Rb. Assen, 06-04-1999, nr. 22570
ECLI:NL:RBASS:1999:AF0138
- Instantie
Rechtbank Assen
- Datum
06-04-1999
- Zaaknummer
22570
- LJN
AF0138
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBASS:1999:AF0138, Uitspraak, Rechtbank Assen, 06‑04‑1999; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 06‑04‑1999
Inhoudsindicatie
Faillissement Vof heeft niet (langer) noodwendig faillissement van vennoten tot gevolg, indien deze vennoten om toepassing van de schuldsaneringsregeling hebben gevraagd.
Partij(en)
Arrondissementsrechtbank te Assen
Vonnis van de Eerste enkelvoudige kamer op het verzoekschrift van,
Jongeneel Ret-Utrecht B.V. c.s., gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
verzoekster,
advocaat en procureur mr. E. Heuzeveldt,
tegen
1. de vennootschap onder firma
G, gevestigd en kantoorhoudende te Emmen,
alsmede de vennoten
2. B.
wonende te Emmen,
3. J.
thans wonende te Veenoord, gerekwestreerden.
1. Het procesverloop
1.1.
Het verzoekschrift strekt tot faillietverklaring van gerekwestreerden.
1.2.
Zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte proces-verbaal is dit verzoekschrift behandeld in raadkamer op 6 april 1999.
Gerekwestreerden zijn niet verschenen.
2.
Beoordeling
2.1.
In de onderhavige zaak is de faillietverklaring verzocht van de vennootschap onder firma en van de beide vennoten. De vennoten hebben een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend. Bij vonnis van deze rechtbank van 19 maart 1999 is met betrekking tot de beide vennoten de schuldsanering voorlopig van toepassing verklaard.
2.2.
Wat betreft het rechtsgevolg van de faillietverklaring van een vennootschap onder firma kan als vaststaande rechtspraak worden beschouwd dat de faillietverklaring van de vennootschap het faillissement ten gevolge heeft van ieder der vennoten.
2.3.
Op 1 december 1998 is in werking getreden de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Deze wet leidt niet tot de bevoegdheid van een vennootschap onder firma om toepassing van de schuldsaneringsregeling te verzoeken. Natuurlijke personen die beherende vennoten in een vennootschap onder firma zijn kunnen echter wel onder de schuldsanering vallen. Toepasselijkverklaring van de schuldsanering ontbindt de vennootschap onder firma.
2.4.
Bij vonnis van deze rechtbank van 6 april 1999 heeft de rechtbank het verzoek tot definitieve toepassing van de schuldsanering van de beherende vennoten afgewezen.
Zolang niet bij een in kracht van gewijsde gegane uitspraak omtrent het verzoek tot toepassing van de schuldsanering afwijzend is beslist, is faillietverklaring van de beide vennoten niet mogelijk. