroep ingesteld. Bij uitspraak van
21 december 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de beschikking van de rechtbank van 10 december 2018 bekrachtigd.
1.9.
Bij beschikking van 10 januari 2019 is de inbewaringstelling verlengd tot en met
10 februari 2019.
1.10.
Bij beschikking van 6 februari 2019 is de inbewaringstelling verlengd tot en met
12 maart 2019.
1.11.
Bij beschikking van 12 maart 2019 is de inbewaringstelling verlengd tot en met
11 april 2019.
1.12.
Tegen de beslissing van 12 maart 2019 heeft [A] hoger beroep ingesteld. Bij uitspraak van 3 april 2019 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de beschikking van de rechtbank van 12 maart 2019 bekrachtigd.
1.13.
Bij beschikking van 5 april 2019 is de inbewaringstelling verlengd tot en met 13 mei 2019.
1.14.
Bij beschikking van 8 mei 2019 is de inbewaringstelling verlengd tot en met 12 juni 2019.
1.15.
Bij beschikking van 4 juni 2019 is de inbewaringstelling verlengd tot en met 12 juli 2019.
1.16.
Tegen de beslissing van 4 juni 2019 heeft [A] hoger beroep ingesteld. Bij uitspraak van 4 juli 2019 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de beschikking van de rechtbank van 4 juni 2019 bekrachtigd.
1.17.
Bij beschikking van 10 juli 2019 is de inbewaringstelling verlengd tot en met 11 augustus 2019.
1.18.
Tegen de beslissing van 10 juli 2019 heeft [A] hoger beroep ingesteld. Bij uitspraak van 26 juli 2019 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland vernietigt. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft verstaan dat de in verzekerde bewaringstelling tot en met 11 augustus 2019 zal voortduren en bevolen deze te schorsen onder de volgende voorwaarden:
- [A] levert zijn paspoort en identiteitsbewijs op het politiebureau te [woonplaats] ;
- [A] meldt zich wekelijks op het politiebureau te [woonplaats] ;
- [A] is bereikbaar op het adres [adres] te [woonplaats] , via telefoonnummer [telefoonnummer] en via e-mailadres: [e-mailadres] @gmail.com;
- [A] maakt direct na zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling een afspraak met de curator voor een persoonlijke bijeenkomst in de week van 5 augustus 2019 op nader door de curator in te vullen voorwaarden als datum, tijdstip en plaats;
- [A] werkt volledig mee aan het onderzoek van de curator en doet alles wat van hem verwacht mag worden bij de afwikkeling van de faillissementen en hij verleent op eerste verzoek van de curator aanstonds volmacht om de curator inzage te geven in de bankrekeningen, administratie e.d. van alle vennootschappen waarvan hij bestuurder is (hieronder begrepen volmachten ten behoeven van de bank of internetprovider dan wel andere instanties);
- [A] voorziet de curator steeds op diens eerste verzoek zo spoedig mogelijk van alle door hem gevraagde stukken;
- [A] reageert steeds zo spoedig mogelijk op brieven, e-mails en mondelinge of telefonische verzoeken van de curator en houdt ook overigens het contact met de curator in stand;
- het is [A] niet toegestaan Nederland te verlaten zonder toestemming van de rechter-commissaris.
1.19.
Naar aanleiding van een e-mail van de advocaat van [A] van 6 augustus 2019, een e-mail van [A] zelf van 7 augustus 2019 en een bericht van de curator van 8 augustus 2019, heeft de rechtbank besloten de zitting van vrijdag 9 augustus 2019 15.00 uur pro forma te laten plaatsvinden.
2. Het verzoek en het verweer
2.1.
De advocaat heeft de curator bij e-mail van 6 augustus 2019 voorgesteld: “kunnen wij afspreken dat wij ons refereren aan het arrest van het Gerechtshof en de rechter laten weten dat wij niet verschijnen?”.
2.2.
In de e-mail van 7 augustus 2019 aan de curator heeft [A] onder andere het volgende geschreven. “Hierbij bevestig ik dat ik akkoord ga met voortzetting van mijn inbewaringstelling onder de schorsingsvoorwaarden zoals door het Gerechtshof bepaald. …..
Indien u mijn bevestiging zsm wilt doorsturen en aan mij een bewijs hiervan onder toevoeging van uw akkoord van de afspraak aan de rechtbank wilt overleggen, dan zal de zitting komende vrijdag zonder ons beider aanwezigheid plaatsvinden.”
