NJB 2017/214
Toepassing overzichtsarresten inzake oplichting, art. 326 lid 1 Sv (HR 20 december 2016, ECLI:NL: HR:2016:2889 en ECLI:NL:HR:2016:2892): in casu sprake van het aannemen van een valse hoedanigheid, waartoe van belang is dat verdachte, die doende was met de opening van een bloemenzaak en in dat kader verplichtingen aanging met derden waarin hij bij herhaling tekortschoot, geen openheid van zaken gaf over de staat waarin zijn bedrijf inmiddels verkeerde en de benadeelden met onwaarheden aan het lijntje hield
HR 10-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:21
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 januari 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/03879
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2017
ECLI:NL:HR:2017:21, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2015:1764, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2015
- Wetingang
(art. 326 Sr)
Essentie
Toepassing overzichtsarresten inzake oplichting, art. 326 lid 1 Sv (HR 20 december 2016, ECLI:NL: HR:2016:2889 en ECLI:NL:HR:2016:2892): in casu sprake van het aannemen van een valse hoedanigheid, waartoe van belang is dat verdachte, die doende was met de opening van een bloemenzaak en in dat kader verplichtingen aanging met derden waarin hij bij herhaling tekortschoot, geen openheid van zaken gaf over de staat waarin zijn bedrijf inmiddels verkeerde en de benadeelden met onwaarheden aan het lijntje hield
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens oplichting omdat hij – kort gezegd – (feit 1) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.