Kostuum- en titulatuurbesluit rechterlijke organisatie
Artikel 1 [Titulatuur rechterlijke ambtenaren]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
08-09-2014, Stb. 2014, 326 (uitgifte: 16-09-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-09-2014, Stb. 2014, 326 (uitgifte: 16-09-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
De rechterlijke ambtenaren voeren de volgende titulatuur:
- a.
de rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, die werkzaam zijn bij een rechtbank, alsmede de hoofdofficieren van justitie, de plaatsvervangende hoofdofficieren van justitie, de senior officieren van justitie A, de senior officieren van justitie, de officieren van justitie, de substituut-officieren van justitie, de plaatsvervangende officieren van justitie, de officieren enkelvoudige zittingen en de plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen, die werkzaam zijn bij een arrondissementsparket, het landelijk parket, het functioneel parket, het parket centrale verwerking openbaar ministerie of het parket-generaal: die van edelachtbare heer of vrouwe;
- b.
de rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, die werkzaam zijn bij een gerechtshof, de landelijk hoofdadvocaat-generaal, alsmede de hoofdadvocaten-generaal, de senior advocaten-generaal, de advocaten-generaal en de plaatsvervangende advocaten-generaal, die werkzaam zijn bij het ressortsparket of het parket-generaal: die van edelgrootachtbare heer of vrouwe;
- c.
de rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, die werkzaam zijn bij de Hoge Raad, de procureur-generaal, de plaatsvervangend procureur-generaal, de advocaten-generaal en de advocaten-generaal in buiten gewone dienst bij de Hoge Raad, alsmede de griffier en de substituut griffier van de Hoge Raad: die van edelhoogachtbare heer of vrouwe;
- d.
de procureurs-generaal die het College van procureurs-generaal vormen: die van edelgrootachtbare heer of vrouwe.