Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden. Het betreft het dossier van de Belastingdienst/FIOD, kantoor Amsterdam, met dossiernummer 472160, doorgenummerd van pagina 1 tot en met 9137. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
Rb. Midden-Nederland, 22-10-2013, nr. 16/994002-11 (P)
ECLI:NL:RBMNE:2013:5195
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
22-10-2013
- Zaaknummer
16/994002-11 (P)
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2013:5195, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 22‑10‑2013; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 22‑10‑2013
Inhoudsindicatie
Zeven mannen zijn dinsdag door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot gevangenisstraffen voor het handelen in vervalste merkkleding, -schoenen en -parfums. Zij namen daarbij deel aan een criminele organisatie. De drie hoofdverdachten zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen van 18 maanden waarvan zes voorwaardelijk, 12 maanden en 10 maanden waarvan vier voorwaardelijk voor de inkoop, invoer, verkoop en in voorraad hebben van de vervalste merkgoederen. Vier medeverdachten werden veroordeeld tot deels voorwaardelijke gevangenisstraffen variërend van 120 tot 150 dagen en een taakstraf variërend van 100 tot 120 uur. Een achtste verdachte werd vrijgesproken.
Partij(en)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/994002-11 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 22 oktober 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1982] te [geboorteplaats] (Suriname)
wonende te [adres],[woonplaats].
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 25 februari 2013, 30 september 2013 en 1 oktober 2013. Het onderzoek ter terechtzitting is gesloten op 15 oktober 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman mr. S.C. Post, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: een aantal jaren samen met anderen heeft gehandeld in merkvervalste kleding, tassen, parfum en schoenen en dat hij daar zijn beroep of bedrijf van heeft gemaakt;
feit 2: heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, welke criminele organisatie het oogmerk had op handel in merkvervalste kleding, tassen, parfum en schoenen.
3. Voorvragen
3.1
De geldigheid van de dagvaarding
De raadsman heeft betoogd dat de dagvaarding ten aanzien van feit 1 nietig dient te worden verklaard omdat deze niet volgens de wettelijke vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering is opgesteld. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat - kort gezegd- de dagvaarding ten aanzien van de pleegplaatsen, pleegdata en feiten onvoldoende duidelijk is, waardoor verdachte niet weet waartegen hij zich moet verdedigen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding, mede gelet op de inhoud van het dossier, voldoende duidelijk is en dat de gehele dagvaarding geldig dient te worden verklaard.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de geldigheid van de dagvaarding het volgende. Niet slechts de tekst van de tenlastelegging, maar ook de inhoud van het onderliggende dossier is van belang.
In het dossier is beschreven welke loods bij welke (pleeg)plaats hoort. Per plaats gaat het in het dossier maar om één loods. Uitzondering vormt de plaats Utrecht waar de loodsen op de [adres] en de [adres] zich bevinden. De doorzoeking en in beslagname bij de loods op de [adres] in 2009 worden enkel aangehaald in het dossier en onderliggende stukken hieromtrent zijn niet aan het dossier toegevoegd. Hieruit kon de verdediging afleiden dat het in de tenlastelegging niet om deze loods ging maar om de loods op de [adres], waarvan de zoeking uitvoerig is gedocumenteerd met onderliggende stukken.
Voorts is aangevoerd dat de tenlastelegging een zeer ruime pleegperiode vermeldt zonder dat specifieke pleegdata worden gegeven. Dat deze ruime pleegperiode is ten laste gelegd zonder dat 1 januari 2008 als specifieke pleegdatum kan worden geduid, maakt niet dat de dagvaarding nietig is. Uit het dossier blijkt immers dat verdachte zich gedurende een lange periode met handel in vervalste merkgoederen bezighield. De vraag of de periode van 1 januari 2008 tot en met 4 juli 2011 bewezen kan worden geacht, maakt gelet op de inhoud van het dossier niet dat de dagvaarding niet geldig is.
Ten slotte heeft de raadsman aangevoerd dat de tenlastelegging alle subonderdelen uit lid 1 van artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht behelst, dit terwijl deze evident niet allemaal van toepassing zijn. De tenlastelegging is op dit punt dan ook te ruim, aldus de verdediging.
De rechtbank ziet dit anders. Deze wijze van ten laste leggen maakt dat de rechtbank alle (sub)onderdelen uit lid 1 van artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht dient te betrekken bij het oordeel of de feiten bewezen kunnen worden verklaard. Dit maakt niet dat het voor de verdediging niet duidelijk is waartegen zij zich moet verweren. Het betreft enkel de nadere specificatie van het wetsartikel waaronder het feit strafbaar is gesteld dat aan de rechtbank ter beoordeling wordt voorgelegd.
De conclusie is dan ook dat de verdediging uit de dagvaarding, in samenhang bezien met het onderliggende dossier, concreet kon opmaken waartegen verdachte zich moest verdedigen. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de verdediging.
3.2.
De overige voorvragen
De officier van justitie is ontvankelijk in haar vervolging, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan. De officier van justitie baseert dit op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van beide feiten vrijspraak bepleit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen
Inleiding
In het onderzoek is er sprake van de volgende verdachten:
- [medeverdachte 1]
- [verdachte]
-[medeverdachte 2]
- [medeverdachte 3]
-[medeverdachte 4]
- [medeverdachte 5]
- [medeverdachte 6]
- [medeverdachte 7]
die hierna worden aangeduid als[medeverdachte 1], [verdachte], [medeverdachte 2],[medeverdachte 3], [medeverdachte 4], [medeverdachte 5], [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7].
Aanleiding onderzoek
Uit verschillende informatiebronnen komt naar voren dat [verdachte], [medeverdachte 2] en[medeverdachte 3] zich bezig houden met handel in merkvervalste kleding.
Op 11 januari 2010 wordt de FIOD benaderd door de bedrijfsjurist van de McGregor Fashiongroep die een aantal gegevens verstrekt uit zijn eigen onderzoek naar [verdachte].
Bij de FIOD is CIE-informatie binnengekomen over een opslagplaats van vervalste merkkleding aan de [adres] in [woonplaats] en door de FIOD heeft er onderzoek plaatsgevonden naar verkoopadvertenties voor merkkleding op internetsites.
Uit opsporingsinformatie van de politie over [verdachte] blijkt dat er op 11 februari 2009 een doorzoeking heeft plaatsgevonden in 7 boxen bij [naam 1] aan de [adres] in [woonplaats] waarbij ongeveer 50.000 stuks merkvervalste kleding en parfum is aangetroffen en in beslag genomen. De boxen waren gehuurd op naam van [verdachte]. [verdachte] en zijn [bijnaam] [medeverdachte 2] zijn door de verhuurder herkend als huurders van boxen bij [naam 1].
Op 23 maart 2011 is de FIOD gestart met het opsporingsonderzoek waarbij onder meer gebruik is gemaakt van de bijzondere bevoegdheden tot opsporing zoals stelselmatige observatie, onderzoek van communicatie (interceptie telefoon gesprekken) en het vorderen van gegevens.
De rechtbank is op grond van de navolgende bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van handel in merkvervalste kleding, tassen, parfum en schoenen, dat hij daarvan zijn bedrijf heeft gemaakt en dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
De bewijsmiddelen1.
Hieronder worden de bewijsmiddelen genoemd die in beide feiten worden gebruikt.
Taps/telefoonverkeer
Vanaf 7 april 2011 tot en met 3 mei 2011, respectievelijk tot 2 juni 2011, zijn de gesprekken gevoerd via de telefoonnummers[nummer] (tap A/[medeverdachte 2])2.en[nummer] (tap B/[verdachte])3.opgenomen en uitgeluisterd. In de loop van het onderzoek zijn van 1 juni 2011 tot en met 4 juli 2011 ook de gesprekken gevoerd via telefoonaansluiting[nummer] (tap D/[verdachte])4.opgenomen en uitgeluisterd.
Uit het berichtenverkeer van de mobiele telefoonnummers in gebruik bij [verdachte] en [medeverdachte 2] komt naar voren dat via deze telefoonnummers wekelijks gemiddeld meer dan 100 sms-berichten verstuurd worden naar klanten. Deze sms-berichten geven weer dat zij kleding van onder meer de merken Bjorn Borg, G-Star, Replay, Lacoste en Hilfiger in de verkoop hebben.
Uit de opgenomen gesprekken komt naar voren dat de twee broers [verdachte] en [medeverdachte 2] hun goederen onder meer verkrijgen via een persoon die gebruik maakt van het mobiele telefoonnummer[nummer].
In de periode van 4 mei 2011 tot en met 4 juli 2011 zijn de gesprekken gevoerd via deze telefoonaansluiting afgeluisterd.5.De gebruiker van deze telefoonaansluiting wordt aangesproken met de naam [X]6.(tap D/[medeverdachte 1]).
Telefoonnummers
Verdachten maken gebruik van de volgende telefoonnummers:
[medeverdachte 1]:[nummer]7.
[verdachte]:[nummer]8.
[nummer]9.
[nummer]10.
[medeverdachte 2]:[nummer]11.
[nummer]12.
[medeverdachte 3]:[nummer]13.
[nummer]14.
[nummer]15.
[medeverdachte 4] [nummer]16.
[nummer]17.
[medeverdachte 5] [nummer]18.
[medeverdachte 6] [nummer]19.
[nummer]20.
[medeverdachte 7] [nummer]21.
Bijnamen
Verdachten gebruiken de volgende bijnamen:[medeverdachte 1]
: [X]/[X]22..
[verdachte]: [bijnaam], [bijnaam]23., [bijnaam]24., [bijnaam]25., [bijnaam]26..
[medeverdachte 2]: [O]27.of[O]28..[medeverdachte 3]
: [K], [K]29.of[K]30..
[medeverdachte 4]:[W].31.
[medeverdachte 5]: [M]32.of [M]33..
[medeverdachte 6]:[H].34.
Auto’s
Verdachten maken gebruik van de volgende auto’s:[medeverdachte 1]
: een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken]35.en een Ford met kenteken [kenteken].36.
[verdachte]: een zwarte BMW 5-serie met kenteken [kenteken].37.
[medeverdachte 2]: een blauwe BMW 3-serie met kenteken [kenteken].38.
[medeverdachte 3]: een Volkswagen Golf met kenteken[kenteken].39.
[medeverdachte 4]: een Renauld Kangoo met kenteken [kenteken].40.
[medeverdachte 5]: een zwarte Peugeot met kenteken[kenteken], een Opel Astra met kenteken[kenteken] en een Volkswagen Polo met kenteken[kenteken].41.
[medeverdachte 6]: een Mitsubishi met kenteken [kenteken].42.
[medeverdachte 7]: auto’s met de kentekens:[kenteken], [kenteken], [kenteken], [kenteken], [kenteken], [kenteken].43.
Merkvervalsing
Tijdens het onderzoek is bij doorzoekingen een grote hoeveelheid kleding, tassen en parfum aangetroffen en in beslag genomen. De FIOD heeft monsters genomen van de in beslag genomen goederen.44.
De coöperatieve vereniging SNB-[R] UA, hierna te noemen: [R], heeft namens diverse merkhouders deze monsters op hun echtheid beoordeeld.
[R] treedt op voor onder meer de volgende merken: Bjorn Borg, G-Star, Replay, La Coste, Hilfiger, Nike, Dior, Botticelli, Dolce & Gabbana, Dsquared, Diesel, Adidas, True Religion, Ed Hardy, Moncler, Pall Mall, La Martina, Armani, Ralph Lauren, Burberry en Chanel.
“Deze merken zijn geregistreerd in de zin van het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (BVIE) of Verordening (EG) 40/1994 inzake het Gemeenschapsmerk onder de in de aangifte genoemde nummers. Deze merken zijn tenminste geregistreerd voor de klasse 25, te weten die voor kleding en schoeisel, alsmede klasse 3, te weten die voor parfum. Krachtens deze registraties zijn de merkhouders (en licentiehouders) exclusief gerechtigd om de genoemde merken in Nederland te voeren.”
[R] heeft vastgesteld dat de producten vervalsingen zijn van producten van de merkhouders voor wie zij optreedt op grond van inferieure kwaliteit van de gebruikte materialen, onjuiste labels en gebrekkige afwerking van de producten. De aangetroffen en in beslaggenomen goederen zijn onomstotelijk niet door, dan wel in opdracht c.q. met toestemming van de rechthebbenden vervaardigd, hier te lande ingevoerd en/of in het handelsverkeer gebracht.45.
Bij dit onderzoek zijn de volgende objectieve criteria gehanteerd aan de hand waarvan de echtheid van merkkleding kan worden vastgesteld.
“Ten aanzien van de bovenstaande partij goederen is vastgesteld dat deze allen waren voorzien van de hierboven genoemde beschermde merken en logo’s dan wel daarvan slechts een geringe afwijking vertonen.
De kaartlabels zijn qua kleurstelling niet origineel en de grootte ervan is niet conform de normale afmetingen.
De wasvoorschriften zijn niet conform origineel. Daarbij zijn ze niet voorzien van de juiste merkindicaties. Ten slotte zijn de waslabels niet op de juiste wijze en de plaats in de kleding aangebracht.
De coderingen ontbreken of zijn foutief weergegeven.
De kwaliteit van de gebruikte materialen is ver beneden de kwaliteit van de genoemde producten. Dit heeft tot gevolg dat de producten sneller slijtage vertonen dan waarvoor de genoemde merkhouder garant staat.
De afwerking van de producten is slecht. Dit geldt met name voor de aangebrachte prints, de borduursels, de afwerking van de knoopsgaten etc.
Ten aanzien van de verpakkingen van de producten is vastgesteld dat geen enkel product in een originele verpakking zat. Verder is de manier van verpakken niet gelijk aan de manier waarop de originele merkhouder haar producten verpakt.”
Het opzettelijk valselijk voorzien van de genoemde merken op producten is een gebruik van deze merken als bedoeld in artikel 20.0 van het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (BVIE) of artikel 9 van Verordening (EG) 40/1994 inzake het Gemeenschapsmerk (zie bijgevoegde artikelen) en levert derhalve een overtreding van op van artikel 337, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafrecht. [R] heeft hiervan aangifte gedaan.
[naam 2], werkzaam als Hoofd Opsporingen bij [R], heeft het volgende verklaard:46.
Er is vastgesteld dat deze verschillende zaken/locaties met grote aannemelijkheid met elkaar zijn verbonden. Dit concludeer ik uit het volgende:
Bar en UPC-codes:
Bij diverse locaties zijn namaak NIKE schoenen aangetroffen, deze schoenen zijn op iedere locatie
gelijk, er wordt de volgende UPC code gebruikt (op elke schoen!) [nummer]. Tevens de code
op de linkerkant van het label, te weten nummer[nummer], is op iedere schoen gebruikt. Bij
originele Nike schoenen wijken deze codes af per model, maat en kleur.
Wat duidelijk wijst op 1 partij schoenen, is dat deze zelfde “tonglabels’ en codering is gebruikt bij alle aangetroffen schoenen op de volgende locaties: locatie K, locatie H, locatie J, locatie E, locatie F.
Bij alle locaties zijn namaak kledingstukken van diverse merken, zoals, G-Star, Replay, Diesel, D&G etc.etc, aangetroffen met dezelfde barcode op het kaartlabel: barcode. . . .[nummer].... Deze zelfde barcode komt terug op iedere locatie. Het is niet conform origineel om deze barcode voor diverse verscheidene merken te gebruiken. De verbondenheid van deze locaties, door het gebruik van deze zelfde codering, is dan ook zeer aannemelijk.
Foutieve, zwarte verpakking:
De namaak schoenen en slippers van onder andere Prada, Gucci, Dior, D&G, zijn in zeer grote aantallen aangetroffen, met dezelfde, foutieve, verpakking. De diverse merken zullen nooit dezelfde verpakking gebruiken als hun concurrenten. Dezelfde schoenen en/of slippers zijn aangetroffen op de volgende locaties: A, B, F, E, J, K en in de boxen op locatie[adres] ([naam 1]).
Veel dezelfde soort namaak producten op de diverse locaties.
Als voorbeelden: G-Star, D&G, Moncler, Bjorn Borg en Pall Mall:
Voorbeeld 1: G-Star
G-Star namaak producten zijn op iedere locatie gevonden. Deze G-Star producten dragen dezelfde, foutieve kaartlabels. Met name de 2 (foutieve) gaatjes op de kaartlabels is een sterke indicatie dat deze shirts uit eenzelfde partij komen.
Voorbeeld 2: D&G
Op locaties I, K, J, E F en locatie[adres] ([naam 1]) zijn dezelfde soort D&G jeans aangetroffen, de waslabels zijn foutief, deze zelfde foutieve waslabels zitten in iedere D&G jeans bij alle eerder genoemde locaties.
Voorbeeld 3: Moncler
De aangetroffen jassen van Moncler dragen allemaal een foutief kaartlabel en foutief
bevestigingskoordje, deze jassen zijn aangetroffen op locaties:l, K, J, E en[adres] ([naam 1]).
Voorbeeld 4: Bjorn Borg
Op diverse locaties zijn dezelfde namaak boxershorts (2-pack) aangetroffen met op alle locaties het gebruik van dezelfde foutieve stickers larde ipv large (locatie: I, J, F, Eindhoven en[adres] ([naam 1]).
Voorbeeld 5: Pall Mall/PME Legend
Locatie I, F, E dezelfde shirts, op overige locaties andere Pall Mall producten aangetroffen met dezelfde, foutieve labels (t-shirts, vesten).
Extra opmerking: het witte bevestigingskoordje komt niet overeen met de originele bevestigingskoordjes.
Dit koordje komt op alle locaties voor (zie ook ander voorbeeld 3: Moncler).
Tevens is het niet mogelijk dat de diverse betrokken merken eenzelfde bevestigingskoordje gebruiken.
Uit alle bovenstaande voorbeelden kan ik concluderen dat er een zeer sterke indicatie is dat de
diverse locaties verbonden zijn met elkaar, dan wel door de zelfde leverancier bevoorraad zijn.”
Bingh advocaten heeft namens Hugo Boss vastgesteld dat de in beslag genomen “Hugo Boss”-shirts falsificaties zijn en zij heeft namens de merkhouder Hugo Boss aangifte gedaan ter zake van merkeninbreuk voor de aangetroffen goederen die gezien hun logo afkomstig zouden zijn van Hugo Boss.
“De shirts zijn falsificaties omdat:
- de betreffende goederen geen onderdeel uitmaken van de collectie van Hugo Boss;
- het Hugo Boss logo niet overeenkomt met de wijze waarop het beeldmerk door Hugo Boss wordt gebruikt.
- de kwaliteit in het algemeen niet overeenkomt met de kwaliteit van de producten van Hugo Boss.
- de algemene indruk niet overeenkomt met de kwalitatieve maatstaven van Hugo Boss.
Op grond van de algemene indruk en de specifieke details is komen vast te staan dat het counterfeit producten betreft.”47.
De verklaringen van de verdachten
Enkele verdachten hebben ten aanzien van (voornamelijk hun eigen rol in) de ten laste gelegde feiten een verklaring afgelegd.
Twee verdachten hebben ter terechtzitting alsnog verklaard, maar die verklaringen gelden enkel in hun eigen zaak en zullen dan ook alleen daar betrokken worden in de beoordeling van de feiten.
[verdachte]
De beschuldiging in feit 1 klopt.48.
Ik heb aangegeven dat ik een merkkledingverkoper ben. Ik zeg u dat ik wel merkkleding heb verkocht. Ik weet dat het illegale shirtjes waren die ik verkocht.49.
Degenen die mij hielpen zijn mijn broertje, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6], maar daarnaast zijn er nog drie medeverdachten en ik zeg u dat jullie ons vieren en de andere drie verdachten op een hoop hebben gegooid, waardoor wij vieren, ikzelf, mijn broertje, [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3], dingen in de schoenen geschoven krijgen van de andere drie medeverdachten en andersom. We verkochten alleen maar merkkleding, we waren alle vier deelnemers in de verkoop van merkvervalste goederen, zonder dat er iemand van ons leidinggevende of baas was.
Ik denk dat we het allemaal zo zien, ook [medeverdachte 3], ook [medeverdachte 6], ook mijn broertje, we zien ons niet als organisatie, omdat er geen leidinggevende was. Ik wil alleen duidelijk stellen dat niet die hele 20.000 kilo in mijn schoenen geschoven kan worden, omdat niet alle kleding uit locaties is weggehaald die van mij waren.50.
[medeverdachte 2]
Ik ben betrokken bij handel in merkvervalste kleding.51.Ik word wel eens [O] genoemd door andere mensen.52.Wij hebben een administratieboek thuis.
