V-N 2019/9.16
KOR niet van toepassing op verhuur vakantiewoning omdat vaste inrichting ontbreekt
HR 08-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:194, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 2019
- Magistraten
Punt, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/04018
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS177316:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:194, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad beslist dat de in Duitsland wonende belanghebbenden die in Nederland een vakantiewoning verhuren middels een verhuurkantoor, geen vaste inrichting in Nederland hebben. Zij hebben geen recht op toepassing van de kleine ondernemersregeling.
Samenvatting
Belanghebbenden, X en Y, wonen in Duitsland en hebben een vakantiewoning in Nederland. Deze woning verhuren zij met tussenkomst van een in Nederland gevestigd verhuurkantoor. X en Y zijn daarvoor gezamenlijk ondernemer voor de omzetbelasting. X en Y stellen recht te hebben op toepassing van de kleine ondernemersregeling (KOR). De inspecteur verwerpt deze stelling. X en Y gaan in (hoger) beroep. Volgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.