Asser Procesrecht 8 Arbitrage en bindend advies
Einde inhoudsopgave
Asser Procesrecht/Sanders, Meijer & Ernste 8 2023/492:492 Grond a: stelplicht en bewijslast.
Asser Procesrecht/Sanders, Meijer & Ernste 8 2023/492
492 Grond a: stelplicht en bewijslast.
Documentgegevens:
prof. mr. G.J. Meijer, prof. mr. P.E. Ernste, datum 01-06-2023
- Datum
01-06-2023
- Auteur
prof. mr. G.J. Meijer, prof. mr. P.E. Ernste
- JCDI
JCDI:ADS858498:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Wetingang
art. 1065 lid 1 onder a Rv
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Zowel in de literatuur als in de jurisprudentie wordt aangenomen dat de bewijslast ten aanzien van het ontbreken van een geldige arbitrageovereenkomst als bedoeld in art. 1065 lid 1, onder a, Rv rust op de verwerende partij in de vernietigingsprocedure.
Gelet op het recht op toegang tot de gewone rechter als bedoeld in art. 6 EVRM en art. 17 Gw, alsook de ratio van art. 1021 Rv, ligt het voor de hand dat de verweerder in de vernietigingsprocedure die zich erop beroept dat tussen partijen een overeenkomst tot arbitrage bestaat, dit bestaan ook moet bewijzen.1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.