Daar staat in wat er binnen komt qua geld en goederen wat er verdiend wordt en wat de schuld is. Het komt er wel op neer dat de verkoper de prijs voor ons bepaalt. Het staat allemaal in het administratieboekje. Vaak komt er iedere week een lading binnen. Het administratieboekje ligt in mijn [bijnaam] zijn slaapkamer.[nummer] is mijn nummer.53.Ik leen mijn telefoons niet uit.54.
Het is begonnen drie jaar geleden toen mijn [bijnaam] de inval van de politie kreeg op de [adres] in Utrecht. Toen kreeg hij een schuld bij zijn leveranciers en die legden een enorme druk op hem om zijn schuld te betalen. Hij was toen enige tijd gestopt, maar wij hebben moeten besluiten om de handel weer op te pakken.55.
Bijlage D-084 is het (zwarte) administratieboekje.56.
Ik ben me ervan bewust dat de kleding die ik verkoop merkvervalst is. Als de klant ernaar vraagt vertel ik hem eerlijk dat hij merkvervalste artikelen bij mij koopt. Daarnaast kan hij het weten omdat de prijs lager is dan waar de echte merkartikelen voor koopt.
[naam 1], [adres][woonplaats] is niet een van onze opslagplaatsen.57.
Als [verdachte] mij nodig had, dan hielp ik hem. In het begin was dat misschien 1 keer in de week of 1 keer in de 2 weken en het laatste half jaar hielp ik hem zeker 1 keer in de week en als er spullen binnenkwamen. Ik was eigenlijk gewoon verkoper van die kleding. Alle klanten kwamen via mijn [bijnaam] binnen. Ik bepaal niet zelf verkoopprijzen. Het laatste half jaar had ik een telefoon van mijn [bijnaam]. Ik maakte weleens gebruik van telefoonnummer [nummer].
Op de vraag “Ben jij toch niet de persoon die zich [O] noemt in deze Marktplaats advertentie (D-064)” antwoord ik: “Dat zou best kunnen”.58.
[nummer] is de telefoon van mijn [bijnaam]. Deze gebruikte ik het laatste half jaar.
U vraagt mij vanaf wanneer ik ben begonnen met het verzenden van sms-berichten over de kleding die verkocht werd. Ik verzond niet iedere week sms-berichten, mijn [bijnaam] deed dat ook. Als [verdachte] het mij vroeg, dan deed ik het. Ik sloot het sms-bericht af met de naam [O].
Ik verzond deze berichten namens mijn [bijnaam] [verdachte]. [verdachte] bepaalde de inhoud van de berichten met de aanbiedingen. Iedereen in de contactenlijst van die telefoon kreeg een bericht (begint met 422).
Sommige mensen belden dan meteen terug om te vragen naar de aangeboden goederen. Ik deed niet de bestellingen. Ik hoef niet te zeggen wie de bestellingen deed. Ik wist niet wat er binnen kwam en [verdachte] ook niet.59.
Het handschrift op pagina 41 van het administratieboekje is van [verdachte].60.
[medeverdachte 6] is via mijn [bijnaam] [verdachte] bij de handel betrokken. Ik noemde me [O] om niet privé lastig gevallen te worden. Ik wist dat we met merkvervalste kleding bezig waren sinds de loods op de [adres] in Utrecht is leeggehaald. Ik wist wel dat het niet mocht wat wij deden. Wij wilden zo weinig mogelijk mensen bij de loodsen omdat er veel gepraat wordt.61.
Ik heb altijd vanuit één ruimte verkocht. Hoe de kosten werden betaald, moet u [verdachte] vragen. Ik heb wel eens huur contant betaald aan de verhuurder als [verdachte] mij dit vroeg. Dan betaalde ik de huur van de loods van waaruit ik verkocht.62.
[medeverdachte 3]
Mijn rol is in het geheel niet zo groot.63.
[medeverdachte 5]
Ik word aangesproken met [M].64.
Ik rijd sinds een maand in een Volkwagen Polo met kenteken[kenteken]. Daarvoor had ik een zwarte Peugeot met kenteken[kenteken]. Daarvoor reed ik in een Opel Astra met kenteken[kenteken]. Daarvoor had ik een Golf 5 met kenteken[kenteken]. Ik leen mijn auto’s niet uit.65.
[medeverdachte 4]
Ik heb aan merkhouder Gaastra een boete moeten betalen van ongeveer € 3.000,00 omdat ik vervalste kleding van Gaastra en McGregor heb verkocht in 2008.66.
[medeverdachte 7]
Ik heb de naam [X] wel eens gehoord van een andere jongen die in het magazijn werkte. Dit magazijn was in[woonplaats] en het was een opslaglocatie van [naam 1]. Hier lag kleding opgeslagen, ook van G-Star en het lag in dozen. Ik kwam daar bijna nooit want mijn rol was alleen maar het rijden tussen de opslagloodsen.
Ik doe het werk sinds een maand niet meer. Ik kreeg het idee dat er dingen niet klopte en ik was ook bang dat er op een gegeven moment andere dingen in mijn bus zouden liggen zoals bijvoorbeeld drugs. Zij hebben ook tegen mij gezegd dat als we gepakt zouden worden alleen de kleding in beslag genomen zou worden.
Het laden van de bus deed ik samen met iemand die in de loods aan het werk was. Het lossen deed ik samen met de klanten. Ik ben ongeveer 3 maanden geleden met dit werk begonnen en ik doe het niet meer sinds een maand. Als er werk was werd ik gebeld door [M], dit is iemand die in Utrecht in het magazijn werkte.67.
Het werk hield in kleding rijden van de loodsen naar de klanten voor € 700,00 per maand. Ik kreeg geld om een bus te huren in [woonplaats] bij[naam 1]. Ik reed dan naar Utrecht waar de kleding werd geladen.
Bij de opslag van [naam 1] waren twee jongen die dan een adres in de Tom Tom invoerden waar ik naartoe moest rijden. Dit was altijd een plek een paar straten van de plek af waar ik eigenlijk moest zijn. Ik kreeg te horen dat ik niet met de klanten mocht praten. Ik leende de bus niet uit. Als ik twee dagen achter elkaar moest werken, nam ik bus mee naar huis. Ik heb meerdere malen een auto gehuurd in opdracht van [M].68.
Ik reed met de bus heen en weer tussen de opslag en de klanten. Ik had in het begin niet door dat het om merkvervalste kleding ging, maar later kreeg ik het idee dat er iets niet klopte. Men deed geheimzinnig en er werden alleen bijnamen genoemd.69.
Ik heb ook wel eens in de omgeving van [woonplaats] dozen geladen bij een loods. Ik moest spullen in de omgeving van Utrecht en[woonplaats] wegbrengen. Ik heb ook wel eens gelost in een opslagbox in [woonplaats]. Als ik moest lossen, vertelden die mensen daar wat ik moest doen.
De bus huurde ik ook wel ergens in[woonplaats]. Ik bracht altijd grotere partijen weg vanuit Utrecht naar de klanten. Dit waren niet een paar dozen, maar altijd veel meer.70.
Ik heb van 16 tot en met 19 maart 2011 een auto gehuurd met kenteken [kenteken] bij de firma [firma]. Deze auto heb ik gebruikt voor het wegbrengen van kleding naar klanten.
Ik herken de persoon op de foto (D-05071.) als de persoon waarvan ik wel eens een Tom Tom heb gekregen om naar loodsen te rijden.
Ik heb van 10 tot en met 11 mei 2011 een Mercedes Sprinter gehuurd met kenteken [kenteken] en van 19 mei tot en met 21 mei 2011 een Mercedes sprinter met kenteken [kenteken] voor het afleveren en ophalen van kleding.72.
Ik herken mijzelf op de foto’s (D-169 en 170) als degene die in de Peugeot (met kenteken[kenteken])73.stapt. De Peugeot was van dezelfde persoon als degene die mij de Tom Tom gaf.74.
In reactie op foto’s uit Observatie 019a75.verklaar ik dat de man op de foto de chauffeur is van de witte vrachtwagen. In de witte vrachtwagen zaten dozen met spullen die uit een container kwamen. De spullen zijn overgeladen door vier andere personen.
Wij zijn naar een loods in Utrecht gereden waar wij hebben de spullen hebben gelost en wij zijn teruggereden naar Zaandam. Ik heb toen weer spullen geladen uit een loods, ongeveer 10 a 15 dozen. Deze spullen moest ik naar een plaats in de buurt van Utrecht brengen.
Ik heb op de volgende data iedere keer een Mercedes Sprinter gehuurd voor het ophalen en afleveren van kleding:
- 24 mei tot en met 25 mei 2011: kenteken [kenteken] bij[naam 1]
- 7 tot en met 9 april 2011: kenteken [kenteken] bij firma [naam 1]
- 13 tot en met 15 april 2011: kenteken[kenteken] bij[naam 1]
- 20 tot en met 22 april 2011: kenteken [kenteken] bij[naam 1]
- 28 tot en met 30 april 2011: kenteken [kenteken] bij[naam 1]
- 6 tot en met 8 juni 2011: kenteken [kenteken] bij[naam 1].76.
Doorzoekingen
Tijdens het onderzoek zijn onder meer de volgende objecten doorzocht:
- [adres] te[woonplaats] (woning [verdachte], [medeverdachte 2] en[medeverdachte 3]). Object A
-[adres] te[woonplaats] (woning[medeverdachte 1] en verblijfplaats [medeverdachte 4]). Object B
- [adres] te[woonplaats] (woning [medeverdachte 6]). Object C
- [adres] te[woonplaats] (woning[medeverdachte 1]). Object M
- [adres][woonplaats] (woning [medeverdachte 5]). Object D
- [adres] te[woonplaats] (verblijfplaats[medeverdachte 1]). Object L
- [adres] te [woonplaats] (loods bij een particulier). Object E
- [adres] te [woonplaats] (loods bij een particulier). Object F
- [adres] te [woonplaats] (loods bij een particulier). Object G
- [adres] te[woonplaats] (loods bij een particulier). Object H
- [adres]te[woonplaats] ([naam 1] BV.). Object I
- [adres] te [woonplaats] (Selfstorage [naam 1] B.V.). Object J
- [adres]te[woonplaats] ([naam 1] BV.). Object K
- [adres] te[woonplaats] ([naam 1] B.V.). Object V
- [adres] te[woonplaats]. Object X
- [adres] te[woonplaats]. Object [Y].
Per object zal hierna worden besproken wat er tijdens de doorzoekingen is aangetroffen aan merkvervalste kleding, parfum en schoenen en welke verdachten hierbij betrokken zijn en op welke wijze.
Doorzoekingen loodsen
[adres] te[woonplaats] - Object [Y]
Op 1 februari 2011 is deze loods doorzocht. In deze opslagplaats is in totaal ruim 7100 stuks kleding, 25 paar schoenen en bijna 1500 eenheden parfums c.q. cosmetica aangetroffen en in beslag genomen. Het betrof diverse merken zoals Lacoste, G-Star, Replay, Bjorn Borg, D&G, Calvin Klein, Dior, Givenchy, Armani en Chanel. De loods was tevens ingericht als verkoopruimte.77.
De verhuurder heeft verklaard dat deze opslagplaats verhuurd is vanaf juli/augustus 2010 aan een persoon genaamd [medeverdachte 3] die rijdt in een donkerkleurige Volkswagen Golf en die tussen de 40 en 50 jaar oud is.78.Op de toegangsdeur van de loods is een beveiligingssysteem aangetroffen met in het display de volgende telefoonnummers:[nummer] ([verdachte]) en[nummer] ([medeverdachte 2]).79.
Door de verhuurder is op 25 augustus 2011 bij het tonen van foto’s[medeverdachte 3] aangewezen als de persoon die deze opslagplaats huurde en er gebruik van maakte.
[medeverdachte 6] is hierbij aangewezen als de persoon die wel eens goederen bracht die in de loods werden opgeslagen.80.
[getuige 1], de bemiddelaar bij de verhuur van de opslagplaats, heeft onder meer verklaard:
“Ik verhuurde een tijdje een locatie bij de heer [getuige 2] totdat de huurder direct bij de heer [getuige 2] ging huren. Dit betrof de [Y] in[woonplaats]. Dit was een jaar of twee geleden. De loods aan de [Y] werd echt gebruikt als verkooppunt voor de kleding. De huurder was [bijnaam]. [bijnaam] reed in een dikke BMW. [bijnaam] betaalt de huur. De persoon op de foto (D-022A, [verdachte]) herken ik als [bijnaam]. De persoon op de foto (D-023, [medeverdachte 2]) herken ik als zijn broertje.”81.
In tap A is het volgende telefoongesprek afgeluisterd:
“Gesprekgegevens: [nummer]
Tijdstip: 18-04-11 17:31:10
Beller:[nummer] in gebruik bij [medeverdachte 2]
Gebelde: [nummer] in gebruik bij [medeverdachte 6]
Inhoud:
Beller: Hoe is het?
Gebelde: Lekker, met jou?
Beller: Goed man, lekker weet. Wat ben je aan het doen?
Gebelde: Ik zit in het bushokje naar Haarlem (of iets dergelijks).
Beller: Ken jij een [naam 3] of [naam 3]?
Gebelde: Klant bedoel je? Zou kunnen.
Beiler: Haar vader was vroeger klant bij jou in[woonplaats]. Ik vroeg het. Ja, zei ze bij [H]. Ze wil vanavond komen om zeven uur.
Gebelde: [naam 3] uit[woonplaats]?
Belier: Nee, ze heeft alleen in[woonplaats] gehaald. Ik zou het niet weten.
Beller: Ze had al in de middag gebeld.[nummer].
Gebelde: Ik zal even bellen.”
In tap B is het volgende telefoongesprek afgeluisterd:
“Gesprekgegevens:[nummer]
Tijdstip: 05-05-11 15:33:06
Beller: [nummer] in gebruik bij [verdachte]
Gebelde: [nummer] in gebruik bij [medeverdachte 6]
nn man [nummer] wordt gebeld door nn man [nummer] die zegt dat vrouwtje te kennen vanuit de[woonplaats] tijd. Nn man [nummer] lijkt opgelucht.”
[R] heeft op 21 februari 2011 namens de verschillende merkhouders aangifte gedaan van vervalsing van haar beschermde merken.82.
Container
Op 20 mei 2011 zijn de volgende auto’s op het bedrijventerrein gelegen aan de [adres] te [woonplaats] waargenomen:
- een Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken] ([medeverdachte 7]83.)
- een zwarte Peugeot met kenteken[kenteken] ([medeverdachte 5])
- een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] ([medeverdachte 1])
- een container met nummer [nummer]
- een witte vrachtauto.84.
De container is op 12 april 2011 in Zeebrugge gelost en vervolgens naar Antwerpen verscheept. De container is afkomstig uit China en bevatte 842 cartons schoenen.85.De douane heeft gezien dat de schoenen het logo van[woonplaats] droegen.86.
[medeverdachte 7] is als bijrijder in de Peugeot van [medeverdachte 5] (kenteken[kenteken]87.) gestapt88.en naar de [adres] in [woonplaats] gereden achter de witte vrachtauto aan. Na ongeveer een half uur zijn de auto’s het terrein weer afgereden en zijn teruggegaan naar de [adres] te [woonplaats]. De witte vrachtauto heeft naast de container gestaan en na een uur zijn de auto’s weer naar [woonplaats] gereden.89.
De verhuurder van de opslag aan de [adres]in [woonplaats] heeft het volgende verklaard:
“In mei ben ik persoonlijk benaderd door één van die gasten omdat ze de schuur nog één week wilden huren omdat ze schoenen wilden opslaan.
Ik heb zelf ook de schoenen gezien. Het waren sportieve schoenen. De man die mij benaderde zei mij ook dat het nep nikes waren.
Er kwam soms ook een persoon met een grote BMW. Ik had het idee dat hij de baas was.
Ik had niet het idee dat ze hier met klanten waren en verkochten, het leek meer een opslag te zijn.
De schoenen werden gebracht door een vrachtwagen met een witte cabine.
Ik zag meestal een groen busje dat vaak kleding kwam brengen of halen.
Deze persoon op de foto (D-023, [medeverdachte 2]90.) ken ik, dit is de persoon van de BMW waarvan ik het idee had dat hij de hoofdman was.”91.
Op 20 mei 2011 vanaf het nummer[nummer] ([verdachte]) de volgende SMS-bom uitgestuurd naar ruim 100 telefoonnummers met de volgende inhoud:
Gesprek: [nummer]
Datum: 20-MEI-2011
Tijdstip: 20:00:31
Telefoonnummer: [nummer]
Ink./ Uitgaand: U
Inhoud gesprek
Hey key. 10 modellen Nikes 90. Verschillende kleuren!
Op is op! Gr.[bijnaam]!92.
[medeverdachte 1] heeft verklaard:
“Ik ben algemeen directeur van [naam 1] B.V.
[naam 1] B.V. is een souvenirwinkel en is gevestigd aan de [adres].93.”
Op 2 augustus 2011 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de winkel van [naam 1] waar schoenen zijn aangetroffen.94.
Getuige[getuige 3] heeft het volgende verklaard:
“Ik werk bij [naam 1] aan de [adres] in[woonplaats]. Ik had [M] opdracht gegeven om vesten op te halen uit de loods in Uitgeest. Dit had hij gedaan, maar hij heeft tevens deze schoenen (schoenen met hierop drie kruisjes en opschrift[woonplaats]) meegenomen naar de winkel. Ik heb [M] naar de papieren gevraagd. [M] vertelde dat de papieren zouden komen. Ook de directeur[medeverdachte 1] vertelde dat de papieren later zouden komen. Wij hebben de schoenen ongeveer twee maanden in de winkel liggen.
[medeverdachte 1] vertelde mij dat ik de schoenen voor € 25,00 te koop moest aanbieden.”95.
De FIOD heeft op 2 augustus 2011 monsters van de schoenen aan [R] getoond. [R] heeft vastgesteld dat deze schoenen vervalsingen zijn. [R] heeft op 18 augustus 2011 aangifte gedaan van merkvervalsing.96.
[adres] te [woonplaats] - Object E
Op 4 juli 2011 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de opslagplaats gelegen op het perceel aan de [adres] in [woonplaats].97.Tijdens de doorzoeking zijn onder meer 11.965 stuks kleding, waaronder 50 Hugo Boss shirts98., 263 paar schoenen en 200 verpakkingen parfum aangetroffen en in beslag genomen.99.De kleding was verpakt in plastic en werd bewaard in stellingkasten.
Op 6 juli 2011 heeft de FIOD aan [R] monsters laten zien van de in beslag genomen goederen.
[R] heeft op 22 juli 2011 aangifte gedaan van vervalsing van haar beschermde merken. Het betreft kleding, parfum en schoenen van onder meer Adidas, Armani, Bjorn Borg, Botticelli, Burberry, Chanel, Dior, D&G, Diesel, Ed Hardy, G-Star, La Martina, Lacoste, Moncler, Nike, PME Legend, Polo Ralph Lauren en Replay.100.
Namens Hugo Boss is op 26 juli 2011 aangifte gedaan van vervalsing van het door haar beschermde merk.101.
Getuige [getuige 4] heeft het volgende verklaard:
“Ik verhuurde de loods vanaf december 2010/januari 2011 aan [bijnaam]. Hij was tussen de 30 of 40 jaar oud. Ik heb de huurpenningen van een andere man ontvangen. Dit was een donkere man met een Indisch uiterlijk tussen de 25 en 30 jaar. Beide kort zwartachtig haar. [bijnaam] zag ik zelden of nooit en die andere man zag ik iets vaker. Die jongen van wie ik de huur ontving had een donkerkleurige BMW.102.Ik ontving de huurpenningen van de jongen op foto D-023.103.Ik ben er voor 90% zeker van dat de jongen op foto D-022A [bijnaam] is.”104.
D-022A is een foto van [verdachte].105.
D-023 is een foto van [medeverdachte 2].106.
Op een display dat was verbonden met de alarminstallatie in de loods stond het nummer[nummer] vermeld.107.Dit nummer wordt gebruikt door [verdachte].
Observatie
Op 29 april 2011 is om 13:14 uur een witte bedrijfswagen merk Mercedes Benz type Sprinter met de tekst “Blue Rent” met kenteken [kenteken] (hierna te noemen: de Sprinter) het terrein op komen rijden. Dit is een van de auto’s die door [medeverdachte 7] is gehuurd.108.
De Sprinter wordt vervolgens om 13:51 uur gezien op het terrein van [naam 1] aan de [adres] in [woonplaats]. De Opel Astra met kenteken[kenteken] van [medeverdachte 5] wordt hier ook gezien rond 13:55 uur.109.
Camerabeelden
Er zijn camera’s geplaatst gericht op de toegang van het terrein van 31 maart 2011 tot 4 juli 2011.