2.3.
De curator heeft de rechtbank op 8 augustus schriftelijk verzocht de verzekerde inbewaringstelling te verlengen en te schorsen onder de voorwaarden zoals door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden beslist op 26 juli 2019. Dit gezien de nog maar zeer korte duur van de schorsing van nog geen week. De curator kan op dit moment nog niet bevestigen dat [A] zich aan alle gestelde voorwaarden houdt.
2.4.
Op 8 augustus 2019 heeft de waarnemend rechter-commissaris zich mondeling gerefereerd aan het oordeel van de curator.
3. De beoordeling
3.1.
Mede in verband met het bepaalde in artikel 5 EVRM dient de rechtbank te onderzoeken of er op basis van de huidige stand van zaken nog gronden aanwezig zijn die de voortduring van de inbewaringstelling en daarmee de inbreuk op de persoonlijke vrijheid van de gefailleerde rechtvaardigen. Het recht op persoonlijke vrijheid van de gefailleerde dient daarbij te worden afgewogen tegen de bij de inbewaringstelling betrokken belangen van de gezamenlijke schuldeisers. Daarbij dient te worden gelet op het karakter van de inbewaringstelling die in het onderhavige geval is bedoeld als dwangmiddel tegen verzuim door de gefailleerde van de inlichtingenplicht ex artikel 105 en 106 van de Faillissementswet.
3.2.
Op 26 juli 2019 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de in verzekerde bewaringstelling van [A] onder voorwaarden geschorst. Daarbij heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voorts bepaald dat de curator en/of [A] zich uiterlijk 25 oktober 2019 tot de rechter-commissaris zal wenden over de (noodzaak van de verschillende) voorwaarden van de schorsing dan wel de opheffing daarvan. Gelet op het geringe tijdsverloop sinds deze uitspraak en de onderhavige pro forma zitting, refereert de rechtbank zich aan deze uitspraak.
3.3.
Dit is tevens de reden waarom de rechtbank de in verzekerde bewaringstelling verlengt met de wettelijke termijn van 30 dagen. Immers, ook een schorsing van een in verzekerde bewaringstelling betreft nog steeds een vrijheidsbeperkende maatregel, die naar het oordeel van de rechtbank en conform de wet iedere 30 dagen getoetst dient te worden.
4. Beslissing
De rechtbank:
4.1.
beveelt dat de in verzekerde bewaringstelling van:
[A] , geboren op [1955] te [geboorteplaats] , te bereiken via [adres] te [woonplaats] , via telefoonnummer [telefoonnummer] en via e-mailadres: [e-mailadres] @gmail.com;
tot en met 10 september 2019 zal voortduren;
4.2.
beveelt de schorsing van de in verzekerde bewaringstelling onder de volgende voorwaarden:
- [A] levert zijn paspoort en identiteitsbewijs op het politiebureau te [woonplaats] in;
- [A] meldt zich wekelijks op het politiebureau te [woonplaats] ;
- [A] is bereikbaar op het adres [adres] te [woonplaats] , via telefoonnummer [telefoonnummer] en via e-mailadres: [e-mailadres] @gmail.com;
- [A] maakt direct na zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling een afspraak met de curator voor een persoonlijke bijeenkomst in de week van 5 augustus 2019 op nader door de curator in te vullen voorwaarden als datum, tijdstip en plaats;
- [A] werkt volledig mee aan het onderzoek van de curator en doet alles wat van hem verwacht mag worden bij de afwikkeling van de faillissementen en hij verleent op eerste verzoek van de curator aanstonds volmacht om de curator inzage te geven in de bankrekeningen, administratie e.d. van alle vennootschappen waarvan hij bestuurder is (hieronder begrepen volmachten ten behoeven van de bank of internetprovider dan wel andere instanties);
- [A] voorziet de curator steeds op diens eerste verzoek zo spoedig mogelijk van alle door hem gevraagde stukken;
- [A] reageert steeds zo spoedig mogelijk op brieven, e-mails en mondelinge of telefonische verzoeken van de curator en houdt ook overigens het contact met de curator in stand;
- het is [A] niet toegestaan Nederland te verlaten zonder toestemming van de rechter-commissaris.
Deze beschikking is gegeven in raadkamer op 9 augustus 2019 door mr. drs. A.M. Crouwel, rechter.