Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake de binnenkomst en het verblijf van wederzijdse onderdanen
Bijlage 2
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1982
- Redactionele toelichting
Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van 23-01-1981.
- Bronpublicatie:
23-01-1981, Trb. 1981, 35 (uitgifte: 09-02-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-1982, Trb. 1982, 171 (uitgifte: 01-01-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
In het kader van deze Overeenkomst van belang zijnde punten van het Surinaamse beleid, inzake de binnenkomst en het verblijf van Nederlandse onderdanen, zoals dat vanaf 25 november 1980 zal gelden.
- 1.Toelating
Personen die na 25 november 1975 op grond van de Toescheidingsovereenkomst de Surinaamse nationaliteit verkregen hadden en nadien de Nederlandse nationaliteit hebben verworven, zullen te allen tijde met hun gezin toegelaten worden tot de Republiek Suriname en in beginsel als Surinamer worden behandeld.
- 2.Gezinshereniging
Indien een Nederlandse onderdaan toestemming tot verblijf in Suriname heeft verkregen, zal tevens toestemming tot verblijf verleend worden aan zijn gezinsleden.
Onder gezinsleden zal worden verstaan:
- a.
de echtgenoot;
- b.
degene met wie de betrokkene een duurzame en exclusieve persoonlijke relatie onderhoudt;
- c.
feitelijk tot het gezin van de persoon behorende minderjarige kinderen over wie een van de ouders het gezag uitoefent;
- d.
andere familieleden die feitelijk tot het gezin van de betrokkene behoren en die van hem afhankelijk zijn;
- e.
andere familieleden die alleen zijn komen te staan en van de betrokkene afhankelijk zijn.
In alle gevallen dient over passende huisvesting beschikt te worden.