De volgende auto’s zijn waargenomen:110.
- De Volkswagen Golf van[medeverdachte 3] met kenteken[kenteken] in de periode van 10 april 2011-2 juni 2011: 36 keer.
- De blauwe BMW (3-serie) met kenteken [kenteken] van [medeverdachte 2] in de periode van 4 april 2011-2 juli 2011: 125 keer
- De zwarte BMW (5-serie) met kenteken [kenteken] van [verdachte] in de periode van 3 april 2011-13 mei 2011: 25 keer.
- De Mitsubishi met kenteken [kenteken] van [medeverdachte 6] in de periode van 4 april 2011-10 juni 2011: 38 keer.
- De door [medeverdachte 7] gehuurde auto’s met kenteken[kenteken], [kenteken], [kenteken], [kenteken], [kenteken] en [kenteken]: 18 keer.
Uit tap B ([verdachte]) komt het volgende sms-bericht:
Gesprek[nummer]
Datum 07-APR-2011
Tijdstip 16:14: 20
Telefoonnummer [nummer]
Uitgaand U
Hoi,bjorn borg boxers. 9 shirts:gstar, replay,stone
Island, Lacoste polo.dames : 2mis Sixty.
3broeken: 2gstar, dames: replay. ANBIEDING:30 broeken:15 euro. Gr. [bijnaam]111.
[getuige 5] heeft het volgende verklaard:
“Ik heb één telefoon [nummer]. Ik verkoop Bjorn Borg boxers van Marktplaats. Ik heb een aantal nummers van mensen die nepkleding verkopen. Ik ken [bijnaam]. Dit is de persoon op foto D-022A en de persoon op foto D-023 is het broertje van [bijnaam]. De man op foto D-053 is [medeverdachte 3]. Ik heb [bijnaam] en [medeverdachte 3] in de loods in [woonplaats] gezien als ik daar mijn spullen kwam ophalen. In de anderhalf jaar dat ik heb gehandeld op marktplaats zal ik ongeveer vijf doosjes à 100 boxers hebben afgenomen. Een sms-bericht zoals van 7 april 2011 ontving ik wekelijks.”112.
In tap B ([verdachte]) is het volgende telefoongesprek met [getuige 5] afgeluisterd:
Gesprek[nummer]
Datum 18-APR-2011
Tijdstip 15:43:19
Telefoonnummer [nummer]
Inkomend gesprek
Inhoud gesprek
WGD [J].
[J] zegt tegen de gebelde dat hij 6 Bjorn Borgdozen wil. [J] komt deze morgen of overmorgen ophalen na overleg met zijn baas. [J] zegt dat hij het vanavond even laat weten.113.
In tap A ([nummer], [medeverdachte 2]) is het volgende gesprek afgeluisterd:
Gesprek[nummer]
Datum 15-APR-2011
Tijdstip 15:55:58
Telefoonnummer [nummer]
Inkomend gesprek
[C]: is het goed als ik zo dadelijk langskom? [O]: ja natuurlijk. [C]: is het goed als ik er 50 op de bon meeneem? [O]: ja is geen probleem. [C]: ja want ik ben helemaal blut. Ik kom vanaf[woonplaats]. Over een half uurtje ben ik er.114.
[getuige 6] heeft het volgende verklaard:
“Mijn telefoonnummer is [nummer]. Ik heb merkvervalste goederen gekocht. Ik belde dan met nummer[nummer]. Ik vertelde mijn klanten altijd dat het nepkleding was. De man op de foto D-53 ken ik als [medeverdachte 3]. Sinds maart 2011 verkoop ik deze shirts. Ik ging regelmatig bij de [adres] langs. Ik kocht alleen als zij mooie shirts hadden. Ik schat dat ik maandelijks 100 stuks afnam, dus het zal tussen de 350 en 500 stuks zijn.
In reactie op het mij voorgehouden telefoongesprek d.d. 15 april 2011 om 15:55 uur antwoord ik: Ik heb toen alleen shirtjes meegenomen. Ik was in[woonplaats] geweest, daar had ik mijn geld uitgegeven. Omdat ik toch langs [woonplaats] kwam ging ik er even kijken. Daarom had ik even krediet nodig. Ik betaalde € 5,50 per shirt.”115.
[adres] te [woonplaats] - Object F
Op 4 juli 2011 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de opslagplaats gelegen op het perceel aan de [adres] in [woonplaats]. De opslagruimte was ingericht als verkoopruimte. Langs de wanden bevonden zich diverse stellingen waarin een hoeveelheid kleding was opgeborgen. Op de vloer waren enkele basale displays gemaakt waarop eveneens kleding was uitgestald.116.
Er zijn 2519 stuks kleding (waaronder 40 t-shirts voorzien van het merk Hugo Boss117.) en 52 paar schoenen van diverse merken aangetroffen.118.
[R] heeft op 22 juli 2011 aangifte gedaan van merkvervalsing van haar beschermde merken.119.
Namens Hugo Boss is op 26 juli 2011 aangifte gedaan van vervalsing van haar beschermde merk ten aanzien van 40 t-shirts voorzien van het merk Hugo Boss.120.
De verhuurder van de loods heeft het volgende verklaard:
“[medeverdachte 3] kwam hier lang om te vragen of hij hier kleding mocht opslaan. Hij is hier op 1 februari 2011 geweest en heeft vanaf dat moment boxen gehuurd. Hij heeft twee boxen erbij gehuurd vanaf maart 2011.
Ik ken de persoon op foto D-053 (foto van[medeverdachte 3]121.). Dat is [medeverdachte 3]. De persoon op foto D-22A (foto van [verdachte]122.) heb ik één of twee keer samen gezien met [medeverdachte 3].”123.
Taps
Op 19 april 2011 omstreeks 10:54 uur is er een sms-bericht verstuurd vanaf het nummer in gebruik bij [medeverdachte 2] ([nummer]) met de volgende inhoud:
“[woonplaats], [adres].”124.
Op 19 april 2011 om 12:51 uur wordt [verdachte] door [medeverdachte 2] gebeld en vindt er het volgende gesprek plaats:
Gesprek[nummer]
Datum 19-APR-2011
Tijdstip 12:51:27
Telefoonnummer [nummer]
Ink./Uitgaand: Inkomend
Inhoud gesprek
Nn man [nummer] wordt gebeld door nn man [nummer]. Nn man [nummer] vraagt waar nn man [nummer] is. Deze is onderweg naar [woonplaats] om naar een klant te ontvangen die shirtjes wil hebben. Nn man [nummer] heeft nl zelf geen shirtjes meer. Nn man [nummer] zegt dat om 14.00 uur [J] daar ook komt en dat Mou.... (niet te verstaan) daar ook komt. Die kennen elkaar en mogen elkaar niet zien. [naam 5] (fon) komt een aanbetaling doen.
Ze spreken af dat [naam 5] opgevangen zal worden bij de benzinepomp door nn man [nummer] en dat die de betaling in ontvangst zal nemen. Nn man [nummer] kan dan [J] afhandelen.125.
Op 20 april 2011 omstreeks 18:07 uur vindt het volgende telefoongesprek plaats tussen het nummer in gebruik bij [medeverdachte 2] ([nummer]) en [nummer]([medeverdachte 3]):
[O] wordt gebeld door nn man [nummer]. Nn man [nummer] gaat eerst de fiets van mama maken, anders krijgt hij weer gezeur van haar vanavond. Verder gesprek over voorraad shirts die nn man [nummer] nog in voorraad heeft terwijl [O] bijna niets meer heeft en hoe ze dat gaan oplossen. Spreken elkaar mogelijk nog in [woonplaats].”126.
Op 29 april 2011 omstreeks 17:14 uur vindt het volgende gesprek plaats tussen [nummer] ([verdachte]) en Nn man:
(…) Ze spreken af voor zondagmiddag rond 3 uur, dan komt de NN man langs met zijn vrienden. Nn man vraagt naar het adres. [bijnaam] zegt dat het in [woonplaats] is maar dat hij het adres nog wel krijgt. De NN man vraagt wat de prijs is van de Adidas pakken. [verdachte] zegt dat ze dat later bespreken, hij is nu niet alleen en kan niet open praten. (…)”127.
Op 15 juni 2011 omstreeks 13:01 uur vindt het volgende telefoongesprek plaats tussen[nummer]([verdachte]) en [nummer] ([medeverdachte 6]) waarin [verdachte] met [medeverdachte 6] belt.
“(…) beller: je moet zijn op[adres] met als plaatsnaam [woonplaats] (regio Utrecht) voor afspraak over 1 uurtje. Hebben jullie nog genoeg broeken?
gebelde: spijkerbroeken? spijkerbroeken niet man.
beller: kom anders even de sleutel halen zo man, want ik heb daar nog broeken van [FF] liggen weet je, als die hek zo open doet.
gebelde: maar ik krijgt zo ook nog een klantje. Hoe laat komt jouw klant?
beller: die komt over een uur, hij is net vertrokken uit den haag.
gebelde: trouwens weet je[W] was er laatst weer op marktplaats met[JJ] samen
beller: zij werken samen.
gebelde: ik kom er zo aan.
beller: is goed yo.”128.
Observatie
Tijdens observatie 011 is op 4 mei 2011 rond 17:18 uur waargenomen dat de Mitsubishi van
[medeverdachte 6] (kenteken [kenteken]) en de op naam van [medeverdachte 7] gehuurde bestelbus met kenteken [kenteken] naar de opslagplaats aan de [adres] in [woonplaats] zijn gereden en dat uit de bus enkele dozen zijn gelost en daar zijn opgeslagen.129.De Mitsubishi van [medeverdachte 6] is om 19:19 uur weer teruggekomen op de [adres] in [woonplaats].130.
[adres] te [woonplaats] - Object G
Op 4 juli 2011 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in een opslagplaats gelegen op het perceel aan de [adres] in [woonplaats] ([woonplaats]).131.Deze loods was op een stapel lege dozen na, leeg.
Op de lege dozen stond geschreven: “kleding en boxers”.132.
De eigenaar van de opslagplaats heeft het volgende verklaard:
“Via [getuige 1] heb ik deze opslagloods van 1 februari 2011 tot en met mei 2011 verhuurd aan personen die er kleding in opgeslagen hebben.
Er kwam soms ook een persoon met een grote BMW. Ik had het idee dat hij de baas was.
Ik had niet het idee dat ze hier met klanten waren en verkochten, het leek meer een opslag te zijn.
Ik zag meestal een groen busje dat vaak kleding kwam brengen of halen.
Deze persoon op de foto (D-023, [medeverdachte 2]133.) ken ik, dit is de persoon van de BMW waarvan ik het idee had dat hij de hoofdman was. De persoon op de foto (D-028, [medeverdachte 6]134.) komt me wel bekend voor. Bij nader inzien denk ik dat ik hem wel eens heb gezien. Ik denk dat hij de persoon is die ik regelmatig in dat groene busje zag rijden.”135.
[getuige 1], de bemiddelaar bij de verhuur van de opslagplaats, heeft onder meer verklaard:
“Ik verhuurde een locatie bij de heer [getuige 2] totdat de huurder direct bij de heer [getuige 2] ging huren. De huurder was [bijnaam]. De [adres]was puur de opslag. [bijnaam] reed in een dikke BMW. Het broertje van [bijnaam] kwam altijd de huur betalen. De persoon op de foto (D-022A, [verdachte]) herken ik als [bijnaam]. De persoon op de foto (D-023, [medeverdachte 2]) herken ik als zijn broertje.”136.
Taps
Tussen het nummer in gebruik bij [verdachte] ([nummer]) en het nummer in gebruik bij [medeverdachte 6] ([nummer]) heeft op 14 mei 2011 om 21:02 uur het volgende gesprek plaatsgevonden ([verdachte] belt [medeverdachte 6]):
“Gesprek: [nummer]
Datum: 14-MEI-2011
Tijdstip: 21:02:23
Telefoonnummer [nummer]
Ink./ Uitgaand: U
Inhoud gesprek
Beller: Gelukt?
Gebelde: Volgens mij heb ik het adres wel, maar niet het huisnummer.
Beller: Wat denk je dat het adres is?
Gebelde: [adres]. Ik kan je wel smsen. (…)
Beller: Misschien heb ik daar al genoeg aan. Dan kan die huisnummer evt. morgen. Ik bel je zo terug. Maar weet je zeker dat het die adres is.
Gebelde: Ja, mijn telefoongids geeft het aan.
Beller: Ik wil het 100% weten. Het moet niet 99%-, maar 100%.
Gebelde: Het is één straat, man. (overgeslagen) Ik heb ook [medeverdachte 3] gebeld. Ik heb hem gevraagd of hij in de Tomtom in de auto wil kijken. Hij gaat in de tomtom kijken.”
Vervolgens heeft om 21:07 uur tussen het nummer in gebruik bij [verdachte] ([nummer]) en het nummer in gebruik bij [medeverdachte 2] ([nummer]) het volgende gesprek plaatsgevonden ([medeverdachte 2] belt [verdachte]):
Gesprek:[nummer]
Datum: 14-MEI-2011
Tijdstip: 21:07:06
Telefoonnummer: [nummer]
Ink./ Uitgaand: I
Inhoud gesprek
Gebelde: Die adres van die auto, wat was dat ook al weer? Die ouwe.
Beller: Ik weet die adres niet. Ik heb die adres nooit geweten.
Gebelde: [adres], kan dat?
Beller: Zegt me niks. Ik ga effe in de auto kijken. In mijn navigatie. Ik bel je zo terug.
Gebelde: Kijk effe snel. Die ene is onderweg naar mij. Zij moeten het vandaag weten.
Beller: Voor wat dan? Die nikies?
Gebelde: Ja. We moeten het adres nu al doorgeven.
Beller: Ik bel je over 2 minuutjes terug. Ik kijk even in de auto.
Gebelde: Ik moet het exacte adres hebben, ook met het huisnummer.
Beller: Dat weet ik niet zeker. Ik weet niet het huisnummer.
Gebelde: Check effe. Misschien dat ik die huisnummer morgen kan doorgeven.137.
Om 21:08 uur is door het nummer van [medeverdachte 6] het volgende sms-bericht verstuurd naar het nummer van [verdachte]:
“Gesprek: [nummer]
Datum: 14-MEI-2011
Tijdstip: 21:09:01
Telefoonnummer: [nummer]
Inhoud gesprek: [adres]ik denk nummer [nummer] maar adres is 100procent zeker.”138.
Observaties
Op 4 mei 2011 is waargenomen dat om 17:48 uur de BMW van [medeverdachte 2] en de Mitsubishi van
[medeverdachte 6] bij de opslagplaats aan de [adres] te [woonplaats] ([woonplaats]) staan. Uit de bus worden enkele dozen gelost. Verder is gezien dat bij deze opslagplaats de auto met het kenteken[kenteken] ([medeverdachte 3]) is komen aanrijden, terwijl de beide eerder genoemde auto’s bij deze opslagplaats staan. Hierna is de bestelbus Mitsubishi naar de opslagplaats aan de [adres] te[woonplaats] gereden en heeft aldaar dozen gelost om 18:15 uur. Deze Mitsubishi is weer teruggereden naar de [adres] te [woonplaats] om 18:39 uur, waar grote dozen in de bus zijn gezet. Daarna zijn de Mitsubishi bus en de BMW weer vertrokken.139.
Op 20 mei 2011 zijn [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] naar de opslagplaats aan de [adres] in [woonplaats] gereden.140.
[adres] te[woonplaats] - Object H
Op 4 juli 2011 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de opslagplaats gelegen op het perceel aan de [adres] in[woonplaats].
Er zijn 202 dozen met merkkleding, twee dozen met laarzen en 660 eenheden parfum van diverse merken in beslag genomen.141.
[R] heeft op 22 juli 2011 aangifte gedaan van merkvervalsing van haar beschermde merken.142.
De verhuurder van de opslagloods heeft het volgende verklaard:
“De loods is vanaf mei 2011 gehuurd door [S]. De persoon op de foto (D-023) heeft bijna zeker de huur en de borg betaald.”143.
Taps
Op 3 mei 2011 omstreeks 18:38 uur vindt het volgende telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6]:
“Gesprek 310048004
Datum 03-MEI-2011
Tijdstip 18:38:41
Telefoonnummer [nummer]
Ink./ Uitgaand: U
Inhoud gesprek:
nn man [O] (sh) [nummer] belt uit naar nn man [nummer]. Nn man kan naar [woonplaats] komen. “Hij is broeken halen, gaat naar[woonplaats],[woonplaats] en komt terug tijdens de voetbal, gaat heen en weer rijden. [O] gaat ook naar [woonplaats]. Spreken elkaar.”144.
Observatie
Op 4 mei 2011 is waargenomen dat de Mitsubishi bestelbus van [medeverdachte 6] naar de opslagplaats aan de [adres] te[woonplaats] is gereden en aldaar dozen heeft gelost om 18:15 uur.
Deze Mitsubishi is weer teruggereden naar de [adres] te [woonplaats] om 18:39 uur, waar grote dozen in de bus werden gezet. Daarna zijn de Mitsubishi bus en de BMW weer vertrokken.145.
[adres]te [woonplaats] - Object I
Op 4 juli 2011 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in Units [nummer] en [nummer] van de opslagplaats gelegen op het perceel aan de [adres]in [woonplaats]. Deze units waren rechtstreeks verbonden met een aantal andere boxen.
Bij deze doorzoeking zijn 17.382 stuks kleding (waaronder 200 shirts voorzien van het merk Hugo Boss146.), 1279 paar schoenen en 2085 eenheden parfum van diverse merken aangetroffen. Ook zijn op deze locatie zeven schrijfblokken aangetroffen met daarin aantekeningen die wijzen op aan- en/of verkoop van kleding, schoenen en parfums.147.
[R] heeft op 22 juli 2011 aangifte gedaan van merkvervalsing van haar beschermde merken.148.
Namens Hugo Boss is op 26 juli 2011 aangifte gedaan van vervalsing van het door haar beschermde merk ten aanzien van de 200 t-shirts voorzien van het merk Hugo Boss.149.
Op schrijfblok D-101 is een vingerafdruk van[medeverdachte 1] aangetroffen.150.
Tevens is op een van de schrijfblokken (D-097) een vingerafdruk van [medeverdachte 5] aangetroffen.151.
De verhuurder van de opslagplaats heeft het volgende verklaard:
“De betreffende boxen zijn vanaf 18 maart 2008 gehuurd door de heer[Getuige].152.
De huur werd altijd contant betaald aan de balie.153.
De persoon op de foto (D-037,[medeverdachte 1]) ken ik van gezicht. Hij heeft mij wel eens contant de huur betaald aan de balie.154.
Op camerabeelden van de opslagloods is het volgende te zien:
Op 28 april 2011 komt [medeverdachte 4] om 16:29 uur de opslagplaats binnen.155.
Op 1 juli 2011 om 20:47 uur wordt[medeverdachte 1] herkend als een van de personen die de opslagplaats binnengaat.156.
Om 20:47 uur op 1 juli 2011 vermeldt het gebeurtenissen-overzicht van [naam 1] [woonplaats] toegang tot de ruimtes: 3301, 3719 met de code op naam van[Getuige].157.
Observaties
Op 28 april 2011 rond 13:51 uur komt de witte Mercedes Benz type Sprinter met kenteken [kenteken] (gehuurd door [medeverdachte 7]) het terrein van de opslagplaats oprijden. Om 13:55 uur rijdt de Opel Astra met kenteken[kenteken] ([medeverdachte 5]) het terrein af.158.
Op 13 mei 2011 om 14:37 uur rijdt de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] ([medeverdachte 1]) het terrein van de opslagplaats af.159.
Op 1 juli 2011 om 20:47 uur wordt[medeverdachte 1] gezien als hij de opslagplaats binnengaat.160.
[medeverdachte 7] heeft over deze opslagplaats de volgende verklaring afgelegd:
“Ik heb de naam [X] wel eens gehoord van een andere jongen die in het magazijn werkte. Dit magazijn was in Utrecht en het was een opslaglocatie van [naam 1]. Hier lag kleding opgeslagen, ook van G-Star en het lag in dozen. Als er werk was werd ik gebeld door [M], dit is iemand die in Utrecht in het magazijn werkte.
Ik herken de persoon op de foto (D-050161.) als de persoon waarvan ik wel eens een Tom Tom heb gekregen om naar loodsen te rijden.”162.
[adres]te[woonplaats] ([naam 1] BV.) - Object K
Op 4 juli 2011 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in box [nummer] van de opslagloods gelegen op het perceel [adres]in[woonplaats]. Hier zijn 2.089 stuks aan kleding en 586 paar schoenen van diverse merken aangetroffen en in beslag genomen.163.
