RAV 2017/43
Aansprakelijkheid verzekeringstussenpersoon. Mag het hof de gevolgen van een risicowijziging (mede) aan art. 293 (oud) WvK toetsen, terwijl de toepasselijke polis een afwijkende regeling bevat over de gevolgen van risicowijziging, inhoudende dat de dekking niet vervalt indien de verzekerde van de risicowijziging niet op de hoogte was of redelijkerwijs kon zijn?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/02867
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS926110:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:274, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1230, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑12‑2016
- Wetingang
Art. 221 lid 9 Overgangswet NBW; art. 293 (oud) WvK
Essentie
Opstalverzekering. Zorgplicht tussenpersoon. Risicowijziging. Causaal verband.
Mag het hof de gevolgen van een risicowijziging (mede) aan art. 293 (oud) WvK toetsen, terwijl de toepasselijke polis een afwijkende regeling bevat over de gevolgen van risicowijziging, inhoudende dat de dekking niet vervalt indien de verzekerde van de risicowijziging niet op de hoogte was of redelijkerwijs kon zijn?
Samenvatting
Verzekeringnemer koopt een boerderij waarin twee woningen zijn gesitueerd. Via een assurantietussenpersoon sluit de verzekeringnemer een opstalverzekering af bij de Noordhollandsche van 1816 ("de verzekeraar"). Art. 7 van de polisvoorwaarden bepaalt: "Verzekeringnemer is verplicht de maatschappij zo spoedig mogelijk, doch ...