NJ 1959/56
Weegbriefjes beschouwd als geschriften bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen.
HR 29-04-1958, ECLI:NL:HR:1958:128, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 1958
- Magistraten
Mrs. van der Meulen, Feber [Rapp.], van Berckel, Westerouen van Meeteren, Dubbink
- Zaaknummer
[29041958/NJ_1959-56]
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110387:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1958:128, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑1958
- Wetingang
(Sr art. 225.)
Essentie
Weegbriefjes beschouwd als geschriften bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen.
Samenvatting
Weegbriefjes als de onderhavige zijn geschriften waaraan in het maatschappelijk verkeer betekenis voor het bewijs van enig feit pleegt te worden toegekend, te weten voor het bewijs van de uitkomst van een weging door een bepaalde weeginrichting van een bepaald soort goederen op een bepaalden datum, zodat deze weegbriefjes zijn geschriften bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen. 1,
Anders: A.-G. van Oosten.
Uitspraak
[p. 161 ►]
Op het beroep van M. G. W. M., tuinier, te R., req. van cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.