Einde inhoudsopgave
Wet hersteloperatie toeslagen
Artikel 2.21 Brede ondersteuning door gemeente voor gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag of voor een ex-partner van de gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag, hun gezin en het thuiswonende kind
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
1.
Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente kan brede ondersteuning bieden op de vijf leefgebieden financiën, gezin, werk, wonen en zorg aan een ingezetene van die gemeente die:
- a.
een aanvrager van een kinderopvangtoeslag is en een aanvraag heeft ingediend tot toekenning van een herstelmaatregel als bedoeld in artikel 2.7;
- b.
een kind, een pleegkind of een voormalig pleegkind is dat in aanmerking komt voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.12; of
- c.
een ex-partner is die in aanmerking komt voor de compensatie, bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid, en aan wie deze is toegekend.
2.
Brede ondersteuning als bedoeld in het eerste lid wordt verleend ten behoeve van de personen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met c, alsmede hun gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, van de Participatiewet en het thuiswonende kind of pleegkind ouder dan 18 jaar van de personen, bedoeld in het eerste lid, of van hun partner.
3.
Het eerste en tweede lid zijn in bijzondere omstandigheden van toepassing op een ingezetene van een andere gemeente, zo nodig in overleg met het college van die andere gemeente.
4.
Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente verleent de brede ondersteuning op basis van een plan van aanpak dat ziet op het kunnen maken van een nieuwe start in het kader van herstel dat is opgesteld met de persoon die op basis van het eerste lid in aanmerking komt voor brede ondersteuning.
5.
Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente kan de uitvoering van dit artikel, behoudens de vaststelling van de rechten en plichten van de persoon die op basis van het eerste of tweede lid in aanmerking komt voor brede ondersteuning en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden, door derden laten verrichten.
6.
Indien de aanvraag tot toekenning van een herstelmaatregel als bedoeld in artikel 2.7 wordt afgewezen, beëindigt het college van burgemeester en wethouders de brede ondersteuning van de personen die op grond van het eerste of tweede lid in aanmerking komen voor brede ondersteuning binnen 30 dagen nadat de Dienst Toeslagen het college van burgemeester en wethouders heeft geïnformeerd dat ten aanzien van de aanvrager van de kinderopvangtoeslag een afwijzende beschikking is gegeven.
7.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.