Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 1019x [Bevoegde rechter, inhoud verzoekschrift]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
17-12-2009, Stb. 2010, 221 (uitgifte: 30-06-2010, kamerstukken: 31518)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2009, Stb. 2010, 221 (uitgifte: 30-06-2010, kamerstukken: 31518)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
1.
Het verzoek wordt gedaan aan de rechter die vermoedelijk bevoegd zal zijn van de zaak, indien deze ten principale aanhangig wordt gemaakt, kennis te nemen. Indien de zaak door de kantonrechter moet worden behandeld en beslist, wordt het verzoek gedaan aan de kantonrechter. De rechter beoordeelt summierlijk of hij absoluut bevoegd is en of de zaak door de kantonrechter moet worden behandeld en beslist.
2.
Indien een der partijen reeds eerder een verzoek als bedoeld in artikel 1019w, eerste lid, heeft gedaan, wordt het verzoek gedaan aan de rechter die het eerdere verzoek behandelt of laatstelijk behandeld heeft. Onverminderd artikel 71 is deze rechter tevens bevoegd kennis te nemen van de zaak ten principale indien deze wordt aangebracht. Indien de zaak ten principale reeds aanhangig is, wordt het verzoek gedaan aan de rechter voor wie de zaak ten principale aanhangig is.
3.
Het verzoekschrift vermeldt naast de in artikel 278, eerste lid, bedoelde gegevens:
- a.
de aard en het vermoedelijke beloop van de vordering;
- b.
een omschrijving van het deelgeschil;
- c.
een zakelijk overzicht van de inhoud en het verloop van de onderhandelingen over de vordering;
- d.
de naam en de woonplaats van de wederpartij.
4.
Indien over de vordering reeds eerder een verzoek als bedoeld in artikel 1019w, eerste lid, is gedaan, wordt daarvan melding gemaakt en worden de processtukken en, indien gegeven, de beschikking bij het verzoekschrift gevoegd.