[R] heeft op 22 juli 2011 namens de verschillende merkhouders aangifte gedaan van merkvervalsing.164.
De beheerder van de opslagplaats heeft het volgende verklaard:
“Box [nummer] is vanaf 1 december 2010 verhuurd aan [D].”
Als telefoonnummer om contact op te nemen met de huurder staat op het huurcontract het nummer[nummer].165.
De assistent-manager bij de opslagloods heeft het volgende verklaard:
“[medeverdachte 4] was de feitelijke huurder van box 6201. Ik kan mij nog herinneren dat [D] samen met ene [medeverdachte 4] binnen is geweest om de boxen op zijn naam te zetten. Ik weet dat het om [medeverdachte 4] gaat omdat hij op zijn eigen naam een box heeft gehuurd. [medeverdachte 4] kwam maandelijks langs om de huurpenningen van de boxen te betalen.166.
Ik heb [D] niet naar de boxen zien gaan. Die [medeverdachte 4] gaat altijd naar de boxen. De persoon op de foto (D-137, [medeverdachte 4]167.) is die [medeverdachte 4] waar ik u over vertelde.
Ik denk dat ik de persoon op de foto (D-146, [medeverdachte 7]168.) hier wel eens gezien heb. Volgens mij in een wit autootje, in een combi, misschien wel van Ford of Opel. De jongen op de foto (D-028A, [medeverdachte 6]169.) zou ik gezien kunnen hebben, volgens mij reed hij in een zwarte Golf. De persoon op foto D-0532/2,[medeverdachte 3]170.) is volgens mij hier ook wel geweest. Ook in een zwarte Golf.”171.
[D] heeft het volgende verklaard:
Mo, een getinte Marokkaanse jongen, vroeg mij eind 2009 of ik een box op mijn naam wilde zetten. Dit was een box in[woonplaats]. Ik kreeg daarvoor vier briefjes van € 50,00.172.
Camerabeelden
Op het beeld van 1 juli 2011 is te zien dat [medeverdachte 4] een contante betaling doet aan het kantoor van [naam 1].173.
Het telefoonnummer[nummer]174.is aangetroffen in een huurovereenkomst van [naam 1], [adres]in[woonplaats] d.d. 31 maart 2011 met ingangsdatum 4 april 2011 met huurder [medeverdachte 4] (box [nummer]).175.
[adres] te [woonplaats] (Selfstorage [naam 1] B.V.) - Object J
Op 4 juli 2011 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in zes opslagruimten van de opslagplaats gelegen op het perceel aan de [adres] in [woonplaats].
Hier zijn 3.771 stuks aan merkkleding, 420 paar schoenen en 186 eenheden parfum (waaronder twee eenheden parfum, een spijkerbroek en 30 shirts, voorzien van het merk Hugo Boss) aangetroffen en in beslag genomen.176.
[R] heeft namens diverse merken op 22 juli 2011 aangifte gedaan van merkvervalsing.177.
Namens merkhouder Hugo Boss is aangifte gedaan van vervalsing van het door haar beschermde merk.178.
[getuige 7]staat vermeld als huurder op de huurcontracten uit 2010 van de betreffende boxen. In het contract wordt als telefoonnummer[nummer] genoemd.179.Dit nummer is aangetroffen in de telefoon van[medeverdachte 1] onder “[B]”.180.
Observatie
Op 13 mei 2011 is om 17:05 uur de Mercedes Sprinter met kenteken[kenteken](gehuurd door [medeverdachte 7]) op het terrein van de opslagplaats gezien.181.
[adres] te[woonplaats] ([naam 1] B.V.) - Object V
Op 21 juli 2011 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in vier boxen van de opslagplaats gelegen op het perceel aan de [adres] in[woonplaats].182.Er zijn 468 stuks kleding en 760 paar schoenen van diverse merken aangetroffen en in beslag genomen.183.
[R] heeft namens diverse merken op 22 juli 2011 aangifte gedaan van merkvervalsing.184.
Op de huurovereenkomst d.d. 8 maart 2011 staat als huurder vermeld: [Z] met als telefoonnummer[nummer].185.
Dit nummer is aangetroffen in de telefoon van[medeverdachte 1] met als naam: “[Z]”.186.
De vestigingsmanager van de opslagplaats heeft het volgende verklaard:
De persoon op de foto (D-137, [medeverdachte 4]) zou iemand kunnen zijn die wel eens komt betalen voor anderen. Hij betaalde voor de huurder met de naam “[Q]”. De laatste keer dat ik deze man zag was op 21 juni 2011. Ene [Z] huurt ook bij ons. Ik weet dat deze [Z] contact heeft met die [Q].
De man op de foto (D-037A,[medeverdachte 1]) is de man die achter [Q] zit. Hij rijdt in een zwarte Volkswagen Polo. Hij hoort bij de boxen [nummer], [nummer] en [nummer]. Hij was ook een van degenen die contant betaalden. Ik heb hem ongeveer 10 keer gezien. Bij hen hoort ook de Mercedes Sprinter die wel eens in de weg stond.187.
De man op foto D-146 ([medeverdachte 7]188.) ken ik. Volgens mij was hij de chauffeur van een van de busjes die bij [Q] hoort. Hij kwam dan met een grote Mercedes Sprinter.
De man op foto D-028A ([medeverdachte 6]189.) ken ik wel. Ik denk dat ik hem kan van [Z] of [Q]. Ik denk dat hij meerdere keren hier is geweest.190.
Camerabeelden
Op camerabeelden van de opslagplaats is op 7 juni 2011 omstreeks 22:31 uur is te zien dat[medeverdachte 1] in het gebouw is.
Ook is te zien op de beelden van 4 mei 2011 dat om 13:24 uur een busje van[naam 1] voor de ingang van de opslagbox geparkeerd staat.191.
Doorzoekingen woningen/verblijfplaatsen verdachten
[adres] te[woonplaats] woning [verdachte], [medeverdachte 2] en[medeverdachte 3] - Object A192.
Op 4 juli 2011 zijn de woning van [verdachte], [medeverdachte 2] en[medeverdachte 3] en de auto van [medeverdachte 2] doorzocht. Hier zijn onder meer contant geld, mobiele telefoons, administratie en kleding aangetroffen en in beslag genomen.
Geld
Op de volgende plaatsen is contant geld aangetroffen.193.
Kamer [medeverdachte 3]/garderobekast € 310,00
Kamer [medeverdachte 3]/garderobekast € 2.370,00
Kamer [medeverdachte 3]/garderobekast € 1.650,00
Kamer [medeverdachte 3]/pickup € 1.980,00
Kamer [medeverdachte 3]/pickup € 20,00
Kamer [medeverdachte 3]/kaptafel € 1.925,00
Kamer [medeverdachte 3]/naaimachine € 1.360,00
Kamer [medeverdachte 2] op bank in broekzak € 425,00
Kamer [medeverdachte 2] in kast in CD-box € 1.000,00
Kamer [medeverdachte 2] in kast in koffertje € 3.920,00
Kamer [medeverdachte 2] op kast in ladekastje € 1.350,00
Kamer [medeverdachte 2] kast € 500,00
Kamer [medeverdachte 2] kast € 3.500,00
Kamer [medeverdachte 2] in trainingsjack € 4.550,00
Kamer [verdachte] in handtas aan kapstok € 60,00
Kamer [verdachte] kastje bovenste lade € 1.290,00
Kamer [verdachte] kastje bovenste lade € 1.645,00
Kamer [verdachte] kastje bovenste lade € 330,00
Kamer [verdachte] kastje bovenste lade € 150,00
Kamer [verdachte] kluis € 500,00
Kamer [verdachte] plank boven ladekastje € 50,00
Kamer [verdachte] onder matras € 560,00
Auto BMW[kenteken] ([medeverdachte 2]) € 65,00
Totaal € 29.510,00.
Telefoons
Samsung E110 in de kamer van [medeverdachte 2] met telefoonnummer [nummer]
Deze telefoon is uitgelezen en onder de contacten stond vermeld194.onder “Bro” het telefoonnummer [nummer]195.van[medeverdachte 1].
Er is een sms verzonden met de tekst: “[woonplaats]… [adres]”196.
Op 4 juli 2011 is hierop een sms binnengekomen met de tekst: “Nieuw: schoenen 10 kl.nike 6 kl.botti 1gucci”.197.
Het nummer [nummer] is op websites gebruikt in advertenties met de namen [bijnaam] ([verdachte]) en [O] ([medeverdachte 2]).198.Op 24 september 2008 is een verkoopadvertentie op www.marktplaats.nl geplaatst.199.
Samsung GT-C3222 in de kamer van [verdachte] met telefoonnummer[nummer]200.
De telefoon is uitgelezen en in de adressenlijst staat het nummer van[medeverdachte 1] opgeslagen onder “[X] bro new” met telefoonnummer[nummer].
Op deze telefoon is op 17 juni 2011 een sms-bericht binnengekomen van “[O] new Zak”
(+[nummer]) over een laatste lading kleding van G-Star, DSQUARED en Armani.201.
Ook is er een sms binnengekomen op 19 juni 2011 met als inhoud: “Hoi heb je ook nog g star boxers”.202.
Dit nummer is ook aangetroffen op de adreslijst van de simkaart van [medeverdachte 6]
([nummer]) met vermelding “[F] nieuw +[nummer]”.203.
USB stick in de woonkamer
Hierop is een bestand gevonden dat duidt op een verkoopadvertentie: “Hallo Bekijkers (…)” met als ondertekening “[medeverdachte 3]” en telefoonnummer [nummer] (“created date” 19-12-2009 en “modified date”16-4-2009).204.
Ook is een verkoopadvertentie gevonden met hetzelfde telefoonnummer, maar met vermelding van de naam “[E]”.205.
Ten slotte is op de USB stick een verkoopadvertentie gevonden onder pad: “[K] kleding tekst martp.doc”206.met als “created date” 19 december 2009.207.
Ook is aangetroffen correspondentie met betrekking tot een schikkingsvoorstel aan [medeverdachte 6]. Het betreft een schikkingsvoorstel d.d. 16 februari 2011 van Just Brands.208.[medeverdachte 6] heeft rond mei 2010 gehandeld in merkvervalste goederen van het merk PME Legend.209.
Computer in de kamer van [medeverdachte 2], submap [medeverdachte 2]
In deze computer zijn verkoopadvertenties gevonden die zijn aangemaakt op 4 december 2009 met vermelding van de naam “[docx]” resp. “Nieuwste collectie schoenen van Botticelli binnen.doc”. In advertentie D-355 wordt telefoonnummer [nummer] ([medeverdachte 2]) genoemd (“created” en “modified” datums in 2009 en 2010).210.
Bescheiden
Administratieboek in de slaapkamer van [verdachte].211.
Een notitieboek van formaat A4 beginnend met 29 oktober 2009 en eindigend op 6 juni met vermelding van kleding, aantallen en betalingen.
Notitieboek in de slaapkamer van [verdachte]212.
Notitieboek met vermelding aantallen kleding, schoenen en telefoonnummers.
Goederen
In de kamer van [medeverdachte 2] zijn onder meer aangetroffen: G-Star jacks, een tas en een spijkerbroek, een True Religion spijkerbroek, Prada tassen, Dolce & Gabbana slippers en een Armani t-shirt.213.
In de BMW met kenteken [kenteken] van [medeverdachte 2] zijn verschillende goederen aangetroffen: parfums, trainingspakken van Adidas, bodywarmers van G-Star en UGG tassen.214.
[R] heeft op 22 augustus 2011 namens de merken Adidas, Botticelli, D&G, Diesel, G-Star, Prada en UGG aangifte gedaan van merkvervalsing met betrekking tot de aangetroffen spullen in de slaapkamer en in de auto van [medeverdachte 2].215.
Wolbrantskerkweg 126D te[woonplaats] - Object B216.
Op 4 juli 2011 zijn de verblijfplaats van[medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] en de auto van [medeverdachte 4] doorzocht. Hier zijn onder meer contant geld, mobiele telefoons, administratie en kleding aangetroffen en in beslag genomen.
Geld
- in de slaapkamer is in totaal € 37.450,00 aangetroffen in vier bundels in een MyCom plastic tasje in een ladekast (onder meer 10 biljetten van € 500,00 en 520 biljetten van € 50,00);
- in de slaapkamer waar [medeverdachte 4] verbleef is in totaal € 1.500,00 in drie enveloppen gevonden;
- in de woonkamer in een kast in totaal € 2.000,00 in een envelop met het opschrift ‘[W]’217.
- en in de portemonnee van [medeverdachte 4] € 185,00.218.
Telefoons
Telefoon Nokia zwart 1661-2 in de slaapkamer met telefoonnummer[nummer]219.
De telefoon is uitgelezen en hierin zijn onder meer verschillende uitgaande sms-berichten (zogenaamde “sms-bommen”) aangetroffen met de tekst:
“Uitverkoop 9 model Shirtjes tastjes brillen d&g schoenen ambercrombie pakken. grote maten polos
8 model broeken alles mag weg voor weinig bel voor een afspraak.”220.
Ook zijn er een aantal sms-jes gevonden van ene [U] met telefoonnummer +[nummer] aan “[W] voorjaar 2010”, waarin [U] op 14 maart 2010 schreef: “Hoi[W] ik wil graag de d en g bloesjes, zwart ARMANI shirts wit en 2x zwart g star shirt licht blauw en wit die met die grote r voorop en de pall mall bloesjes alle 3 de kleuren laat maar even weten of je alles nog hebt gr [U]”.221.
Sms-bericht op 6 april 2010 van +[nummer]: “Hallo, Kun jij donderdagochtend de schoenen komen brengen, ik wil 10 dozen airmax en 100 shirts kan ik doorgeven welke ik wil”.222.
Sms-bericht op 8 april 2010 van [nummer]: “Hey staat het al op de site en heb je ook g.star boxer shorts wat voor een kinder spul heb je en wanneer kunnen we langs komen. Groeten de dames uit [woonplaats] [AA] en[BB]”223.
Nokia 2323c in een bruin tasje in de woonkamer met telefoonnummer[nummer]224.
Dit telefoonnummer is aangetroffen in een huurovereenkomst van [naam 1], [adres]in[woonplaats] d.d. 31 maart 2011 met ingangsdatum 4 april 2011 met als huurder [medeverdachte 4].225.
Blackberry in de slaapkamer
Op de camera-micro sd-kaart van deze telefoon staan afbeeldingen van onder meer schoenen en kleding van Dolce & Gabbana en Hugo Boss226.alsmede een foto van [medeverdachte 4] met [D].227.
Ook is een foto van een schrijfblok aangetroffen met “voorraad spullen/maten”228.
En diverse foto’s met “[W]” gevolgd door bijvoorbeeld 1/4 en 8/4 met vermelding spullen en aantallen.229.
Op een USB stick aangetroffen in een bruin tasje in de woonkamer230.
Hierop staat een verkoopadvertentie met daarin de vermelding van telefoonnummer [nummer] (nummer [medeverdachte 4]) voor meer informatie of een afspraak231.en afbeeldingen van kleding, zoals drie tentoongestelde spijkerbroeken voorzien van het merk True Religion en Armani, t-shirts van Botticelli en Replay en schoenen van Dolce & Gabbana.232.
Goederen
In de woonkamer is onder meer in een blauwe zak aangetroffen: een trainingspak, een schoen van Gucci en een schoen van Dior.233.
[R] heeft op 1 september 2011 aangifte gedaan van merkvervalsing van haar merken ten aanzien van het joggingpak van Adidas, de schoen van Dior en de schoen van Gucci.234.
In de Renault Kangoo met kenteken [kenteken] van [medeverdachte 4] is een Tom-Tom aangetroffen.235.
De gegevens in de Tom Tom zijn uitgelezen en de volgende adressen zijn hierop aangetroffen:
- [adres],[woonplaats] ([naam 1] zit aan de [adres] (Object K) en hier zijn boxen gehuurd door
[medeverdachte 4] en [D] en op deze locatie is merkvervalste kleding aangetroffen)
- [adres]-[adres] in[woonplaats] ([naam 1] zit op de [adres] (object I)
- [adres]in [woonplaats] (object G, opslagplaats merkvervalste kleding).236.
[adres] te[woonplaats] - Object C237.
Op 4 juli 2011 heeft een doorzoeking plaatsgevonden op het woonadres van [medeverdachte 6]. Hier zijn onder meer geld, telefoons en bescheiden in beslaggenomen.
Geld
- in de slaapkamer € 2.620,00238.
- in de slaapkamer van de ouders van [medeverdachte 6] € 17.000,00.
Telefoons
Samsung GT-E2120 met telefoonnummer [nummer]239. op de vensterbank.
In de adressenlijst op de simkaart zijn de volgende contacten aangetroffen:
“[F] nieuw +[nummer]”240.
“[O] +[nummer]”
“[K] +[nummer]”
Tevens blijkt dat er in de periode van 2 juli tot en met 4 juli 2011 de volgende telefonische contacten/pogingen tot contact zijn geweest met [K] (22 keer), [O] (11 keer) en [F] (11 keer).241.
Tevens zijn er sms-berichten aangetroffen van/aan [F] nieuw, [K], [O] die duiden op handel.242.
De gebruiker van telefoonnummer [nummer] wordt in enkele berichten “[H]” genoemd.243.
Een verzonden verkoopbericht met ondertekening “[H]” over de laatste lading kleding G-Star, DSQUARED en Armani.
Dezelfde tekst, maar dan met ondertekening “[O]” is ook op dit nummer binnengekomen op 17 juni 2011244..
Deze tekst van [O] is ook aangetroffen op data op de Samsung GT-C3222 uit de kamer van [verdachte] met telefoonnummer[nummer].245.
Op de telefoon zijn ook diverse sms-bommen aangetroffen met ondertekening “[H]” over Nike schoenen, Bjorn Borg boxers, broeken van G-Star en D&G.246.
Ook is er een verkooptekst over Adidas pakken, Gucci slippers, True Religion broeken en Nike met ondertekening “[O]” binnengekomen op 24 juni 2011 waarna dezelfde tekst weer verzonden is, maar nu met ondertekening “[H]”.247.
Op 22 juni 2011 is een sms-bericht ontvangen: “Die boxers die ik gisteren heb opgehaald waren allemaal dezelfde. Heb dus 260 pakjes dezelfde kleuren en print. Ben er niet zo blij mee. Hoe gaan we dat oplossen. Gr”.248.
Een sms-bericht is verzonden naar [K]: “Mijn klant wel man, die is al onderweg.”249.
Een sms-bericht is verzonden: “[adres]in [woonplaats], probeer er om half 3 te zijn haha”250.
Een sms-bericht is verzonden naar [O]: “Fuck it dan, mijn klant heeft 2 doze nodig dan heeft ie maar keus tussen 5 modellen dat moet voldoende zijn”251.
Ook is dit telefoonnummer (voor het maken van een afspraak om partijen kleding te kopen) aangetroffen in een verkoopadvertentie252.op de computer in de slaapkamer.
Samsung GGTi900 met telefoonnummer[nummer] (nummer van [medeverdachte 6]) op een vensterbank.253.
De telefoon is uitgelezen en onder de meer de volgende sms-berichten zijn aangetroffen die zijn ontvangen:
- 19 juni 2011: “Hee man heb je nog true riligion in maat 36-36 of 36-34?”254.
- 24 juni 2011: “Hee man heb je nog air max (…) tot welke maat ginge die true religion broeke?”255.
Bescheiden
Op twee computers zijn verkoopadvertenties van kleding aangetroffen256..
Een brief op naam van [medeverdachte 6] over werkzaamheden met betrekking tot kledingverkoop in 2010.257.
Een verkoopadvertentie met vermelding het telefoonnummer [nummer]258..
Tevens een verkoopadvertentie met de volgende inhoud: Uitverkoop unieke en nieuwste najaarscollecties met als aanmaakdatum 4 november 2009.259.
Ook zijn er in de slaapkamer aantekeningen aangetroffen met tellingen over merken van onder meer Adidas, Gucci, G-Star, samen met aantallen en maten.
Ten slotte is er een creditnota d.d. 1 maart 2010 (unit 0176, klantnummer [nummer]) gevonden van [naam 1] en[medeverdachte 6].260.
Uit gegevens van[naam 1] blijkt dat [medeverdachte 6] twee boxen op zijn naam heeft gehuurd gehad:
- box [nummer] Nieuwegein van 30 januari 2010 tot 28 februari 2010;
- box [nummer] Nieuwegein van 30 januari 2010 tot 28 februari 2010.261.
Ook blijkt dat[medeverdachte 3] op zijn naam box 1071 heeft gehuurd van 19 februari 2010 tot 31 maart 2010.262.
Goederen
In de slaapkamer zijn onder meer 13 onderbroeken van Bjorn Borg aangetroffen.263.
