NJB 2021/2736
Huisvredebreuk, art. 138 lid 1 Sr: het niet voldoen door de betrokkene aan een eerste tot hem gerichte vordering van of vanwege de rechthebbende van een woning, besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, die ertoe strekt dat die betrokkene zich verwijdert, levert in beginsel – tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel nopen – wederrechtelijk vertoeven in de zin van deze bepaling op. Van overtreding van deze bepaling is sprake indien de betrokkene zich vervolgens niet op de tweede vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert. In casu is hiervan sprake. Daaraan doet in casu niet af dat de verdachte (middellijk) eigenaar was van de camping waarvan hij zich diende te verwijderen.
HR 12-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1408
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien en M. Kuijer
- Zaaknummer
20/02693
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1408, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:591, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Huisvredebreuk, art. 138 lid 1 Sr: het niet voldoen door de betrokkene aan een eerste tot hem gerichte vordering van of vanwege de rechthebbende van een woning, besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, die ertoe strekt dat die betrokkene zich verwijdert, levert in beginsel – tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel nopen – wederrechtelijk vertoeven in de zin van deze bepaling op. Van overtreding van deze bepaling is sprake indien de betrokkene zich vervolgens niet op de tweede vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert. In casu is hiervan sprake. Daaraan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.