NJB 2021/1727
Ontnemingsprocedure en verhouding tot hoofdzaak: de rechter die over een ontnemingsvordering moet oordelen is gebonden aan het oordeel van de rechter in de hoofdzaak. Dit laat onverlet dat aan de rechter, oordelend op de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, een zelfstandig oordeel toekomt met betrekking tot alle verweren die betrekking hebben op de vaststelling van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden geschat. Hieruit volgt ook dat de rechter die over de ontnemingsvordering oordeelt niet gebonden is aan een overweging van de rechter die over de hoofdzaak oordeelt die betrekking heeft op (het bedrag van) het mogelijk voor ontneming in aanmerking komende wederrechtelijk verkregen voordeel
HR 01-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:789
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
20/00533 P
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:789, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:297, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2021
- Wetingang
(art. 36e Sr)
Essentie
Ontnemingsprocedure en verhouding tot hoofdzaak: de rechter die over een ontnemingsvordering moet oordelen is gebonden aan het oordeel van de rechter in de hoofdzaak. Dit laat onverlet dat aan de rechter, oordelend op de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, een zelfstandig oordeel toekomt met betrekking tot alle verweren die betrekking hebben op de vaststelling van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden geschat. Hieruit volgt ook dat de rechter die over de ontnemingsvordering oordeelt niet gebonden is aan een overweging van de rechter die over de hoofdzaak oordeelt die betrekking heeft op (het bedrag van) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.