[R] heeft op 1 september 2011 aangifte gedaan van merkvervalsing met betrekking tot het ondergoed van Bjorn Borg.264.
[adres] te[woonplaats] - Object D265.
Op het woonadres van [medeverdachte 5] heeft op 4 juli 2011 een doorzoeking plaatsgevonden.
Hier zijn onder meer geld, telefoons en kleding in beslaggenomen.
Geld
In de slaapkamer van [medeverdachte 5] is $ 9.900 aangetroffen.
Telefoons
Nokia E71 met telefoonnummer[nummer]266. (nummer van [medeverdachte 4]267.)
In de adressenlijst is aangetroffen onder “[W]” het telefoonnummer [nummer].268.
In de auto van [medeverdachte 5] (kenteken[kenteken]) een Tom-Tom.269.
De Tom-Tom is uitgelezen en de volgende adressen zijn aangetroffen:
- [adres] in Utrecht (in de directe omgeving van [adres])
- [adres] in [woonplaats]
- [adres] in[woonplaats]
- [adres] in [woonplaats]
- [adres] in[woonplaats] (dit is het woonadres van [medeverdachte 7])
- [adres]in [woonplaats] (hier is autoverhuurbedrijf[naam 1] gevestigd).
Goederen
In een box bij de woning zijn aangetroffen t-shirts van diverse merken (geen specificatie), twee broeken van True Religion en in de woonkamer een trainingspak van Adidas, een sweater van Raw, een poloshirt van Hilfiger en in de auto van [medeverdachte 5] een broek van True Religion.270.
[R] heeft op 2 april 2011 aangifte gedaan van merkvervalsing van haar beschermde merken.271.
[R] noemt in haar aangifte specifiek: het trainingspak van Adidas, het shirt van D&G, de trui en t-shirts van G-Star, een shirt van Replay, een polo van Tommy Hilfiger.
[adres] te[woonplaats] - Object L272.
Op 4 juli 2011 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de slaapkamer van[medeverdachte 1] op het woonadres van zijn moeder. Hier zijn onder meer geld en telefoons in beslaggenomen.
Geld273.
In een dressoir en in twee tasjes met opschrift L’Oreal zijn contanten gevonden van in totaal
€ 20.700,00 (onder meer 35 biljetten van € 500,00). Ook zijn er vreemde valuta gevonden: Turkse Lira, Poolse Zloty en Chinese Yuan.
Telefoons
Samsung GT-E1150 met telefoonnummer[nummer]274. (het nummer van[medeverdachte 1])
In contactenlijst staat onder meer vermeld:
- “ [bijnaam]” met telefoonnummer[nummer].275.
(Het nummer van[medeverdachte 1] heeft 421 keer contact gezocht met dit nummer gezocht in de tapperiode.276.)
- “ [B]” met telefoonnummer[nummer].277.
- “ [Z]” met telefoonnummer +[nummer].278.
Taps
Onder meer de volgende telefoongesprekken zijn afgeluisterd en opgenomen:
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] en nn man
Gesprek:[nummer]
Datum: 14 mei 2011
Tijdstip: 14:12:47
(…) [X] zegt dat de boxers hoofdpijn zijn. Die jongen probeert al 3 dg naar iedereen toe te gaan; een mix te maken van die dingen. De gebelde zegt dat [X] toch ook al 3 jaar geleden heeft gehad en nu weer?! [X] zegt dat hij series verkoopt en heeft dan maar een kleine winst maar is wel alles kwijt. (…)”279.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] en nn man
Gesprek: [nummer]
Datum: 8 juni 2011
Tijdstip: 14:37:17
“[X]: (…) And then an other issue. It was an issue of two year ago. A stupid issue about 11.000 euro. She made Gucci with a I not with a G. And then she took some money for that and now she’s saying I must have the money.
Nn man: two years back?
[X]: yes one and a half year back. (…)”280.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] (= beller) en onbekende persoon in Turkije
Datum 13-MEI-2011
Tijdstip 13:15:16
Telefoonnummer[nummer] (onbekende persoon in Turkije)
Ink./ Uitgaand U
Inhoud gesprek
Hallo. Hoe gaat het? goed, abe. Heb je ooit met parfums gewerkt? Nee, is een goede mogelijkheid. Een vent uit België heeft goede kwaliteit. Productie in jouw land, Nederland.
Transport door iemand uit Tenderbachje(fonetisch), heeft vrachtbedrijf en al 4 jaar geen problemen. Deel liet niet met anderen. Nee, ik bel je direct. We hebben een connectie. Kan ik eindigen, ja definitief?
Deze week bespreken we het met het bedrijf. We hebben een machine voor 3 a 4000 t-shirts. Iedere week 10.000. Pas op liet einde van liet seizoen nadert. 0k, deze week was niet goed. Ondertussen ga ik voor de theaterjongen. Anderen hebben hoofdpijn. Wanneer zal ik komen? Wanneer heb je het geld nodig? maandag is ok, abe, zaterdag aan het einde van de middag? Grote capaciteit, ik moet aan de t-shirts werken. Goed model. Weet je het monsters van internet? Ik heb het origineel nagemaakt. Fantastisch. Is het goed of niet, Abe? iedere week 20.000 stuks is goed. Ogenblik, er wordt in liet Turks gesproken. We hebben meer nodig. liet is niet goed om de productie aan het einde van het seizoen te verhogen. Het laatste schip vertrekt vanuit Turkije half juni. We hebben mogelijkheden om te stoppen. In liet nieuwe seizoen gaan we lange mouwen maken. De bermuda heb ik gegeven aan andere mensen, hoor je nog. ok, take care, bye. Gesprek vond plaats in de Engelse taal.281.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] en onbekende persoon in België
Gesprek [nummer]
Datum 13 MEI-2011
Tijdstip 18:46:49
Telefoonnummer [nummer] (onbekende persoon uit België)
Ink/Uitgaand: I
Hoi [bijnaam] morgen dozen binnen, wist je het al, [bijnaam] ik krijg morgen 600 dozen schoenen Dolce Gabana goede prijs, dan ben jij de enige die ze verkoopt, 600 dozen, 12 in een doos, goede kwaliteit uit China.282.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] (=beller) en onbekende persoon
Gesprek[nummer]
Datum 27-MEI-2011
Tijdstip 09:52:18
Telefoonnummer [nummer]
Ink./ Uitgaand: U
Inhoud gesprek
Beller: [bijnaam], ik ga wat schoenen bestellen uit China, sportschoenen en die andere schoenen en zo. Moet ik ook wat voor jou bestellen? (…).283.
Gesprek tussen[medeverdachte 1] en nn man
Gesprek [nummer]
Datum 11-MEI-2011
Tijdstip 10:14:50
Telefoonnummer[nummer]
Ink./ Uitgaand :
Inhoud gesprek
263/ ENGELS GESPREK
Samenvatting gesprek. nn man en [X] spreken in het engels met elkaar:
[X]: yesterday was terrible.
nn man: Terrible but alright he.
[X]: yes yes.
[X]: today you can come whenever you want sabiffon)
nn man: in 1 hour.
[X]: it’s okay [M] wil be there at 11.30
nn man: cao you send me the adres.284.
Gesprek tussen[medeverdachte 1] ([nummer]) en onbekende man (PK/[nummer])
Gesprek:[nummer]
Datum: 11-MEI-2011
Tijdstip: 18:26:49
Telefoonnummer:[nummer]
Ink./ Uitgaand: I
Inhoud gesprek:
PK/ [nummer] vraagt of hij kan gaan rijden. zegt dat hij kan gaan rijden, [nummer] is er niet maar [M] is daar.285.
Gesprek tussen [medeverdachte 2] (beller, [nummer]) en [verdachte] ([nummer], gebelde)
Gesprek [nummer]
Datum 04-MEI-2011
Tijdstip 15:48:56
Telefoonnummer [nummer]
Ink./ Uitgaand: I
Inhoud gesprek
nn man [nummer] wordt gebeld door nn man [O] (sh) [nummer] met de mededeling dat [X] volgens [M] in het buitenland zat. Alle broeken mochten worden teruggestuurd. Gaan ze doen en aantekenen op de papieren.286.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] (= beller) en [verdachte]
Gesprek:[nummer]
Datum: 09-MEI-2011
Tijdstip: 21:12:29
Telefoonnummer: [nummer] ([verdachte])
Ink./ Uitgaand: U
Inhoud gesprek:
(…)
Beller: [bijnaam] had je t gehoord, het komt morgen he, het komt niet vandaag.
(…)
Gebelde: is de lading echt groot wat morgen komt?
Beller: volgens mij wel, man. Ik ga straks even die lijst checken, ik heb die lijst nog niet kunnen checken maar het moet haast wel. Even kijken, ik ga hem opsplitsen [bijnaam], sowieso. Ik had een beetje te veel t-shirts besteld.
Gebelde: te veel t-shirts?
Beller: ja, veel t-shirts, wacht even, man (even stilte) : ze pakken . .ze pakken ook veel polo’s. Het was wel een goeie lading, man. Hij gaat er wel uit want het maakt niet uit. Die t-shirts kunnen zeg maar.. Volgens mij zijn er iets van 22, 23.000 t-shirts.
Gebelde: zo veel?
B: ja man, ik ga dat sowieso opdelen want eind mei is het laatste transport he.
(…)
Beller onderbreekt: ja eind mei vertrekt hij uit Turkije, he
Gebelde: ja, dat is begin juni ongeveer dan.
Beller: ja begin juni is ie hier en dan kunnen we gewoon nog wat pakken sturen of wat andere dingen, snap je? Gewoon die interessant zijn. Maar dan is die massaproductie weg.
Gebelde: maar als we gewoon de spullen van de komende 3 weken dan nog, als we daar beetje bij beetje weghalen, Bro? Dan hoeven we ook geen nieuwe lading in te sturen. Behalve joggingpakken of zo.
Beller: ja maar dat is ook de bedoeling [bijnaam], dat is wat ik sowieso wou gaan doen. 22.000 T-shirts dan van die 22.000 is misschien 4.000 voor [naam 4] (ton.) en 18.000 voor jou. 18.000 voor jou kan sowieso niet in 1 week, snap je (…).287.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] en [medeverdachte 4]
Gesprek [nummer]
Datum 10-MEI-2011
Tijdstip 18:36:54
Telefoonnummer [nummer] ([medeverdachte 4])
Ink./ Uitgaand 1
Inhoud gesprek
217/ NN MAN JE MOET DIE UTRECHT BELLEN
Samenvatting gesprek: (…)
nn man (lees [medeverdachte 4]) zegt dat [X] hem moet helpen met de verdeling. Dat hij de hele dag al aan het sorteren is maar zelf nog niets heeft.
[X]: is cool komt goed. einde gesprek
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] (=gebelde) en onbekende persoon
Gesprek:[nummer]
Datum: 11-MEI-2011
Tijdstip: 13:33:30
Telefoonnummer:[nummer]
Inkomend gesprek.
Inhoud gesprek
Hai [bijnaam];
Gebelde: Wat is er?
Beller: Twee grote klanten van mij zijn onderweg. Maar ik kan niets doen.
Gebelde: Ik weet het. Het is abnormaal druk. Niemand kan er wat aan doen.
Beller: Ik weet het ook niet meer.
Gebelde: Ik kan je wel over twee uur zien. Twee en een half uur. Niet eerder.
Beller: Moeilijk, man. Waarom kan[W] mij niets afleveren?
Gebelde:[W][W] heeft zelf nodig voor zijn klanten.[W] werkt zelfstandig in principe. Hij is wel met mij samen, maar ook zelfstandig. Ik bel je wel met tweeënhalf uur.
Beller: Is goed.288.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] (=beller) en [verdachte]
Gesprek : [nummer]
Datum : 27-MEI-2011
Tijdstip : 16:03:49
Telefoonnummer :[nummer]([verdachte])
Ink./Uitgaand : U
Inhoud gesprek
(…)
Beller: Heb, jij iets gehoord van mensen die T-shirts aanbieden? Voor goedkoop of zo.
Gebelde: Pas geleden, vorige week of zo, had iemand van uit Turkije, wel Nederlands sprekende, mijn broertje gebeld. Het kwam erop neer dat mijn broertje en ik gingen importeren via hem vanuit Turkije. Shirtjes voor gekke prijzen. Broeken voor dat prijs. Ik heb hem gezegd dat ik alleen zaken deed met [X]. Hij zei: Ik ken, ik ken hem.
Beller: Wie is dat?
Gebelde: Dat weet ik niet. Mijn broertje weet het wel.
Beller: Kan jouw broertje even bellen wie het is?
Gebelde: Ja, je kan hem wel vragen.
Beller: Ik begrijp niet dat jij zo slecht kan draaien.
Gebelde: de spullen zijn pas eergisteren binnengekomen. Nikies verkopen wel. T-shirts minder.
Beller; Jij moet die prijzen voor shirtjes verlagen. In de uitverkoop doen.
Als onze klanten slecht verkopen, verkopen wij ook slecht.
(Gebelde klaagt dat hij steeds van internet afgegooid wordt.)289.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] (=beller) en [medeverdachte 2]
Gesprek [nummer]
Datum 27-MEI-2011
Tijdstip 16:13:07
Telefoonnummer [nummer] ([medeverdachte 2])
Ink./ Uitgaand: U
Inhoud gesprek
Beller: Ik sprak net je broertje, hij vertelde mij dat iemand uit Turkije belde, die Nederlands kon.
Gebelde: Ja, man.
Beller: Wie was dat dan?
Gebelde: Ik heb het nummer opgeslagen. Zal ik je die geven? Kan je mij smsen? Hij heeft mij een email gestuurd met foto’s. Ik kan je die gewoon doorsturen als je wil. Als het kan graag. Hij zei dat hij mij kende?
Beller: Spreekt hij goed Nederlands of gebrekkig?
Gebelde: Hij spreekt gewoon goed. Hij noemt zich Ali. Ik zei: Ik doe alleen zaken met [X]. Toen zei hij: Oh, die ken ik wel.
Beller: Stuur anders het nummer, dan bel ik dat jullie alleen mijn compagnons zijn.290.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] en onbekende persoon in Turkije
Gesprek[nummer]
Datum 29-MEI-2011
Tijdtip 16:49:25
Telefoonnummer [nummer] (onbekend uit Turkije)
[X] belt uit. Er wordt opgenomen maar niets gezegd. [X]: hallo, hallo, spreek je Nederlands of Engels? Een mannenstem zegt dan: hallo, Nederlands, vriend!
[X]: je had een paar dagen terug een collega van mij gebeld in Nederland over kleding.
Gebelde: oh, dat kan wel. [X]: [bijnaam]? ben jij liet?
Gebelde: wie ben jij man? [X]: wat? die dikke, weet je wie ik bedoel of niet?
Gebelde: nee. [X]: Praat ik met Ha (fon.) of niet? met wie spreek ik nu?
Gebelde: met [naam 6] (ton.) man.
[X]: [naam 6]? Nee je spreekt met [X], man. Je hebt een collega van mij gebeld.
[naam 6]: ik weet niet. ik heb iemand gebeld voor handel, ik had een handel, weet je.
[X]: ja klopt, maar dat is een plek van mij ook daar, snap je. Daarom heeft hij mij jouw nummer gegeven en gezegd bel jij hem. Want ik onderhoud de contacten met mensen uit Turkije, snap je?! Daarom had ik jouw nummer gekregen. (…)291.
Gesprek tussen[medeverdachte 1] en [verdachte] [nummer])
Gesprek [nummer]
Datum 22 mei 2011
Tijdstip 01:03
Telefoonnummer[nummer]
Ink./ Uitgaand: I
Inhoud gesprek
MPR/ [X] wgd [verdachte] f sh). (…)
[X] zegt; Moet ik dit nummer opslaan bro? [verdachte] zegt; Ja, dit wordt mijn vaste nummer, wat ik had met het andere nummer, dat wordt dit nummer nu.
[verdachte] en [X] bespreken dat de zaken niet zo goed gaan en ze niet weten waar liet aan ligt.
(…)
[X] zegt dat ze maandag moeten praten, misschien moeten ze overstappen naar een andere tacktiek. [verdachte] zegt; Wat is tacktiek?
[X] zegt dat ze de prijzen misschien moeten verlagen. [verdachte] zegt dat ze dat al aan het doen zijn.
[X] zegt dat ze alle prijzen moeten verlagen en dan moeten knallen.
[verdachte] vraagt; Hoeveel ladingen hebben we nog te gaan?
[X] zegt; Drie volgens mij.
[verdachte] zegt; Serieus? Ik dacht twee man? [X] zegt; Nee drie, of vier zonder de afgelopen lading. Weet je [bijnaam], nog drie en ik had er eigenlijk nog één staan hé, ik heb altijd een lading voorop staan. (…)292.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] en [verdachte]
Gesprek:[nummer]
Datum: 22-MEI-2011
Tijdstip: 15:13:39
Telefoonnummer:[nummer] ([verdachte])
Ink./ Uitgaand: U
Inhoud gesprek:
MPR/ [X] belt uit naar [verdachte] (sh).
[X] zegt; Door die mensen raak ik para in mijn hoofd, maar verder gaat het goed
[verdachte] zegt; Waren ze wel te vroeg gekomen?
[X] zegt; Ja, om half tien moeten ze op schiphol zijn
[verdachte] zegt; Hoe laat komt die bij mij dan Bro?
[X] zegt; Ik moet hem zo even bellen [bijnaam], maar hoeveel denk je dat je bij elkaar heb?
[verdachte] zegt; Ik weet het niet, dan moet ik eerste iedereen gaan bellen Bro
[X] zegt; Oke is cool
[verdachte] zegt; Sowieso 30, plus als iedereen betaalt rond de 45 hoop ik
[X] zegt; Hopelijk ja (…).293.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] (=beller) en [verdachte]
Gesprek[nummer]
Datum 27-MEI-2011
Tijdstip 12:52:54
Telefoonnummer[nummer] ([verdachte])
Ink./ Uitgaand: U
Inhoud gesprek
Beller: Ik had een vraagje, kan mijn neef straks naar je toekomen?
Gebelde: Hij kan komen. Ik heb echt weinig.
Beller: Wat is echt weinig?
Gebelde: Geeneens 20.
Beller: En als ie vanavond komt, wat denk je dan?
Gebelde: Niks. Ik heb geeneens afspraken.
Beller: Ziek, man.
Gebelde: Misschien (onverstaanbaar) Ik denk wel meer dan 20.
Effe Checken.
Beller: Denk je dat je vanavond wat extra kan draaien of die
andere jongens? Of dat hetzelfde is (onverstaanbaar)?
Gebelde: Ik heb niet echt veel afspraken vandaag. Al die andere jongens moeten wel wat draaien.
Beller: Oké, zal ik hem gewoon om 9.00 uur naar je toesturen?
Gebelde: Is cool [bijnaam]. Ik ga straks even tellen wat ik nu heb en effe checken wat ik erbij kan krijgen.294.
Telefoongesprek tussen[medeverdachte 1] (=beller) en [verdachte]
Gesprek: [nummer]
Datum: 27-MEI-2011
Tijdstip: 16:22:51
Telefoonnummer:[nummer] ([verdachte])
Ink./ Uitgaand: I
Inhoud gesprek:
Beller: De 40 ga ik sowieso halen. Als het een beetje doorloopt tot 9 uur hoop ik nog 56. (…)295.
Telefoongesprek tussen [medeverdachte 2] (=[O]) en [verdachte](=nn man)
Gesprek[nummer]
Datum 14-APR-2011
Tijdstip 19:48:52
Telefoonnummer [nummer] ([verdachte])
Ink./ Uitgaand : U
(…)
[O]: ok. Je hebt een hele grote fout gemaakt bij dit boekje, man. Bij de administratie.
NN man: wat dan?
[O]: Ik denk dat je met iemand in de war bent geraakt. Want bij [CC 1] staat nu bijvoorbeeld dat er 28.000 open is. Maar als ik kijk bij de laatste van 7/4 dan staat er bijvoorbeeld 10.000 bij hem open
NN man: nee! die van hem was 8.000 zoveel
[O]: ja 10.200 waarschijnlijk: 8.270 + 1750 wat hij van de vorige lading had meegenomen of zo Maar daar onder staan weer 2 dingen, dat is met nieuwe telling: 6/4 staat totaal 28.000.
NN man: o shit! heb ik dat bij hem gedaan? Ja, die is voor [H]([H]) en[DD] (fon.), man!
[O]: dat dacht ik al
NN man zegt dat hij dat morgen gaat corrigeren. (…)
NE man: zeg tegen hem dat die Nikes onderweg zijn.
[O]: wanneer komen die binnen dan?
