NJB 2016/1960
Oplegging schadevergoedingsmaatregel art. 36f Sr in geval waarin de benadeelde partij niet-ontvankelijk is verklaard in zijn vorderingen omdat het beoordelen daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren: in casu kan het hof de maatregel opleggen, in het bijzonder omdat in casu voldaan is aan het in art. 36f lid 2 Sr voor oplegging van de maatregel gestelde vereiste dat de verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht
HR 11-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2304
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan en V. van den Brink
- Zaaknummer
15/00165
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2016
ECLI:NL:HR:2016:2304, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:979, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑10‑2015
- Wetingang
(art. 36f Sr)
Essentie
Oplegging schadevergoedingsmaatregel art. 36f Sr in geval waarin de benadeelde partij niet-ontvankelijk is verklaard in zijn vorderingen omdat het beoordelen daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren: in casu kan het hof de maatregel opleggen, in het bijzonder omdat in casu voldaan is aan het in art. 36f lid 2 Sr voor oplegging van de maatregel gestelde vereiste dat de verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht
Uitspraak
Inleiding:
De verdachte is veroordeeld ter zake van oplichting, meermalen gepleegd en ter zake van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.