NJ 2013/566
Observatiemachtigingen niet per se in strijd met EVRM, zuiver niet-ontvankelijk verklaren wegens verlopen machtigingen mogelijk wel.
EHRM 18-09-2012, ECLI:NL:XX:2012:BY3195, m.nt. J. Legemaate (S.R./Nederland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
18 september 2012
- Magistraten
Mrs. J. Casadevall, E. Myjer, C. Bîrsan, A. Gyulumyan, L.L. Guerra, N. Tsotsoria, K. Pardalos
- Zaaknummer
13837/07
- Noot
J. Legemaate
- LJN
BY3195
- Roepnaam
S.R./Nederland
- JCDI
JCDI:ADS127737:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2012:BY3195, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 18‑09‑2012
- Wetingang
Art. 5 lid 1 onder e, art. 5 lid 4 EVRM; art. 14h Wet Bopz (vervallen per 01-01-2009)
Essentie
Gezondheidsrecht. Observatiemachtiging. Habeas corpus. Vrijheidsbeneming voor nader onderzoek is onder voorwaarden niet in strijd met art. 5 EVRM, het uitsluitend niet-ontvankelijk verklaren van cassatieberoepen omdat een machtiging al is verlopen mogelijk wel. Geen schending.
Samenvatting
Voor verzoekster wordt een voorlopige machtiging gevraagd. Na afloop van de zitting wordt de procedure aangehouden. Enige dagen later legt de Officier van Justitie een nieuw medisch rapport over en verzoekt om een observatiemachtiging. Zonder verzoekster opnieuw te horen wijst de rechtbank het eerste verzoek af en het tweede toe. In cassatie stelt verzoekster dat art. 5 lid 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.