Europees Handvest inzake lokale autonomie
Artikel 12 Verplichtingen
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1988
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1996, 70).
- Bronpublicatie:
15-10-1985, Trb. 1987, 63 (uitgifte: 24-04-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-1991, Trb. 1991, 61 (uitgifte: 23-04-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Elke Partij verbindt zich ertoe zich gebonden te achten door ten minste twintig bepalingen van Deel I van dit Handvest, waarvan er ten minste tien gekozen dienen te worden uit de volgende bepalingen:
- —
- —
Artikel 3, eerste en tweede lid,
- —
Artikel 4, eerste, tweede en vierde lid,
- —
- —
Artikel 7, eerste lid,
- —
Artikel 8, tweede lid,
- —
- —
Artikel 10, eerste lid,
- —
2.
Elke Verdragsluitende Staat die Partij is stelt bij nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa in kennis van de bepalingen die zijn uitgekozen overeenkomstig de bepalingen van het eerste lid van dit artikel.
3.
Iedere Partij kan, op ieder later tijdstip, de Secretaris-Generaal ervan in kennis stellen, dat zij zich gebonden acht door enige andere bepaling van dit Handvest die zij nog niet aanvaard heeft krachtens het bepaalde in het eerste lid van dit artikel. Dergelijke verplichtingen die naderhand zijn aangegaan, worden beschouwd als een integrerend deel van de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de Partij die hiervan kennis geeft, en hebben hetzelfde gevolg vanaf de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-Generaal.