NJ 1942/151
Schuldeischer maakt in opdracht van zijn schuldenaar R. diens inboedel te gelde ten bate van diens schuldeischers. Hij houdt van de opbrengst f 2000 af en beroept zich tegenover den curator in het faillissement van de nalatenschap van R. op schuldvergelijking met eene restant-schuld uit geldleening. R. had de handelingen van zijn schuldeischer goedgekeurd. Hij was in gemeenschap gehuwd. Schuldvergelijking door Rechtb. toegelaten, door Hof geweigerd.Arrest Hof op twee punten niet naar den eisch der wet met redenen omkleed.
HR 20-06-1941, ECLI:NL:HR:1941:192, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 juni 1941
- Magistraten
Mrs. van Gelein Vitringa, Fick, Meckmann, van der Meulen, van der Flier.
- Zaaknummer
[20061941/NJ_1942-151]
- Conclusie
Mr. Berger
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS131977:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1941:192, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑06‑1941
- Wetingang
Essentie
Schuldeischer maakt in opdracht van zijn schuldenaar R. diens inboedel te gelde ten bate van diens schuldeischers. Hij houdt van de opbrengst f 2000 af en beroept zich tegenover den curator in het faillissement van de nalatenschap van R. op schuldvergelijking met eene restant-schuld uit geldleening. R. had de handelingen van zijn schuldeischer goedgekeurd. Hij was in gemeenschap gehuwd. Schuldvergelijking door Rechtb. toegelaten, door Hof geweigerd.Arrest Hof op twee punten niet naar den eisch der wet met redenen omkleed.
Samenvatting
Hof: Hier is geen plaats voor schuldvergelijking, daar eischer de bewuste opbrengst niet onder zich had als schuld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.