NN man: eigenlijk moet je zeggen; ze zijn er eigenlijk al Maar
Stem op de achtergrond zegt: ja maar ik hoef eigenlijk niets te weten.
NN man: die dingen zijn gewoon goed aangekomen. Alleen gewoon, hier om de hoek bij ons, in het buitenland, moeten ze vanuit daar naar ons komen. En dat kan een paar dagen duren. Maar ik omdat tegen [X] (fon.) gezegd van het liefst maandag, zal het wel na het weekend komen. (…)296.
Telefoongesprek tussen [verdachte] (=[bijnaam]) en [medeverdachte 2](=[medeverdachte 2])
Gesprek:[nummer]
Datum: 30-APR-2011
Tijdstip: 14:20:48
Telefoonnummer: [nummer]([medeverdachte 2])
Ink./Uitgaand: U
Inhoud gesprek:
MPR/ [bijnaam] belt uit naar [medeverdachte 2] en vraagt of hij wel alles goed heeft geteld, want hij was gebeld door die twee vrouwtjes dat [medeverdachte 2] een foutje had gemaakt met de shirtjes van D&G, dat hij niet 7 had geteld. [medeverdachte 2] zegt dat hij dan niet heeft gezien dat ze D&G hadden genomen. [bijnaam] vraagt of hij het bij de andere wel heeft gezien. [medeverdachte 2] zegt dat hij amper D&G heeft verkocht, er liggen nog 5 of 6 pakketjes.
[medeverdachte 2] zegt; Heb je gezien hoeveel er lag?
[bijnaam] zegt; Nee man, ik ben er toch niet geweest?
[medeverdachte 2] zegt; Oh oke. Nee, ik bedoel thuis? Het geld?
[bijnaam] zegt; JA man
[medeverdachte 2] zegt; en heb je het andere geld ook al geteld wat in de kluis lag?
[bijnaam] zegt; Ja, we zitten nu ongeveer op 42 of zo?
[medeverdachte 2] zegt; Ja
[bijnaam] zegt; En dan nog met [medeverdachte 3] erbij is 53. Wij met ons vieren zitten we rond de 60
[medeverdachte 2] zegt; En weet je hoeveel de lading is ongeveer?
[bijnaam] zegt; De lading met de nieuwe broeken, als we er nog tien hebben, als het goed is hebben we dan de lading er wel uit.
[medeverdachte 2] zegt; Ja dat moet wel lukken want we hebben bij ons nog 6 dozen boxers en bij hun ook nog 6 dozen
[bijnaam] zegt; Ja en vergeet [EE], [FF] en [CC 1] niet hé
[medeverdachte 2] zegt; Ja precies, liet is echt een perfecte lading. Je heb nu alleen nog veel shirtjes, maar als [GG] 500 pakt en (ntv) 300
[bijnaam] zegt; En dinsdag komt weer die twee vrouwtjes. (…)
[bijnaam] en [medeverdachte 2] zijn tevreden met de verkoop van de laatste dagen. (…).297.
Gesprek tussen[medeverdachte 3] ([nummer], gebelde) en [verdachte] (beller)
Gesprek:[nummer]
Datum: 19-APR-2011
Tijdstip: 16:55:08
Telefoonnummer: [nummer]
Ink./ Uitgaand : U
Inhoud gesprek
Gebelde: [HH]!
Beller: [medeverdachte 3]!! Heb je daar nog boxers liggen?
Gebelde; Ik heb nog twee dozen boxers.
Beller: Van?
Gebelde: BB en Gstar
Beller: Volgens mij is nog eentje verkocht vandaag. Dan heb je nog 1 Gstar en 1 Borg
Gebelde; Heb je nodig?
Beller: Niet verkopen.
Gebelde; Dan zet ik ze meteen weg.
Beller: Want ik moet ze hebben. Volgende week wordt ze opgehaald. Ik heb alles in 1 keer verkocht.
Gebelde: Super, man.
Beller: Heb je nog klanten?
Gebelde: Ja, vanavond twee.
Beller: Hoe laat?
Gebelde: Acht uur.
Beller: Alle spullen wat we hebben. We beginnen met de hoofdopslag, alles moet geteld worden. Hoeveel hemden, hoeveel broeken, hoeveel weet ik wat. Die worden ook allemaal afgenomen.
Gebelde: Dat is mooi. Dat gun ik je wel. Ik ben blij om dat te horen.
Beller: Die gozer is weer eigenlijk op de markten.
Gebelde: Wanneer wil je dat klaar hebben?
Beller: Ik heb straks zelf een klant. [H], heb ik al gesproken. Die gaat de sleutel ophalen. Die kan al vast beginnen.
Gebelde: Dan ga ik daarna, als ik kan, die kant op.
Beller: ik ga zelf ook daar. [O] komt ook daar. Als je erbij komt, dan zijn we met z’n vieren. Dan kunnen wij alles snel, snel doen.
Gebelde: (onverstaanbaar) Ik kom op kantoor, dan ga ik eerst ff naar jou toe. Dan ga ik weer weg. Dan ga ik die klant helpen.
Beller: Daarom, met z’n vieren moet het wel lukken. Als je klant komt, dan ga je die helpen afhandelen. (…)298.
Gesprek tussen [verdachte] ([bijnaam]) en[medeverdachte 3] ([nummer])
Gesprek [nummer]
Datum 12 mei 2011
Tijdstip 15:37 uur
Telefoonnummer[nummer]
Ink./ Uitgaand
Inhoud gesprek
MPR/ [bijnaam] wgd [medeverdachte 3] (sh). [medeverdachte 3] vraagt of hij op kantoor is. Rciahno zegt dat hij er nu naartoe gaat. [medeverdachte 3] spreek [bijnaam] aan bij de naam Den. [medeverdachte 3] zegt dat hij niet meer van de jassen van Nickelson (fon) heeft, alleen nog van die jassen waarvan de maten niet kloppen. [bijnaam] vraagt of [medeverdachte 3] nog van die andere heeft. [medeverdachte 3] zegt dat hij inderdaad nog van die andere heeft. [bijnaam] zegt dat [medeverdachte 3] dan beter die eerst kan verkopen en dan pas nieuwe moet nemen, anders blijven de lelijke jassen liggen omdat ze alleen de nieuwe jassen willen hebben en dan is [bijnaam] de pineut.
[bijnaam] zegt; Als je nog maar 70 jassen over hebt, dat betekent dat je er 110 heb verkocht?
[medeverdachte 3] zegt; Ja, ik heb er meer dan[H] (fon) verkocht.
[bijnaam] zegt; Ja oke, maar 110 jassen?
[bijnaam] vraagt of ze wel hebben geteld.
[medeverdachte 3] zegt dat hij gister heeft geteld, maar dat hij het papier niet bij zich
heeft.
[bijnaam] zegt; En[H] was daarbij?
[medeverdachte 3] zegt; Ja[H] was daarbij en later kwam [II] (fon)
[bijnaam] zegt; Ja maar jullie moeten er wel rekening mee houden dat ik nog steeds niet ben vergeten wat er in Monfoort is gebeurd, dus vergeet ook niet wat ik toen heb besloten, Ik geef jullie spullen wanneer ik vind dat het nodig is.
[medeverdachte 3] zegt; Ja nou het maakt mij niet uit
[bijnaam] zegt; Jullie hebben nog 30.000 euro aan spullen over plus de nieuwe lading die er nog bij komt.
Gesprek gaat verder over de [bijnaam] wil dat [medeverdachte 3] de overige, wat hij teveel heeft, in de opslag zet en niet bij zich houdt.
[medeverdachte 3] zegt dat hij gister alleen was en dus niet de spullen in opslag kon zetten. [bijnaam] zegt dat [medeverdachte 3] net zei dat[H] bij hem was. [bijnaam] en [medeverdachte 3] krijgen een discussie over dat de spullen in de opslag hadden moeten liggen. [medeverdachte 3] zegt dat[H] alleen aanwezig was met tellen, maar dat hij hem daarna heeft weg gestuurd. [medeverdachte 3] zegt dat hij gister 4 pakken pakken in de opslag heeft gedaan. [medeverdachte 3] zegt dat hij nu vanaf zijn werk naar de opslag gaat om spullen op te slaan. [bijnaam] zegt dat de spullen in de opslag moeten want straks gebeurd er wat. [bijnaam] noemt [medeverdachte 3] bij de naam [medeverdachte 3]. [bijnaam] zegt dat hij het goed bedoelt en dat als de spullen weg zijn hij een groot probleem heeft. [medeverdachte 3] zegt dat hij het nu gaat regelen. [bijnaam] zegt dat hij[H] ook stuurt.299.
Gesprek tussen [medeverdachte 6] (beller) en [verdachte]
Gesprek: [nummer]
Datum: 08-JUN-201l
Tijdstip: 15:12:52
Telefoonnummer t [nummer]
Ink./ Uitgaand: I
Inhoud gesprek:
beller: yo
gebelde: yo
beller: ik sta hier met een klant en hij moet afrekenen en ik weet niet....
gebelde: wat heeft ie?
beller: 1 pakketje 3/4 broeken
gebelde: zet maar op e 12
beller: 20 shirtjes
gebelde: hou maar op e 6,50
beller: true religeon broeken
gebelde: hou die maar op e 18,50
beller: zit er dan verschil met prijzen aan de muurkant en de rechterkant
gebelde: geef hem maar gewoon voor e 15 mee, dan mengt kees zich in het gesprek: alle broeken behalve true religeon
gebelde: geef hem maar voor e 15 mee ook voor het lange wachten als je klaar bent kun je gewoon komen.300.
Gesprek tussen [medeverdachte 2] (beller) en [medeverdachte 6] (nn man)
Gesprek:[nummer]
Datum: 08-APR-2011
Tijdstip: 13:54:42
Telefoonnummer: [nummer]
Ink./ Uitgaand: U
Inhoud gesprek
Er wordt gevraagd hoe het gaat. Het gaat zijn gangetjes. De beller zegt dat er zo iemand komt voor BB boxjes. Die iemand komt over 10 minuutjes/ kwartiertje en komt uit Schoonhoven.301.
Administratie
Er zijn overeenkomsten aangetroffen voor wat betreft datum, soort en hoeveelheid kleding/goederen tussen de inkoopadministratie van [verdachte] en [medeverdachte 2] (D-084) en de verkoopadministratie van[medeverdachte 1] (D-101302.) en [medeverdachte 5] (D-097303.)304., welke overeenkomsten ook terugkomen in afgeluisterde telefoongesprekken. Hieronder volgt een voorbeeld:
19/5 (pagina 41 van D-084) en Utrecht 19/5 (pagina 68 van D-101)
Tshirts 4874 stuks
¾ broeken 907 stuks
¾ “ True 100 stuks
Boxers 1800 pak
D-084: Schoenen N 2.400 paar
D-101, pagina 70: Utrecht 20/5 Nike schonnen man
200 X 12 => 2400 paar.
Tap C: [nummer] ([medeverdachte 1]) belt met [nummer] ([verdachte]) op 19 mei 2011305.
[nummer]: Wat stuur je allemaal?
[nummer]: shirtjes, driekwart broeken en model True
Tap C: 20 mei 2011306.:
[nummer] maar dat die Nikes komen, dat is wel goed. Hoe laat zijn ze hier?
[nummer]: volgens mij, een paar minuten.
Onderlinge contacten
Uit het navolgende schema volgt de hoeveelheid onderlinge (pogingen tot) telefonische contacten tussen verdachten in de periode van 1 januari 2011 tot en met 4 juli 2011.
[verdachte] - [medeverdachte 2] 2174
[verdachte] - [medeverdachte 1]923
[verdachte] - [medeverdachte 6] 881
[verdachte] -[medeverdachte 3] 705
[medeverdachte 2] - [medeverdachte 1]18
[medeverdachte 2] - [medeverdachte 6] 487
[medeverdachte 2] -[medeverdachte 3] 328
[medeverdachte 1] - [medeverdachte 4]106
[medeverdachte 1]- [medeverdachte 7] 34307.
Omvang handel
In totaal zijn er 45.294 stuks kleding, 202 dozen kleding, 3.007 paar schoenen, twee dozen met laarzen en 4.631 eenheden parfum aangetroffen en in beslag genomen.308.
In totaal is bij de zoekingen een bedrag van bijna € 120.000,00 aan contant geld aangetroffen en in beslag genomen.
Bruto inkopen [verdachte] en [medeverdachte 2]
[verdachte] en [medeverdachte 2] hebben in de periode van 29 oktober 2009 tot en met 6 juni 2011 voor een bedrag van € 4.009.943,00 aan kleding en goederen ingekocht bij[medeverdachte 1].309.
Omzet[medeverdachte 1]
heeft in de periode van 27 mei 2010 tot en met 7 juli 2011 voor een bedrag van
€ 2.145.040,15 aan kleding en goederen verkocht aan [verdachte] en [medeverdachte 2].310.
[medeverdachte 1] heeft in de periode van 27 november 2010 tot en met 22 juni 2011 aan [medeverdachte 4] geleverd voor een bedrag van € 228.042,95.311.
4.3.2
Bewijsoverwegingen ten aanzien van handel in merkvervalste kleding, tassen, parfum en schoenen
Vervalsing
De raadsman heeft aangevoerd dat niet op voldoende wijze vaststaat dat bij alle aangetroffen goederen daadwerkelijk sprake is geweest van vervalste waren. De vaststelling heeft slechts betrekking op een beperkt aantal van de locaties. Ook heeft de raadsman aangevoerd dat de beoordeling niet heeft plaatsgevonden door een onafhankelijk opsporingsinstantie die is gericht op waarheidsvinding, maar dat deze beoordeling heeft plaatsgevonden door belangenvereniging [R].
Wat betreft de bevindingen over de valsheid door [R] is de rechtbank van oordeel dat daarmee voldoende vaststaat dat de beoordeelde goederen merkvervalst zijn. [R] heeft bij haar onderzoek objectieve criteria gehanteerd aan de hand waarvan de echtheid van merkkleding kan worden vastgesteld. De criteria zijn door de raadsman niet betwist. De rechtbank verwijst in dit verband naar jurisprudentie van de Hoge Raad betreffende de status van de bevindingen van [R] in het strafrechtelijk onderzoek. De Hoge Raad (HR 5 juli 2011, LJN BP8793) heeft uitgemaakt dat het niet gaat om een verklaring van een deskundige als bedoeld in artikel 343 van het Wetboek van Strafvordering. De bevindingen van [R] zijn bevindingen van een deskundige getuige, gedaan op grond van diens ervaring op het gebied van valse merkkleding.
Daarbij verwijst de rechtbank naar ambtshandeling 075 in het dossier waarin is beschreven dat de in beslag genomen goederen uit object E ([adres], [woonplaats]) en
F ([adres], [woonplaats]) zijn opgeslagen en bemonsterd. Hierbij zijn relevante monsters genomen van de diverse soorten en merken kleding, schoenen, tassen en parfum. Bij deze bemonstering heeft personeel van [R] de FIOD geassisteerd. Het personeel van [R] heeft per locatie van inbeslagneming monsters van de kleding en parfum getrokken, beoordeeld en vervolgens uitgebreid gefotografeerd.312.
Deze wijze van bemonstering heeft ook plaatsgevonden voor de in beslag genomen kleding en parfum uit object I ([adres], [woonplaats]), J ([adres], [woonplaats]) en K ([adres],[woonplaats])313.en object V ([adres],[woonplaats]).314.
Verder betrekt de rechtbank in de beoordeling van dit verweer de bevindingen van [R] op 20 juli 2011 dat op verschillende locaties dezelfde namaak kleding en schoenen zijn aangetroffen. [R] heeft vermeld dat dit de locaties A, B, E, F, J, H, K, I en V betreffen.315.Dit betreft naar het oordeel van de rechtbank heel wat meer dan “een beperkt aantal” van de locaties, zoals door de raadsman is gesteld.
De rechtbank is op grond van bovenstaande bevindingen van oordeel dat hiermee van het overgrote deel van de in beslag genomen kleding, schoenen, tassen en parfum is vastgesteld dat dit vervalste waren betreffen. De rechtbank acht dit voldoende voor een bewezenverklaring van “vervalste merken” in de tenlastelegging en verwerpt het verweer. Overigens heeft verdachte verklaard dat hij wist dat het om merkvervalste kleding ging.
Handel, opzet en medeplegen
Naar het oordeel van de rechtbank hebben verdachten (behalve [medeverdachte 7], die hiervan wordt vrijgesproken) gedurende bijna twee jaren opzettelijk bedrijfsmatig gehandeld in merkvervalste kleding, parfum, tassen en schoenen en hebben zij daarbij samengewerkt. Uit de afgeluisterde gesprekken, waarin gesproken wordt over eerder in beslag genomen goederen, de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte 2], de eerder opgelegde boetes aan [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] en de in 2009 in beslag genomen goederen in de bij [naam 1] gehuurde boxen in Utrecht, blijkt dat verdachten ervan op de hoogte zijn dat het om merkvervalste kleding gaat.
Op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat de samenwerking tussen de verschillende verdachten er als volgt uit ziet.[medeverdachte 1]
heeft zorg gedragen voor de inkoop van de merkvervalste goederen vanuit Turkije en China. Dit blijkt onder meer uit de inhoud van de telefonische contacten die[medeverdachte 1] heeft met mensen in Turkije en China.[medeverdachte 1] heeft vervolgens de merkvervalste goederen geleverd aan [verdachte] en [medeverdachte 2], aan ene “[bijnaam]” en aan [medeverdachte 4].
De merkvervalste goederen werden onder meer opgeslagen in de opslagplaats aan de [adres] in Utrecht en van daaruit vervoerd naar opslagloodsen in[woonplaats],[woonplaats] en [woonplaats] en naar verkooploodsen in onder meer[woonplaats], [woonplaats] en [woonplaats]. De rechtbank acht daarvoor redengevend de administratie met aantekeningen over aan- en verkoop van kleding schoenen en parfums, die is gevonden aan de [adres] met op een tweetal collegeblokken een vingerafdruk van respektievelijk[medeverdachte 1] en [medeverdachte 5], in samenhang met de in beslag genomen goederen en de afgeluisterde telefoongesprekken. Dat de opslagplaats op naam van iemand anders is gehuurd doet hier niet aan af, nu niet aannemelijk is geworden dat deze persoon daadwerkelijk deze opslagruimte heeft gebruikt en de huur heeft betaald.
[medeverdachte 1] werd geholpen door [medeverdachte 5] en [medeverdachte 7].
[medeverdachte 7] heeft kleding vervoerd tussen de opslagplaatsen en de verkooplocaties. [medeverdachte 7] kreeg hiertoe opdracht van [medeverdachte 5] (“[M]”). [medeverdachte 7] moest in opdracht van [medeverdachte 5] een bus huren en daar kreeg hij geld voor. [medeverdachte 7] reed vervolgens met de bus naar de opslagplaats in[woonplaats], waar door twee jongens uit de opslagloods de kleding in de bus werd geladen. Dit waren grote hoeveelheden. [medeverdachte 7] kreeg een TomTom mee waarin adressen waren ingevoerd in de buurt van waar [medeverdachte 7] zijn lading moest lossen. [medeverdachte 7] kreeg nooit direct het adres van de betreffende loods, steeds een adres vlak in de buurt.
[medeverdachte 5] hielp[medeverdachte 1]. Uit eerder genoemde gesprekken blijkt dat [medeverdachte 5][medeverdachte 1] verving als hij in het buitenland verbleef en in dat geval degene is die bepaalt of goederen teruggegeven mogen worden. [medeverdachte 5] is betrokken bij het leeghalen van een container met merkvervalste schoenen en heeft deze schoenen voor de verkoop meegenomen naar de winkel [naam 1] in[woonplaats] waar hij werkzaam is.
[medeverdachte 4] hielp[medeverdachte 1] met onder meer het sorteren van de kleding en huurde opslagplaatsen. Daarnaast nam hij merkvervalste goederen af van[medeverdachte 1] en verkocht deze goederen zelfstandig.
[verdachte] nam merkvervalste goederen af van[medeverdachte 1], [medeverdachte 2] wist hiervan en werkte mee met [verdachte]. Uit de afgeluisterde gesprekken blijkt dat [verdachte] en [medeverdachte 2] alleen van[medeverdachte 1] kleding afnamen en[medeverdachte 1] waarschuwden als iemand rechtstreeks aan hen wilde gaan leveren.
[verdachte] en [medeverdachte 2] zijn de personen die de verkoop aan afnemers (lieten) verzorgen. Zij hebben reclame op de website van “marktplaats” gemaakt en verstuurden sms-bommen aan de hen bekende afnemers. [verdachte] is degene die de verkoopprijzen bepaalde en instructies gaf over welke goederen eerst verkocht moesten worden.
