Hof 's-Hertogenbosch, 20-07-2004, nr. C0300243
ECLI:NL:GHSHE:2004:AX3533
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
20-07-2004
- Zaaknummer
C0300243
- LJN
AX3533
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2004:AX3533, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 20‑07‑2004; (Hoger beroep)
Uitspraak 20‑07‑2004
Inhoudsindicatie
Bij zijn interlocutoor arrest heeft het hof [appellant] toegelaten te bewijzen: - dat de waterafvoerende functie van de bermsloot ten westen van [straat 1] ook het water van de door [appellant] van de gemeente gepachte akker ten westen van deze sloot betrof en voor de afwatering van die akker van belang was; - het causale verband tussen het eventueel in dit geding als onrechtmatig te kwalificeren ontbreken van voldoende onderhoud of de wijze van onderhoud door de gemeente van de betrokken sloot en de schade die [appellant] stelt aan zijn op de betrokken akker staande aardappelgewassen te hebben geleden door wateroverlast op en omstreeks 5 juli 1998. [appellant] heeft er blijkens zijn akte voor gekozen dit bewijs door een deskundigenbericht te doen leveren. De gemeente heeft zich hierbij aangesloten. Beide partijen geven de voorkeur aan één deskundige. Zij zijn het niet eens geworden over de persoon van deze deskundige. Het hof heeft reeds overwogen dat beide vragen zich lenen voor een deskundigenonderzoek. Het hof zal partijen volgen in hun wens een deskundige aan te wijzen.
typ. KD
rolnr. C0300243/RO
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-Hertogenbosch,
vierde kamer, van 20 juli 2004,
gewezen in de zaak van:
[APPELLANT],
wonende te [plaats],
principaal appellant bij exploot van dagvaarding van 9 januari 2003,
voorwaardelijk incidenteel geïntimeerde,
procureur: mr. J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann,
tegen:
de GEMEENTE ECHT-SUSTEREN,
gevestigd te Echt,
principaal geïntimeerde bij gemeld exploot,
incidenteel appellante,
procureur: mr. J.E. Lenglet,
als vervolg op het arrest van het hof in deze zaak van 24 februari 2004.
- 6.
Het arrest van 14 november 2002
Bij dit arrest heeft het hof [appellant] tot bewijs toegelaten en gelegenheid tot het leveren van getuigenbewijs geboden.
- 7.
Het geding na 14 november 2002
Beide partijen hebben een akte genomen.
Partijen hebben daarna stukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
- 8.
De verdere beoordeling
- 8.1.
Bij zijn interlocutoor arrest heeft het hof [appellant] toegelaten te bewijzen:
- -
(4.12.) dat de waterafvoerende functie van de bermsloot ten westen van [straat 1] ook het water van de door [appellant] van de gemeente gepachte akker ten westen van deze sloot betrof en voor de afwatering van die akker van belang was;
- -
(4.15) het causale verband tussen het eventueel in dit geding als onrechtmatig te kwalificeren ontbreken van voldoende onderhoud of de wijze van onderhoud door de gemeente van de betrokken sloot en de schade die [appellant] stelt aan zijn op de betrokken akker staande aardappelgewassen te hebben geleden door wateroverlast op en omstreeks 5 juli 1998.
- 8.2.
[appellant] heeft er blijkens zijn akte voor gekozen dit bewijs door een deskundigenbericht te doen leveren. De gemeente heeft zich hierbij aangesloten. Beide partijen geven de voorkeur aan één deskundige. Zij zijn het niet eens geworden over de persoon van deze deskundige.
- 8.3.
Het hof heeft reeds (4.15) overwogen dat beide vragen zich lenen voor een deskundigenonderzoek. Het hof zal partijen volgen in hun wens een deskundige aan te wijzen.
- 8.4.
Hiertoe zal worden benoemd:
Mw. ir. A.J.J. Verlinden, verbonden aan Grontmij Nederland bv.
- 8.5.
Het komt het hof wenselijk voor de vragen aan de te benoemen deskundige te beperken tot de kern als aangegeven in de beide bewijsopdrachten. Door beperking van de vragen wordt aan de deskundige ruimte gelaten voor zijn onderzoek. Aan partijen staat het vrij om opmerkingen te maken en verzoeken te doen aan de deskundige over deelfacetten die zij van belang achten. Het is aan deskundige om te bezien in hoeverre die facetten voor zijn onderzoek nuttig of nodig zijn. Het hof gaat ervan uit dat de deskundige rekenschap geeft over de door het hof reeds in zijn interlocutoor arrest overwogen feiten en stellingen (4.14).
Anders dan de gemeente verzoekt wil het hof de deskundige niet verbieden van de gedingstukken en de daarbij behorende producties kennis te nemen. Hij is juist aangezocht om de feiten vanuit zijn deskundigheid te beoordelen binnen het door de gedingstukken gestelde kader. Daarbij gaat het hof ervan uit dat de deskundige zijn eigen oordeel vormt en niet ongefundeerd het oordeel van anderen volgt.
- 8.6.
De kosten van de deskundige komen voorshands ten laste van [appellant] nu aan hem de bewijslast is toegevallen.
- 8.7.
In verband met het bij dit arrest op te dragen deskundigenonderzoek wordt een verdere beoordeling van deze zaak voorshands aangehouden.
- 9.
De uitspraak
Het hof:
bepaalt dat een deskundigenonderzoek zal worden verricht naar de in onderdeel 8.1. van dit arrest geformuleerde vragen;
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
Mw. ir. A.J.J. Verlinden,
Grontmij Nederland bv,
[adres];
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof;
verzoekt de deskundige tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek zal aanvangen nadat de griffier heeft bericht dat het voorschot is ontvangen;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat het voorschot is ontvangen en dat met het onderzoek kan worden aangevangen;
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van E. 5.468,-- + 19% BTW in totaal E. 6.507,--, tenzij (een) partij(en) binnen veertien dagen na deze uitspraak tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft gemaakt; in dat geval zal het hof op het bezwaar beslissen en de hoogte van het voorschot bepalen;
bepaalt dat de griffier een specificatie van het voorschot bij het afschrift van dit arrest meezendt aan de procureurs van partijen;
bepaalt dat [appellant] genoemd voorschot van E. 6.507,--, zal overmaken naar rekeningnummer 192325787 ten name van Arrondissement 536 's-Hertogenbosch;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verwijst de zaak naar de rolzitting van 28 december 2004 voor memorie na deskundigenonderzoek, aan de zijde van [appellant];
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. De Kok, Huijbers-Koopman en De Klerk-Leenen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 20 juli 2004.