Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij
Artikel 4 Verplichte inlevering van valse bankbiljetten
Geldend
Geldend vanaf 23-01-2009
- Bronpublicatie:
18-12-2008, PbEU 2009, L 17 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 44/2009)
- Inwerkingtreding
23-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, PbEU 2009, L 17 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 44/2009)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
In overeenstemming met de Europese Centrale Bank wordt door de lidstaten overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijken een nationaal analysecentrum (NAC) aangewezen of opgericht.
2.
De bevoegde nationale autoriteiten staan toe dat bankbiljetten waarvan wordt vermoed dat zij vals zijn, door het NAC worden onderzocht, en verschaffen het NAC onverwijld ter analyse en identificatie de nodige exemplaren van elk type bankbiljet waarvan wordt vermoed dat het vals is, alsmede de technische en statistische gegevens waarover zij beschikken. Het NAC doet de Europese Centrale Bank ieder nieuw type bankbiljet toekomen waarvan wordt vermoed dat het vals is, volgens de door de ECB vastgestelde criteria. Om de echtheidscontrole van in omloop zijnde eurobankbiljetten te vergemakkelijken, wordt het vervoer van valse biljetten tussen de bevoegde nationale autoriteiten en de instellingen en organen van de Europese Unie toegestaan. De valse biljetten moeten tijdens het vervoer altijd vergezeld gaan van vervoersopdrachten, afgegeven door bovengenoemde autoriteiten, instellingen en organen.
3.
Lid 2 wordt op zodanige wijze toegepast dat het geen beletsel vormt om bankbiljetten waarvan wordt vermoed dat zij vals zijn, te bewaren en te gebruiken als bewijsmiddel in het kader van strafprocedures. De bevoegde nationale autoriteiten kunnen een deel van deze biljetten echter voor onderzoek of een test toesturen aan het NAC en, zo nodig, de ECB.
4.
De Europese Centrale Bank deelt het eindresultaat van haar analyse en van haar classificatie van elk nieuw type vals bankbiljet mee aan de bevoegde nationale autoriteiten, alsmede aan de Commissie voorzover zulks onder haar bevoegdheden valt. De Europese Centrale Bank deelt dit resultaat mee aan Europol overeenkomstig het in artikel 3, lid 3, bedoelde akkoord.