Einde inhoudsopgave
Tweede Protocol, opgesteld op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen
Artikel 7 Samenwerking met de Commissie van de Europese Gemeenschappen
Geldend
Geldend vanaf 19-05-2009
- Bronpublicatie:
19-06-1997, Trb. 1997, 251 (uitgifte: 11-09-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2009, Trb. 2009, 62 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De lidstaten en de Commissie werken samen bij de bestrijding van fraude, actieve en passieve corruptie en het witwassen van geld.
Te dien einde verleent de Commissie de technische en operationele bijstand die de bevoegde nationale autoriteiten nodig kunnen hebben om coördinatie van het door hen ingestelde onderzoek te vergemakkelijken.
2.
Ten einde de constatering van de feiten te vergemakkelijken en te zorgen voor een daadwerkelijke bestrijding van fraude, actieve en passieve corruptie en het witwassen van geld kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten gegevens uitwisselen met de Commissie. De Commissie en de bevoegde nationale autoriteiten houden in elk bijzonder geval rekening met de eisen inzake geheimhouding van het onderzoek en gegevensbescherming. Te dien einde kan een lidstaat bij het verstrekken van informatie aan de Commissie bijzondere voorwaarden stellen aan het gebruik van die informatie door de Commissie dan wel door een andere lidstaat waaraan die informatie kan worden doorgegeven.