[medeverdachte 2] heeft kleding verkocht, huur van opslagloodsen betaald en hield de administratie bij. Uit gesprekken tussen hem en [verdachte] blijkt dat hij [verdachte] aansprak als iets fout is genoteerd en omgekeerd sprak [verdachte] [medeverdachte 2] hierop aan.[medeverdachte 3] heeft een aantal opslagloodsen gehuurd, [verdachte] en [medeverdachte 2] ondersteund, en maakte reclame voor de merkvervalste goederen. Hij verkocht deze ook.
[medeverdachte 6] werkte voor [verdachte] en [medeverdachte 2]: hij vervoerde de merkvervalste goederen tussen de verschillende opslagplaatsen en verleende de nodige hand- en spandiensten zoals het tellen van voorraden en het helpen van klanten. Daarnaast heeft hij ook kleding verkocht.
Uit de tapgesprekken en de historische telecom gegevens van de telefoonnummers, die door de verdachten werden gebruikt, is gebleken dat zij intensief contact met elkaar hadden over diverse aspecten van de handel.
Periode
Naar het oordeel van de rechtbank biedt het dossier onvoldoende aanknopingspunten om de handel in merkvervalste goederen vanaf 1 januari 2008 bewezen te achten.
De rechtbank neemt de plaatsing van advertenties op marktplaats.nl op 24 september 2009 als uitgangspunt voor de bewezenverklaring van de handel in merkvervalste goederen voor[medeverdachte 1], [verdachte] en [medeverdachte 2]. Zoals uit de bewijsmiddelen hiervoor volgt, is deze advertentie te linken aan [medeverdachte 2] en [verdachte].
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank volgt hieruit dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachten bij de handel in merkvervalste goederen. Gelet op het grote aantal goederen dat in beslag is genomen, de grote aantallen vermeld in de in- en verkoop administratie, de aantallen waarover wordt gesproken en de lange duur is de rechtbank van oordeel dat deze handel bedrijfsmatig heeft plaats gevonden.
De rechtbank acht niet aannemelijk geworden dat er sprake is van enige druk op [verdachte] om merkvervalste kleding te verkopen, anders dan dat verdachte de eerder afgenomen en in beslag genomen merkvervalste goederen moest betalen.
4.3.3
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het deelnemen aan een criminele organisatie
De rechtbank is op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie en overweegt daartoe het volgende.
Verdachte heeft samen met de andere verdachten op grote schaal merkvervalste kleding ingekocht, vervoerd en verkocht aan afnemers.
Voor een veroordeling voor deelname aan een criminele organisatie dient te worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een organisatie, dat die organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven en dat de verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen. Voor een criminele organisatie moet er sprake zijn van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband tussen twee of meer personen.
Dat is hier het geval.[medeverdachte 1] zorgde voor de inkoop van de kleding uit Turkije en China.[medeverdachte 1] verdeelde de kleding en bepaalde welk deel aan [verdachte] (en [medeverdachte 2]) en [medeverdachte 4] werd verkocht.
[medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] hielpen[medeverdachte 1] bij het (doen) vervoeren van de kleding tussen verschillende loodsen.
[verdachte] had contact met[medeverdachte 1] over wat er binnen zou komen aan kleding en wanneer er betaald moest worden. [verdachte] bepaalde uiteindelijk de verkoopprijzen en hij verdeelde de kleding onder de verkooplocaties. [medeverdachte 2],[medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] adverteerden via internet en sms-bommen en verkochten de merkvervalste kleding vanuit de verkooplocaties. Zij verrichtten niet alleen verkoopwerkzaamheden maar verrichtten ook werkzaamheden ten behoeve van het geheel. [medeverdachte 2] hield administratie bij en samen met[medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] telde hij kleding en sorteerde de merkvervalste goederen.[medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] huurden opslagplaatsen en [medeverdachte 2] betaalde huur voor opslagplaatsen. [verdachte] bepaalde verkoopprijzen die door [medeverdachte 2],[medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] in rekening moesten worden gebracht.
Door bovengenoemde intensieve wijze van samenwerken, de nauwe afstemming onderling en het bewezen verklaarde tijdsverloop is voldaan aan het vereiste van een duidelijk gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband. De rechtbank is gelet op vorenstaande van oordeel dat er sprake is geweest van een criminele organisatie.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen tevens vast dat het doel van deze organisatie het plegen van misdrijven was, namelijk misdrijven die gericht waren op de handel in merkvervalste kleding, tassen, parfum en schoenen, en dat verdachte heeft deelgenomen aan deze organisatie.
Dat verdachten stellen zich er niet van bewust te zijn geweest dat zij deel uitmaken van de criminele organisatie kan hieraan niet afdoen. Evenmin is van belang dat niet elke verdachte alle andere verdachten kende.
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op tijdstippen in de periode van 24 september 2009 tot en met 4 juli 2011 te Utrecht en Amsterdam en Montfoort en Alsmeer en Leiderdorp en Woerden en Lopik en Oudewater, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk
- waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, en
- waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertoonden als een tekening of model waarop een ander recht had, dan wel daarmede slechts ondergeschikte verschillen vertoonden,
te weten hoeveelheden kleding en tassen en parfum en schoenen, valselijk voorzien van het beschermd woord- of beeldmerk
"Bjorn Borg" en "G-star" en "Replay" en "Lacoste" en "Hilfiger" en "Nike" en "Dior" en "Botticelli"en "Dolce & Gabbana" en "Dsquared" en "Diesel" en "Prada" en "GUESS" en "Adidas" en "True Religion" en "Ed Hardy"en "Moncler" en "Pall Mall" en "La Martina" en "Armani" en "Bikkembergs" en "Ralph Lauren" en "Burberry" en "Chanel"
en
andere beschermde woord- of beeldmerken, valselijk voorzien van een anders handelsnaam of van een merk waar anderen recht op hebben, hebben ingevoerd, verkocht, te koop hebben aangeboden en hebben afgeleverd, en in voorraad hebben gehad, zulks terwijl verdachte en zijn mededaders van het plegen van dit misdrijf als bedrijf hebben uitgeoefend.
2.
op tijdstippen in de periode van 24 september 2009 tot en met 4 juli 2011 te Utrecht en Amsterdam en Montfoort en Aalsmeer en Leiderdorp en Woerden en Lopik en Oudewater, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband met[medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en[medeverdachte 3]en [medeverdachte 6] en[medeverdachte 4] en [medeverdachte 5], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van de volgende misdrijven:
- het bedrijfsmatig invoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren en in voorraad hebben van merkvervalste goederen, strafbaar gesteld bij artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
6. De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezen verklaarde levert de navolgende strafbare feiten op:
1. medeplegen van het opzettelijk waren, die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht heeft, invoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren of in voorraad hebben, meermalen gepleegd, terwijl de schuldige het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend;
en
medeplegen van het opzettelijk waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertonen als een tekening of model waarop een ander recht heeft, dan wel daarmee slechts ondergeschikte verschillen vertonen, invoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren of in voorraad hebben, meermalen gepleegd, terwijl de schuldige het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend;
2. deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
7. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8. Motivering van de straffen en maatregelen
8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd overweegt de rechtbank in het bijzonder het volgende.
Verdachte heeft zich gedurende bijna twee jaar schuldig gemaakt aan (het medeplegen van) handel in merkvervalste goederen, en deelname aan een criminele organisatie. Met de handel in merkvervalste goederen wordt aan de rechthebbenden van de intellectuele eigendomsrechten schade toegebracht. In de onderhavige zaak zijn veel merkhouders gedupeerd geraakt zoals is gebleken uit de aangiften. Deze merkhouders hebben ten koste van grote marktinspanningen hun merken en designs tot bekende producten gemaakt, die veel goodwill vertegenwoordigen en garant staan voor een constante hoge kwaliteit. Door deze merkvervalsing wordt het vertrouwen beschaamd dat gesteld moet kunnen worden in het beschermde merk, omdat de merkvervalste producten vaak kwalitatief ver achter blijven bij de echte merkproducten. Tevens wordt aan bonafide bedrijven die zich wel aan hun verplichtingen houden, oneerlijke concurrentie aangedaan.
Deze handel in valse merkkleding heeft op grote schaal en in georganiseerd verband plaatsgevonden. In een periode van bijna twee jaar is immers voor ruim € 4.000.000,00 aan merkvervalste kleding verhandeld. Ruim 45.000 stuks kleding lag verspreid over acht loodsen in Nederland en er is bij verdachten een totaalbedrag van € 120.000,00 aan contant geld in beslag genomen afkomstig van deze handel. Teneinde de handel op deze schaal te kunnen voeren hebben verdachten een goed georganiseerd samenwerkingsverband opgezet, waarin ieder zijn aandeel heeft gehad. Het risico van niet toegestaan zijn van handel in merkvervalste artikelen werd ingeschat op het kwijt kunnen raken van deze goederen en als bedrijfsrisico ingecalculeerd.
Spreiding van de goederen over meerdere opslagruimtes en het verplaatsen van goederen van de ene plek naar de andere is daarbij als middel gezien om dit risico te beperken. Soms werd een opslagplaats op naam van iemand anders gehuurd om op die manier buiten beeld te blijven. Drie van de (mede)verdachten, [verdachte], [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] waren al eerder aangesproken door merkhouders en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] hebben hiervoor ook boetes aan de merkhouders betaald. Desondanks zijn verdachten doorgegaan met hun handel.
Verdachte heeft hierin een groot aandeel gehad. Hij was degene die de goederen kocht, de prijzen van de te verkopen merkvervalste goederen bepaalde en anderen instructies gaf. Er werden meerdere opslagruimtes gehuurd en verdachte gaf opdracht goederen naar een opslagruimte te verplaatsen. Dit alles terwijl van hem in 2009 op één adres 50.000 merkvervalste goederen in beslag waren genomen. Verdachte is desondanks doorgegaan met de handel in merkvervalste goederen. Dat hij dit deed om zijn schulden voortkomend uit die inbeslagname te kunnen betalen, pleit niet in zijn voordeel.
Dit alles neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op
de inhoud van een verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 12 juli 2013 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Verdachte heeft ter terechtzitting gezegd zich niet meer met dergelijke feiten in te laten. De rechtbank neemt dit ten voordele mee in de strafmaat. Daarnaast acht de rechtbank een kortere periode bewezen dan de officier van justitie zodat ook op die grond een lagere straf zal worden opgelegd dan door de officier van justitie is geëist.
Ten slotte zal de rechtbank bij de straftoemeting in aanmerking nemen dat de redelijke termijn is geschonden. De redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden is op
4 juli 2011 met de inverzekeringstelling van verdachte aangevangen, hetgeen als het moment moet worden beschouwd waarop vanwege de Nederlandse Staat jegens verdachte een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zou worden ingesteld. Het proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD in deze zaak is op 24 mei 2012 gesloten. Op 25 februari 2013 vond een eerste (regie)zitting bij de rechtbank plaats. Op 30 september 2013 en 1 oktober 2013 vond de inhoudelijke behandeling ter terechtzitting plaats. Het onderzoek ter terechtzitting is op 15 oktober 2013 gesloten. Er wordt op 22 oktober 2013 uitspraak in deze zaak gedaan. Uit het voorgaande volgt dat de procedure 2 jaar, 3 maanden en 3 weken heeft geduurd.
De rechtbank neemt als uitgangspunt dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting in eerste aanleg binnen 2 jaren dient te zijn afgerond. De redelijkheid van de duur van een strafzaak is afhankelijk van de ingewikkeldheid van de zaak, van de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld en de invloed van de verdediging op het procesverloop. De inhoudelijke behandeling heeft door onderzoekswensen aan de zijde van de verdediging en de agenda van de rechtbank pas op 30 september 2013 en 1 oktober 2013 kunnen plaatsvinden. Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de redelijke termijn met 3 maanden en 3 weken is geschonden. De rechtbank zal om deze reden tot strafvermindering met 5% overgaan.
Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van
12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met een proeftijd van 2 jaar passend en geboden is.
9. Het beslag
9.1
Verbeurdverklaring
Onder verdachte is het volgende in beslag genomen: € 4.585,00.
De rechtbank is van oordeel dat het geld afkomstig is van handel in merkvervalste kleding en dat het geld verdachte toebehoort en derhalve vatbaar is voor verbeurdverklaring. Het geld zal dan ook verbeurd worden verklaard.
10. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
11. Beslissing
De rechtbank:
Geldigheid van de dagvaarding
Verklaart de dagvaarding geldig.
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
1. medeplegen van het opzettelijk waren, die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht heeft, invoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren of in voorraad hebben, meermalen gepleegd, terwijl de schuldige het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend;
en
medeplegen van het opzettelijk waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertonen als een tekening of model waarop een ander recht heeft, dan wel daarmee slechts ondergeschikte verschillen vertonen, invoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren of in voorraad hebben, meermalen gepleegd, terwijl de schuldige het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend;
2. deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 4 (vier) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Beslag
Verklaart verbeurd: € 4.585,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Ebbens, voorzitter, mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen en
mr. C.S.K. Fung Fen Chung, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.A.B. Kleemans, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van
22 oktober 2013.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat
1.
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 4 juli 2011 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Montfoort en/of Alsmeer en/of Leiderdorp en/of Woerden en/of Lopik en/of Oudewater, althans n Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk
- valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
- waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, en/of
- waren die ter aanduiding van herkomst valselijk van de naam van een bepaalde plaats met bijvoeging van een verdichte handelsnaam waren voorzien en/of
- waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking, was nagebootst, en/of
- waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertoonden als een tekening of model waarop een ander recht had, dan wel daarmede slechts ondergeschikte verschillen vertoonden,
te weten (een) hoeveelhe(i)d(en) kleding en/of tassen en/of parfum en/of schoenen, valselijk voorzien van het beschermd woord- en/of beeldmerk
"Gaastra" en/of "Bjorn Borg" en/of "G-star" en/of "Replay" en/of "Lacoste" en/of "Hilfiger" en/of "Nike" en/of "Dior" en/of "Botticelli"en/of "Dolce & Gabbana" en/of "Dsquared" en/of "Diesel" en/of "Prada" en/of "GUESS" en/of "Adidas" en/of "True Religion" en/of "Ed Hardy"en/of "Moncler" en/of "Pall Mall" en/of "La Martina" en/of "McGregor" en/of "Armani" en/of "Bikkembergs"en/of "Ralph Lauren" en/of "Burberry"en/of "Chanel"
en/of
andere beschermde woord- en/of beeldmerken, in elk geval een of meer wa(a)r(en), valselijk voorzien van (een) vals(e) en/of vervalst(e) merk(en) dan wel valselijk voorzien van een anders handelsnaam en/of van een merk waar (een) ander(en) recht op heeft/hebben, heeft/hebben ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verkocht, te koop heeft/hebben aangeboden en/of heeft/hebben afgeleverd, uitgedeeld en/of in voorraad heeft/hebben gehad, zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) van het plegen van dit misdrijf zijn beroep heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van dit misdrijf/misdrijven als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend,
art 337 lid 3 Wetboek van Strafrecht
2.
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 4 juli 2011 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Montfoort en/of Aalsmeer en/of Leiderdorp en/of Woerden en/of Lopik en/of Oudewater, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband met[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of[medeverdachte 3]en/of [medeverdachte 6] en/of[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 7] en/of andere (rechts)personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van de volgende misdrijven:
- het beroeps- of bedrijfsmatig invoeren, doorvoeren, uitvoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren, uitdelen en in voorraad hebben van merkvervalste goederen, strafbaar gesteld bij artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht;
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 22‑10‑2013
Proces-verbaal uitwerken Tap A, pagina 3712 (tot en met 4038).
Proces-verbaal uitwerken Tap B, pagina 4039 (tot en met pagina 4531).
Proces-verbaal uitwerken Tap D, pagina 5159 (tot en met pagina 5393).
Proces-verbaal uitwerken tap C, opgenomen op pagina 4532 (tot en met pagina 5158).
Proces-verbaal uitwerken tap C, gesprek 3110051292 d.d. 9 mei 2011 om 22:15 uur, pagina 4553.
Uit tap A blijkt dat [verdachte] regelmatig kontact heeft met de gebruiker van dit nummer: “[X]” genoemd. Zie ook het gesprek d.d. 20 april 2011 om 16.41 uur (p. 3864) “[O]” wordt gebeld door NN man. “We moeten [X] toch ook helpen. NN man zegt tegen [O] dat hij [X] zelf maar moet bellen en geeft nummer[nummer]”. Op 11 mei 2011 wordt via een tapgesprek en observatie (AH-032) vastgesteld dat [X] zich verplaatst in een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken]. Deze is verhuurd aan[broer] (AH-038). Tijdens de observatie (OBS-014) zijn foto’s gemaakt. Voorts zijn de pasfoto’s van R. (D-036a) en S. (D-037a)[medeverdachte 1] opgevraagd. De pasfoto van [medeverdachte 1] komt overeen met de foto’s van de observaties (AH-040). Verder is dit nummer met vermelding “[X] bro new” aangetroffen in telefoon met nummer[nummer].
In CIE-info (AH-008 en AH-009) komt dit nummer naar voren als gebruikt door iemand die zich [bijnaam],[bijnaam] of [bijnaam] noemt en vanuit een loods aan de [adres] in [woonplaats] nepkleding verkoopt. Dit telefoonnummer stond vermeld in de display van de genoemde loods in [woonplaats], alsmede in het display van de [adres] te[woonplaats]. Verder is er stemherkenning van [verdachte] via de uitgeluisterde taps (AH-024, pagina 516). Voorts is er een telefoongesprek van 8 april 2011 om 14:07 uur: er wordt ingebeld op nummer nummer. en de beller spreekt de gebelde aan met “Den” (pagina 4073). Ook is er een telefoongesprek van 10 april 2011 om 13:41 uur: er wordt ingebeld op nummer. en de beller spreekt de gebelde aan met “[verdachte]” (pagina 4884).Ten slotte zijn er “SMS-bommen” verstuurd van dit nummer met aanbieding van merkkleding op 7 april 2011 en 14 april 2011: “Gr.[bijnaam]”(AH-023, pagina 505).
Een telefoon met dit nummer is bij de doorzoeking op 4 juli 2011 aangetroffen op de slaapkamer van [verdachte].Via tap C ([medeverdachte 1]) wordt duidelijk dat [verdachte] een nieuw nummer heeft (AH-23a). Verder is er een telefoongesprek geweest op 22 mei 2011 om 01:03 uur (pagina 510) waarin [nummer] belt naar [X]: beller zegt dat “hij had gehoord dat [X] net zijn broertje had gebeld” en “dit wordt mijn vaste nummer”. Dit nummer wordt aangetroffen op adreslijst op de simkaart van de telefoon van [medeverdachte 6] ([nummer] met vermelding “F] nieuw +[nummer.” (pagina 1502 en 1549). Getuige[getuige 8] heeft op 12 juli 2011 verklaard: “Ik bel [bijnaam] altijd op onder zijn nummer (06) 3452 nummer.. De persoon op foto D-022a ken ik als [bijnaam]”, pagina 6298. D-022a is een foto van [verdachte] (pagina 7073). Er zijn SMS-bommen verstuurd vanaf dit nummer die zijn ondertekend met “[bijnaam]” (pagina 98).
De verklaring van [medeverdachte 2]: Het nummer[nummer] is mijn nummer. Die telefoon is niet van mij, maar van [verdachte]. Ik gebruik dit nummer het laatste half jaar voor de klanten in onze handel in merkvervalste kleding, pagina 5740.
De verklaring van [medeverdachte 2]: Het nummer[nummer] is mijn nummer. Die telefoon is niet van mij, maar van [verdachte]. Ik gebruik dit nummer het laatste half jaar voor de klanten in onze handel in merkvervalste kleding, pagina 5740.
De verklaring van [medeverdachte 2], pagina 5738.
Deze telefoon wordt bij[medeverdachte 3] tijdens zijn aanhouding aangetroffen (AH-122, pagina 2487 en AH122C, pagina 2495). In zijn verhoor zegt hij twee prepaid telefoons te hebben (pagina 5886).
Deze telefoon wordt bij[medeverdachte 3] tijdens zijn aanhouding aangetroffen (AH-122, pagina 2487 en AH122C, pagina 2494). In zijn verhoor zegt hij twee prepaid telefoons te hebben (pagina 5886).
D-351, pagina 8371.
