Prg. 2021/209
Een - inmiddels 68-jarige - man stelt in het schooljaar 1964-1965 seksueel te zijn misbruikt door een pater van het Kleinseminarie en ondanks het aanvaarden van een compensatieregeling stelt hij thans de Congregatie aansprakelijk, aangezien de Congregatie op de hoogte was van misbruik door pater X en had nagelaten adequate maatregelen te treffen. De vordering is verjaard. Geen uitzonderlijk geval in verjaringsrechtelijke zin.
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
13 juli 2021
- Magistraten
Mrs. J.W. van Rijkom, J.M.H. Schoenmakers, T. van Malssen
- Zaaknummer
200.267.947_01
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2021:2189, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 13‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Is in geval van seksueel misbruik in het schooljaar 1964-1965 de verjaringstermijn doorbroken, door een geslaagd beroep op de derogerende werking van redelijkheid en billijkheid?
Neen. aangezien geen sprake is van een uitzonderlijk geval in verjaringsrechtelijke zin. De onrechtmatige daad en het ontstaan van de schade heeft gelijktijdig plaats gehad, zodat de verjaring is voltooid.
Samenvatting
Appellant, thans 68 jaar oud, is in het schooljaar 1964-1965 slachtoffer geworden van seksueel misbruik door pater X die is overleden in 2002. Tegen finale kwijting heeft hij op 6 september 2017 een compensatiebedrag gekregen van € 100.000,00. Thans vordert appellant de ...