NJ 2011/353
Uitleg testament; toepasselijk recht; maatstaf; ‘mijn kinderen’.
HR 18-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9581, m.nt. S. Perrick
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 februari 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/01393
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
S. Perrick
- LJN
BO9581
- JCDI
JCDI:ADS161380:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9581, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9581, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2009
- Wetingang
Essentie
Uitleg testament; toepasselijk recht; maatstaf; ‘mijn kinderen’.
Nu de erflater is overleden na de inwerkingtreding op 1 januari 2003 van het huidige erfrecht, wordt de maatstaf voor de uitleg van het testament gegeven door art. 4:46 BW, dat immers ingevolge art. 68a Overgangswet Nieuw BW onmiddellijke werking heeft. Het hof had dus ingevolge het eerste lid van art. 4:46 te letten op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wenst te regelen en op de omstandigheden waaronder de uiterste wil is gemaakt. De gedachtegang van het hof die heeft geleid tot zijn oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.