Europese overeenkomst inzake de bescherming van dieren tijdens internationaal vervoer (herzien)
Artikel 36 Beslechting van geschillen
Geldend
Geldend vanaf 14-03-2006
- Bronpublicatie:
06-11-2003, Trb. 2007, 103 (uitgifte: 04-06-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-11-2003, Trb. 2007, 103 (uitgifte: 04-06-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
1.
Indien er een geschil bestaat betreffende de uitlegging of toepassing van de bepalingen van deze Overeenkomst, plegen de bevoegde autoriteiten van de betrokken Partijen met elkaar overleg. Elke Partij stelt de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa in kennis van de namen en adressen van haar bevoegde autoriteiten.
2.
Indien het geschil niet op deze wijze kan worden beslecht, wordt het, op verzoek van een van de partijen bij het geschil, voorgelegd aan een scheidsgerecht. Elke partij wijst een scheidsman aan en de beide scheidslieden wijzen een voorzitter aan. Indien een van beide partijen bij het geschil niet binnen drie maanden na het verzoek om arbitrage een scheidsman heeft aangewezen, wordt de scheidsman op verzoek van de andere partij bij het geschil aangewezen door de President van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Indien laatstgenoemde onderdaan is van een van de partijen bij het geschil, geschiedt de aanwijzing van de scheidsman door de Vice-President van het Hof, of, indien de Vice-President onderdaan is van een van de bij het geschil betrokken partijen, door het lid van het Hof dat de hoogste anciënniteit heeft en geen onderdaan is van een bij het geschil betrokken partij. Dezelfde procedure wordt gevolgd indien de scheidslieden geen overeenstemming kunnen bereiken over het aanwijzen van de voorzitter.
Indien er een geschil bestaat tussen twee Partijen waarvan er een lidstaat van de Europese Gemeenschap, zelf ook Partij zijnde, is, richt de andere Partij het verzoek om arbitrage zowel aan de lidstaat als aan de Gemeenschap; beide stellen de andere Partij er gezamenlijk van in kennis, binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek, of de lidstaat of de Gemeenschap, dan wel de lidstaat en de Gemeenschap gezamenlijk, partij zijn bij het geschil. Bij ontbreken van een dergelijke kennisgeving binnen de genoemde termijn, worden de lidstaat en de Gemeenschap geacht een en dezelfde partij bij het geschil te zijn voor de toepassing van de bepalingen betreffende de instelling en de procedure van het scheidsgerecht. Hetzelfde is van toepassing wanneer de lidstaat en de Gemeenschap zich gezamenlijk partij stellen bij het geschil.
3.
Het scheidsgerecht stelt zijn eigen procedureregels vast. Beslissingen worden genomen met meerderheid van stemmen. De uitspraak, die gebaseerd is op deze Overeenkomst, is onherroepelijk.
4.
De procedure voor de beslechting van geschillen is niet van toepassing op geschillen die betrekking hebben op kwesties die binnen de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap vallen of op de afbakening van de reikwijdte van die bevoegdheid tussen de Partijen die lid zijn van de Europese Gemeenschap of tussen dergelijke leden en de Gemeenschap.