Regeling huisvestingstoelage en overtocht kinderen ambtenaren BES
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 23ste april 1966 ter uitvoering van artikel 81 van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht, houdende regelen voor het toekennen van een huisvestingstoelage, alsmede het verlenen van overtocht c.q. het toekennen van een vergoeding terzake van overtochtskosten ten behoeve van minderjarige wettige-, gewettigde- en stiefkinderen van de ambtenaren in dienst van de Nederlandse Antillen met standplaats Aruba, Bonaire of de Bovenwindse Eilanden in verband met het bezoeken van een in de Nederlandse Antillen buiten de standplaats van de ambtenaar gevestigde inrichting van dagonderwijs, zoals gewijzigd bij de Aanpassingsregeling BES BZK (16-09-2010, Stcrt. 15145). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
08-10-2010, Stcrt. 2010, 15085 (uitgifte: 08-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
1.
Aan de in artikel 2 bedoelde kinderen kan op schriftelijk verzoek van de ambtenaar bij de aanvang en bij het einde van het schooljaar overtocht worden verleend onderscheidenlijk van de standplaats van de ambtenaar naar het eiland, waar de inrichting van dagonderwijs, als bedoeld in artikel 2, gevestigd is en omgekeerd.
2.
In geval aan de in artikel 2 bedoelde kinderen van ambtenaren, met standplaats Saba of St. Eustatius, die op Aruba of Curaçao een inrichting van dagonderwijs bezoeken of gaan bezoeken, overtocht wordt verleend van de standplaats van de ambtenaar naar Aruba of Curaçao of omgekeerd, terwijl er ook op St. Maarten een zodanige inrichting van dagonderwijs, welke zij hadden kunnen bezoeken, aanwezig is, worden slechts de overtochtskosten, welke voor een reis van de standplaats van de ambtenaar naar St. Maarten of omgekeerd verschuldigd zouden zijn geweest, voor overheidsrekening genomen.
3.
In plaats van overtocht, als hiervoor bedoeld, kan aan de ambtenaar, op zijn daartoe strekkend schriftelijk verzoek, onder overlegging van bewijsstukken, een vergoeding van de terzake door hem gemaakte overtochtskosten worden toegekend, met dien verstande, dat de vergoeding maximaal wordt bepaald op het bedrag, dat voor overheidsrekening zou zijn gekomen, indien overtocht zou zijn verleend.
4.
Bij plaatsing van een kind op een inrichting van dagonderwijs tijdens het schooljaar als bedoeld in het derde lid van artikel 3, zijn de voorgaande leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat geen overtocht voor de terugreis wordt verleend noch een vergoeding van de terzake gemaakte overtochtskosten wordt toegekend, indien bij de plaatsing reeds de helft van het schooljaar verstreken was.