NJ 2013/519
Bij onrechtmatige vrijheidsbeneming volgt uit art. 5 lid 5 EVRM een rechtstreeks recht op schadeloosstelling.
EHRM 29-05-2012, ECLI:NL:XX:2012:BX0917, m.nt. E.A. Alkema (Emin/Nederland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
29 mei 2012
- Magistraten
Mrs. J. Casadevall, C. Bîrsan, E. Myjer, J. Šikuta, I. Ziemele, N. Tsotsoria, K. Pardalos
- Zaaknummer
28260/07
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
BX0917
- Roepnaam
Emin/Nederland
- JCDI
JCDI:ADS161751:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Internationaal publiekrecht / Algemeen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2012:BX0917, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 29‑05‑2012
- Wetingang
Art. 5 lid 5, 41 EVRM; art. 106 VW 2000; art. 6:162 BW
Essentie
Mensenrechten. Schadeloosstelling bij vrijheidsbeneming.
Art. 5 lid 5 EVRM kent een rechtstreeks recht op schadeloosstelling toe, zodra een nationale rechter of een Conventie-instelling heeft vastgesteld dat een individu in strijd met art. 5 leden 1-4 EVRM van zijn of haar vrijheid is ontnomen. Schending.
Samenvatting
De Bulgaar Emin verblijft sinds 2004 zonder geldige verblijfstitel in Nederland. In 2006 wordt hij ongewenst verklaard wegens een strafrechtelijke veroordeling voor een ernstig misdrijf. Als Emin op 5 april 2007 vrijkomt gelast de Staatssecretaris van Justitie dat hij — met het oog op uitzetting — diezelfde dag in vreemdelingenbewaring ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.