Einde inhoudsopgave
Wet OM-afdoening
Artikel V
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2008
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de wet (07-07-2006, Stb. 330).
- Bronpublicatie:
26-04-2007, Stb. 2007, 160 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30961)
07-07-2006, Stb. 2006, 330 (uitgifte: 18-07-2006, kamerstukken: 29849)
- Inwerkingtreding
01-02-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2007, Stb. 2008, 4 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-12-2007, Stb. 2008, 4 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:
- A.
In artikel 9, eerste lid, wordt na ‘rechterlijke uitspraak’ ingevoegd: of strafbeschikking.
- B.
Artikel 164 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Vervallen.
- 2.
In het vijfde lid, onder c, wordt na ‘rechterlijke uitspraak’ ingevoegd: of strafbeschikking.
- 3.
In het zesde lid, tweede volzin, wordt na ‘in geval van veroordeling’ ingevoegd ‘door de rechter dan wel uitvaardiging van een strafbeschikking’ en vervalt: , of indien het onderzoek van de zaak op de terechtzitting niet binnen zes maanden na de dag van invordering is aangevangen.
- 4.
Aan het zesde lid wordt een zin toegevoegd, luidend: Teruggave vindt ten slotte plaats indien het onderzoek van de zaak op de terechtzitting niet binnen zes maanden na de dag van invordering is aangevangen, dan wel binnen die termijn geen strafbeschikking is uitgevaardigd.
- 5.
In het achtste lid, tweede volzin, wordt na ‘vervolging plaatsvindt’ ingevoegd: ‘of, in geval van verzet tegen een uitgevaardigde strafbeschikking, zou worden voortgezet’.
- C.
Aan artikel 179 wordt een lid toegevoegd, luidend:
9
Voor de toepassing van dit artikel wordt een strafbeschikking met een veroordeling gelijkgesteld.
- D.
Aan artikel 179a wordt een lid toegevoegd, luidend:
3
Voor de toepassing van het tweede lid wordt een strafbeschikking met een veroordeling gelijkgesteld.
- E.
Artikel 180 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Aan het slot van het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidend:
Een strafbeschikking houdende deze bijkomende straf is in zoverre eerst voor tenuitvoerlegging vatbaar als geen verzet meer kan worden gedaan.
- 2.
In het tweede en derde lid wordt na ‘rechterlijke uitspraak’ telkens ingevoegd: of strafbeschikking.
- F.
Artikel 181 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid wordt ‘uitgesproken tegen’ vervangen door: opgelegd aan.
- 2.
Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd dat komt te luiden:
2
Het eerste lid geldt bij een strafbeschikking niet, indien de eigenaar of houder:
- a.
voor het uitvaardigen van de strafbeschikking de naam en het volledige adres van de bestuurder bekend heeft gemaakt,
- b.
niet heeft kunnen vaststellen wie de bestuurder was en hem daarvan redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt.
- 3.
In het vernummerde derde lid wordt in de aanhef na ‘eerste lid geldt’ ingevoegd: bij berechting. Voorts wordt onder a na ‘gesteld’ ingevoegd: dan wel bij het instellen van verzet tegen een strafbeschikking.
- 4.
In het vierde lid wordt ‘tweede lid’ vervangen door: derde lid. Voorts wordt een zin toegevoegd, luidend: De strafbeschikking wijst de verdachte op de mogelijkheid bij het instellen van verzet gegevens te verstrekken die tot toepassing van het derde lid, onderdeel a of d, kunnen leiden.
- G.
Artikel 182 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid wordt ‘uitgesproken tegen’ vervangen door: opgelegd aan.
- 2.
Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd dat komt te luiden:
2
Het eerste lid geldt bij een strafbeschikking niet, indien de eigenaar of houder van de aanhangwagen:
- a.
voor het uitvaardigen van de strafbeschikking de naam en het volledige adres bekend heeft gemaakt van de bestuurder dan wel van de eigenaar of houder van het motorrijtuig waarmee de aanhangwagen werd voortbewogen,
- b.
niet heeft kunnen vaststellen wie de bestuurder dan wel van de eigenaar of houder van het motorrijtuig waarmee de aanhangwagen werd voortbewogen, was en hem daarvan redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt.
- 3.
In het vernummerde derde lid wordt in de aanhef na ‘eerste lid geldt’ ingevoegd: bij berechting. Voorts wordt onder a na ‘gesteld’ ingevoegd: dan wel bij het instellen van verzet tegen een strafbeschikking.
- 4.
In het vierde lid wordt ‘tweede lid’ vervangen door: derde lid. Voorts wordt een zin toegevoegd, luidend: De strafbeschikking wijst de verdachte op de mogelijkheid bij het instellen van verzet gegevens te verstrekken die tot toepassing van het derde lid, onderdeel a of d, kunnen leiden.