Einde inhoudsopgave
TNO-wet
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 08-02-2012
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2012, 19 (uitgifte: 26-01-2012, kamerstukken: 32871)
- Inwerkingtreding
08-02-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2012, Stb. 2012, 31 (uitgifte: 07-02-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
De raad van bestuur dient éénmaal per vier jaren bij Onze minister een strategisch plan voor de Organisatie in, waarmee de raad van toezicht heeft ingestemd. Het onderdeel van het strategisch plan dat de hoofdgroep voor defensie-onderzoek betreft, wordt vastgesteld door de raad voor het defensie-onderzoek en behoeft de instemming van Onze minister van defensie. De raad van bestuur doet van het strategisch plan afschrift toekomen aan Onze ministers wie het mede aangaat.
2.
Het strategisch plan formuleert de op middellange en lange termijn te realiseren doelstellingen en de hoofdlijnen van het daarop te richten beleid. Het omschrijft de gebieden, de richtingen, de aard en het kwaliteitsniveau van de door de Organisatie te leveren prestaties, alsmede de financiële, personele, materiële en organisatorische voorwaarden die daartoe vervuld moeten worden.
3.
Het strategisch plan houdt rekening met het door de overheid gevoerde beleid en met het wetenschapsbudget, als bedoeld in artikel 16a van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek.
4.
Onze minister brengt zijn standpunt over het strategisch plan, bepaald in overeenstemming met Onze ministers van defensie, van onderwijs, cultuur en wetenschap en van volksgezondheid, welzijn en sport en met het gevoelen van de raad van ministers, binnen zes maanden na ontvangst van het plan ter kennis van de raad van bestuur. Onze minister doet daarvan en van het strategisch plan afschrift toekomen aan de Staten-Generaal.