Einde inhoudsopgave
Wet ambulancezorgvoorzieningen
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
09-07-2020, Stb. 2020, 275 (uitgifte: 22-07-2020, kamerstukken: 35471)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2020, Stb. 2020, 489 (uitgifte: 02-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
1.
Indien Onze Minister van oordeel is dat het bepaalde bij of krachtens deze wet niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze wordt nageleefd, kan hij de Regionale ambulancevoorziening een schriftelijke aanwijzing geven.
2.
In de aanwijzing geeft Onze Minister met redenen omkleed aan op welke punten het bepaalde bij of krachtens deze wet niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze wordt nageleefd, de in verband daarmee te nemen maatregelen, alsmede de termijn waarbinnen de Regionale ambulancevoorziening aan de aanwijzing moet voldoen.
3.
Indien het nemen van maatregelen in verband met gevaar voor de gezondheid redelijkerwijs geen uitstel kan lijden, kan de ingevolge artikel 21 met het toezicht belaste ambtenaar een schriftelijk bevel geven. Het bevel heeft een geldigheidsduur van zeven dagen, welke door Onze Minister telkens met eenzelfde periode kan worden verlengd zolang naar het oordeel van Onze Minister het gevaar voor de gezondheid niet is geweken.
4.
De Regionale Ambulancevoorziening is verplicht volledig en binnen de daarbij gestelde termijn aan de aanwijzing onderscheidenlijk onmiddellijk aan het bevel te voldoen.
5.
Indien de Regionale Ambulancevoorziening inzake het vierde lid in gebreke blijft waardoor het verlenen van ambulancezorg in de regio in gevaar komt, kan Onze Minister een bewindvoerder over de Regionale Ambulancevoorziening aanstellen.
6.
Onze Minister regelt bij de aanstelling de bevoegdheden en beloning van de bewindvoerder. Artikel 2:22, derde tot en met zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor ‘de rechter’ telkens wordt gelezen ‘Onze Minister’.