Uit tap C ([medeverdachte 1]) komt naar voren dat er regelmatig kontact is met de gebruiker van dit nummer. In het gesprek op 10 mei 2011 om 20:22 uur (pagina 4574) zegt de beller met nummer[nummer][nummer]: “zeg gewoon van[W] kan er niets aan doen”. Uit een observatie op 31 mei 2011 komt naar voren dat een Renault Kangoo met kenteken [kenteken] (op naam van [medeverdachte 4]) geparkeerd staat bij [naam 1] aan de [adres] te[woonplaats] (OBS-020). Tegelijkertijd volgt uit tap C een inkomend gesprek van[nummer] (gesprek van 31 mei 2011 om 17:16 uur op pagina 4834):“We zijn er met 2 minuten”. Voorts blijkt uit genoemd OBS-verslag dat “[X]” om 17:20 uur het terrein op rijdt. Op een USB-stick aangetroffen in bruin tasje in woonkamer (ibcode B-Digi-VII, AH-053A, pagina 630 van de[adres] te[woonplaats] waar [medeverdachte 4] aanwezig was bij de doorzoeking daar op 4 juli 2011) is een verkoopadvertentie kleding met daarin de vermelding van het telefoonnummer: [nummer] (D-302).[medeverdachte 4] heeft op 16 augustus 2011 verklaard ”Er zijn maar weinig mensen die mij[W] noemen” (pagina 5846).
Pagina 2032.
De verklaring van [medeverdachte 5], pagina 5836.
De verklaring van [medeverdachte 6], pagina 5809.
Uit de taps A, B en D blijkt dat de gebruiker van dit nummer regelmatig kontact heeft met [verdachte] en [medeverdachte 2] over afname en handel in kleding. In de gesprekken van tap D wordt de gebruiker van nummer. “[H]” genoemd.Bij de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 6] wordt een telefoontoestel met dit nummer aangetroffen (pagina 1502 en 1543). Bij het uitlezen van deze telefoon blijkt dat er SMS-berichten op staan met betrekking handel in merkkleding (AH-061G).
De verklaring van [medeverdachte 7], pagina 6115.
Uit tap A blijkt dat [verdachte] regelmatig kontact heeft met de gebruiker van dit nummer: “[X]” genoemd. Zie ook het gesprek d.d. 20 april 2011 om 16.41 uur (p. 3864) “[O]” wordt gebeld door NN man. “We moeten [X] toch ook helpen. NN man zegt tegen [O] dat hij [X] zelf maar moet bellen en geeft nummer[nummer].
Getuige [getuige 4] heeft op 4 juli 2011 verklaard: “Ik denk dat de persoon op foto D-022A die [bijnaam] is waar ik eerder over verklaarde. Ik ben er 90% zeker van dat dit [bijnaam] is” (pagina 6261).
Getuige[getuige 8] heeft op 12 juli 2011 verklaard: “Ik bel [bijnaam] altijd op onder zijn nummer (06) 3452 nummer.. De persoon op foto D-022a ken ik als [bijnaam]”, pagina 6298. D-022A is een foto van [verdachte] (pagina 7073). Ook [getuige 5] herkent op 18 juli 2011 [verdachte] op foto D-022A als [bijnaam], pagina 6088.
Er zijn SMS-bommen verstuurd vanaf de nummers van [verdachte] [nummer] en nummer. op het eind) die zijn ondertekend met “[bijnaam]” (pagina 98 en 505).
De verklaring van[getuige 1], bemiddelaar loodsen G en [Y]: “Dit is [bijnaam]” (na het tonen van foto D-022A van [verdachte], pagina 7073 en 6340).
De verklaring van [medeverdachte 2]: “Ik word wel eens [O] genoemd door andere mensen”, pagina 5698.
Op de vraag “Ben jij toch niet de persoon die zich [O] noemt in deze Marktplaats advertentie (D-064)” antwoord ik: “Dat zou best kunnen”, antwoordt [medeverdachte 2] op pagina 5738.
Op de simkaart van telefoon [nummer]: contact [K] +[nummer] (AH-061G, pagina 1551). Telefoon met nummer eindigend op [nummer] is in de fouillering van[medeverdachte 3] aangetroffen (pagina 2487 en 2494).
D-352, pagina 8373. In de woonkamer van de woning van[medeverdachte 3] is een USB stick aangetroffen met een verkoopadvertentie met het telefoonnummer van[medeverdachte 3] (2178 op het eind) met de naam “E.”.
De verklaring van [medeverdachte 4]: “Er zijn maar weinig mensen die mij[W] noemen”, pagina 5946.
De verklaring van [medeverdachte 5]: “Ik word aangesproken met [M]”, pagina 5837.
De verklaring van [medeverdachte 7]: “Ik herken de persoon op de foto (D-050) als de persoon waarvan ik wel eens een Tom Tom heb gekregen om naar loodsen te rijden” en pagina 7155 (D-050 is een foto van [medeverdachte 5]).
De verklaring van [verdachte]: “met[H] bedoel ik [medeverdachte 6]”, pagina 5682.
Auto van PON Dealer, gehuurd op naam van de [bijnaam] van[medeverdachte 1], te weten[broer] (AH-038).[medeverdachte 1]is de vermoedelijke gebruiker omdat observanten op 13 mei 2011 ‘[X]’ zien instappen in deze auto en als bijrijder mee naar [naam 1] [adres] [woonplaats] is gereden.
Gezien is dat een neef van[medeverdachte 1] ([neef])[medeverdachte 1] in deze auto rond rijdt. [neef] heeft verklaard dat hij op 1 juli 2011 met[medeverdachte 1] in de auto reed (V20-1).
RDW: kenteken vanaf 6 juli 2010 op naam van[getuige 8] d.d. 19 oktober 2011, pagina 7049 en de verklaring van[getuige 8] d.d. 12 juli 2011: deze auto gebruikt [bijnaam], de oudste [bijnaam].
RDW: pagina 8112 en 8113: kenteken op naam[getuige 9] vanaf 5 februari 2011 en uitdraai RDW d.d. 19 oktober 2011 en de verklaring van[getuige 9] (voorgehouden 37-KGP-3) d.d. 11 juli 2011: [getuige 10] heeft mij gevraagd om de auto op mijn naam te zetten voor een ander en de verklaring van[getuige 8] d.d. 12 juli 2011: Ik heb de heer[getuige 9] gevraagd om de auto op zijn naam te zetten omdat [medeverdachte 3] uit[woonplaats] mij dit gevraagd heeft. De BMW 3 is van de jongste jongen, [O].
De verklaring van[medeverdachte 3] d.d. 4 juli 2011, p. 5887: ik heb een Golf met kenteken[kenteken] maar kan ook zijn[kenteken].
De verklaring van [medeverdachte 4], pagina 5916 en 5944.
De verklaring van [medeverdachte 5] d.d. 4 juli 2011, opgenomen op pagina 5840.
RDW: vanaf 17 maart 2011 op naam van [medeverdachte 6], opgenomen op pagina 8124 en RDW: van11 maart 2011 - 17 maart 2011 op naam van [medeverdachte 2], pagina 8126.
[medeverdachte 7] heeft deze auto’s gehuurd bij verhuurbedrijf[naam 1] (AH-099).
AH-075, pagina 2265 en 2266.
A-G-002, pagina 6362 tot en met 6364, A-G-013, pagina 6397 tot en met 6400, A-G-020, pagina 6466 tot en met 6468 en A-G-025, pagina 6479 tot en met 6481.
A-G-001, op pagina 6352 en verder.
A-G-015, pagina 6405 tot en met 6406, A-G-016, pagina 6411 tot en met 6412 en A-G-018, pagina 6450 tot en met 6451.
De verklaring van [verdachte] afgelegd op 7 juli 2011 bij de rechter-commissaris en de verklaring van [verdachte] afgelegd ter terechtzitting van 30 september 2013.
De verklaring van verdachte [verdachte] d.d. 12 juli 2011, opgenomen op pagina 5681 en 5682.
De verklaring van verdachte [verdachte] d.d. 8 augustus 2011, pagina 5685 en 5686.
De verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 4 juli 2011, pagina 5693.
De verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 4 juli 2011, pagina 5698.
De verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 4 juli 2011, pagina 5699.
De verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 4 juli 2011, pagina 5696.
De verklaring van [medeverdachte 2] d.d. 4 juli 2011, pagina 5704.
De verklaring [medeverdachte 2] d.d. 5 juli 2011, pagina 5715.
De verklaring [medeverdachte 2] d.d. 6 juli 2011, pagina 5727.
De verklaring van [medeverdachte 2] op 12 juli 2011, pagina 5738.
De verklaring van [medeverdachte 2] op 12 juli 2011, pagina 5740.
De verklaring van [medeverdachte 2] op 12 juli 2011, pagina 5741
De verklaring van [medeverdachte 2] op 12 juli 2011, pagina 5745.
De verklaring van [medeverdachte 2] op 12 juli 2011, pagina 5746.
De verklaring van[medeverdachte 3] d.d. 6 juli 2011, pagina 5904.
De verklaring van [medeverdachte 5], pagina 5837.
De verklaring van [medeverdachte 5], pagina 5840.
De verklaring van [medeverdachte 4] d.d. 4 juli 2011, pagina 5917.
De verklaring van [medeverdachte 7] d.d. 25 juli 2011, pagina 6110.
De verklaring van [medeverdachte 7] d.d. 25 juli 2011, pagina 6111
De verklaring van [medeverdachte 7] d.d. 25 juli 2011, pagina 6112.
De verklaring van [medeverdachte 7] d.d. 26 juli 2011, pagina 6115 en 6116.
De persoon op foto D-050 is [medeverdachte 5], pagina 7155.
De verklaring van [medeverdachte 7] d.d. 27 juli 2011, pagina 6118.
Pagina 7860 en 7861.
De verklaring van [medeverdachte 7] d.d. 27 juli 2011, pagina 6119.
OBS-019a, pagina 5619.
De verklaring van [medeverdachte 7] 27 juli 2011, pagina 6119 en 6120.
AH-06, pagina 419, 423-433.
AG-06, proces-verbaal verhoor getuige [getuige 11] d.d. 1 februari 2011, pagina 421.
AH-06, proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2011, pagina 420.
G15-01, de verklaring van [getuige 11] d.d. 25 augustus 2011, pagina 6327.
G-18, de verklaring van [getuige 1] d.d. 18 oktober 2011, pagina 6339 en 6340.
A-G-19, pagina 6264 tot en met 6265.
D-160, pagina 7839 tot en met 7841.
OBS-019, pagina 5614.
RHV-001-A, pagina 8608 en 8609.
AH-115, pagina 2445.
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij zijn auto’s niet uitleent, pagina 5840.
De verklaring van [medeverdachte 7] d.d. 27 juli 2013, pagina 6119.
OBS-019, pagina 5616.
D-023 is een foto van [medeverdachte 2], pagina 7074.
De verklaring verhuurder [getuige 2] (G-17) d.d. 17 oktober 2011, pagina 6334 en 6335.
Tap B, pagina 4492 tot en met 4511.
De verklaring van[medeverdachte 1] d.d. 4 juli 2011, opgenomen op pagina 5756.
AH-103, pagina 2367.
De verklaring[getuige 3] d.d. 2 augustus 2011, opgenomen op pagina 6210, 6211 en 6212.
A-G-24, pagina 6476 tot en met 6478.
AH-060, 1462 en 1463.
Pagina 1471 en [nummer].
Bijlage AH-060B, Lijst met in beslag genomen voorwerpen d.d. 4 juli 2011, opgenomen op pagina 1470 tot en met 1480.
A-G-011, opgenomen op pagina 6390 tot en met 6393.
A-G-015, opgenomen op pagina 6406.
Proces-verbaal van verhoor verhuurder locatie E, [getuige 4] d.d. 10 januari 2012, opgenomen op pagina 6258 en 6259.
Pagina 6260.
Pagina 6261.
Pagina 7073.
Pagina 7074.
Proces-verbaal doorzoeking pand E d.d. 4 juli 2011, opgenomen op pagina 1463.
D-158, pagina 7836 en 7837.
OBS-002, pagina 5512.
Uitwerking beelden [woonplaats], voertuigen die het terrein [adres] op of af rijden, opgenomen als bijlage D-241, pagina 8105 tot en met 8111.
Tap B, pagina 4050 en 4051.
De verklaring van [getuige 5] d.d. 18 juli 2011, pagina 6086, 6087, 6088 en 6089.
Tap B, pagina 4155.
Tap A, pagina 3828.
De verklaring van [getuige 6] d.d. 22 juli 2011, pagina 6124, 6125, 6126 en 6129.
AH-068, pagina 2214.
Pagina 2221.
Pagina 2220 en 2221.
A-G-012, pagina 6394 tot en met 6396.
A-G-018, pagina 6450 en 6451.
Pagina 7163 en 7164.
Pagina 7073.
De verklaring van [getuige 12] d.d. 4 juli 2011, opgenomen op pagina 6267, 6268 en 6269.
Tap A, pagina 3856.
Tap A, pagina 3857.
Tap A, pagina 3866.
Tap B, pagina 4292.
Tap D, pagina 5266.
OBS-011, pagina 5545.
Pagina 5546.
AH-058, pagina 1423 tot en met 1425.
Pagina 1424.
D-023 is een foto van [medeverdachte 2], pagina 7074.
Pagina 7121.
De verklaring van verhuurder [getuige 2] (G-17) d.d. 17 oktober 2011, pagina 6334 en 6335.
G-18, de verklaring van [getuige 1] d.d. 18 oktober 2011, pagina 6339 en 6340.
Tap B, pagina 4428.
Tap B, pagina 4429.
OBS-011, pagina 5545 en 5546.
OBS-019, pagina 5616.
AH-067, pagina 2207.
A-G-10, pagina 6387 tot en met 6389.
De verklaring van [getuige 13] d.d. 4 juli 2011, opgenomen op pagina 6274 en 6275.
Tap A, pagina 4034.
OBS-011, pagina 5545 en 5546.
Pagina 1432.
AH-059, pagina 1431 tot en met 1436 en pagina 1440 tot en met 1446.
A-G-002, pagina 6362 tot en met 6364.
A-G-017, pagina 6431.
AH-143, pagina 2600.
AH-143, pagina 2600.
De verklaring van [getuige 14] d.d. 4 juli 2011, opgenomen op pagina 6279.
Pagina 6280.
Pagina 6281.
D-347 en D-348.
AH-066, D-037.
D-112, pagina 7724.
OBS-002, pagina 5512.
OBS010, pagina 5539 en 5540.
OBS-027, pagina 5653, 5654 en 5656.
De persoon op foto D-050 is [medeverdachte 5], pagina 7155.
De verklaring van [medeverdachte 7] d.d. 25 juli 2011, opgenomen op pagina 6110.
AH-064, pagina 2185.
A-G-004, pagina 6368 tot en met 6370.
De verklaring van[getuige 15] d.d. 4 juli 2011, pagina 6293.
De verklaring van[getuige 16] d.d. 20 juli 2011, pagina 6315.
Pagina 7786.
Pagina 7804.
Pagina 7122.
Pagina 7164.
Pagina 6316.
V11, pagina 6022 e.v. en pagina 6030.
D-345, pagina 8365.
AH-053H, pagina 630.
D-150, pagina 7813.
AH,063, pagina 2163 tot en met 2168.
A-G-006, A-G-007, A-G-008 en A-G-009.
A-G-016 pagina 6411 en 6412.
D-071 tot en met D-075, pagina 7191-7202.
Pagina 1056.
OBS-015, pagina 5584 en 5585.
AH-097, pagina
Pagina 2337 en 2337.
A-G-013, pagina 6397 tot en met 6399.
D-163, pagina 7845.
Pagina 1062.
De verklaring van [getuige 17] d.d. 21 juli 2011, pagina 6320 en 6321.
Pagina 7804.
Pagina 7121.
De verklaring van [getuige 17] d.d. 21 juli 2011, pagina 6322.
AH-97D, pagina 2342 en 2343 en D-344, pagina 8364.
AH-057, pagina 1111 tot en met 1115.
Pagina 1113 en 1114.
AH-057N, pagina 1190.
Pagina 1199.
Pagina 1208.
Pagina 1211 en 1230.
D-065, D-005 en D-378.
D-005, 7015 en 7016.
AH-057T, pagina 1278.
AH-057T, pagina 1292.
Pagina 1294.
GSM Samsung GT-E2120, pagina 1540.
D-351, pagina 8371.
D-352, pagina 8373 en D-359, pagina 8390 en 8391.
D-359 en D-354.
D-354 en D-359 15/19, pagina 8359.
AH-057AB, pagina 1408 en 1409.
D-381, pagina 8493 tot en met 8496.
D-355, D-356, pagina 8376 en pagina 8376a, D-359 9/19, pagina 8389.
D-084, pagina 7217 (tot en met 7270).
D-085, pagina 7271 (tot en met 7309.
AH-057D, pagina 1122.
AH-057, pagina 1121, AH-057D, pagina 1122.
A-G-025, pagina 6479.
AH-053, pagina 523 tot en met 626.
Pagina 625.
AH-053A, pagina 632.
AH-053E, pagina 672.
AH-053E, pagina 699.
Pagina 703.
Pagina 708.
Pagina 709.
AH-053H, pagina 630.
D-150, pagina 7813.
D-310 - D-323.
D-311 en D-312.
D-313, pagina 8330.
D-315-318, pagina 8332 tot en met 8335.
AH-053A, pagina 630
D-302, pagina 8316.
D-303-D-309, pagina 8317 tot en met 8325.
AH-053A, pagina 629.
A-G-020, pagina 6466.
AH-053C, pagina 637.
AH-053C, pagina 637 e.v.
AH-061, pagina 1496.
AH-061D1, pagina 1538.
AH-061G, pagina 1543.
Pagina 1540.
AH-061G, pagina 1543 tot en met 1597.
Pagina 25, 28 en 32 van AH-061G.
Pagina 1575.
Pagina 1571.
Pagina 1292.
Pagina 1576.
Pagina 1581.
Pagina 1571.
Pagina 1572.
Pagina 1572 en dit adres wordt ook genoemd in de sms op pagina 1587.
Pagina 1595.
D-331, pagina 8349.
AH-061J, pagina 1650.
Pagina 1696.
Pagina 1706.
D-327 en 329, p. 8344 e.v.
D-328, pagina 8345 en 8346.
D-331, p. 8349.
D-333, pagina 8352.
D-253, pagina 8127 tot en met 8131 en D-254, pagina 8132, D-256, pagina 8136 en AH-125, pagina 2516, 2517 en 2518.
AH-129a, pagina 2536.
AH-129a, pagina 2537.
AH-061B, pagina 1500.
A-G-021, pagina 6469.
AH-062, pagina 1918 tot en met 1920.
AH-062E, pagina 1947.
Pagina 5836.
Pagina 2032.
AH-062F, pagina 1959 e.v. en AH-062N.
AH-062B, pagina 1924 e.v.
A-G-022, pagina 6471.
AH-054, pagina 1023 tot en met 1025.
AH-054A, pagina 1026 tot en met 1029.
AH-054D, pagina 1051.
Pagina 1056.
AH-141 en AH-142, pagina 2596.
Pagina 1056.
Pagina 1062.
Tap C, pagina 4661.
Tap C, pagina 4904.
Tap C, pagina 4637.
Tap C, pagina 4647.
Tap C, pagina 4807.
Tap C, pagina 4581.
Tap C, pagina 4598.
Tap B, pagina 4314.
Tap C, pagina 4552 en 4553.
Tap C, pagina 4587.
Tap C, Pagina 4811.
Tap C, pagina 4811 en 4812.
Tap C, pagina 4820 en 4821.
Tap C, pagina 4750 en 4751.
Tap C, pagina 4756.
Tap C, pagina 4808.
Tap C, pagina 4812.
Tap A, pagina 3819 en 3820.
Tap B, pagina 4296 en 4297.
Tap B, pagina 4168 en 4169.
Tap B, pagina 4397 en 4398.
Tap D, pagina 5219 en 5220.
Tap A, pagina 3753.
AH-143, 2607 (vingerafdruk van[medeverdachte 1] aangetroffen)
AH-143, pagina 2604.
AH-117 en AH-117A, pagina 2454 tot en met 2462.
pagina 4714.
pagina 4728.
AH-142, pagina 2597.
In de opslagplaatsen in Montfoort, Woerden en Lopik zijn in totaal ruim 21.584 stuks kleding, 202 dozen kleding, 340 paar schoenen, 2 dozen met laarzen en 2.360 eenheden parfum aangetroffen. In de opslagloodsen in Utrecht, Amsterdam, Leiderdorp en Aalsmeer 23.710 stuks kleding, 2.667 paar schoenen en 2.271 eenheden parfum.
D-373, pagina 8435.
D-375, pagina 8470.
D-375, pagina 8471.
AH-075, pagina 2265 en 2266.
AH-070, pagina 2245 en 2246.
AH-097C, pagina 2340 en 2341.
A-G-001, pagina 6352 tot en met 6361.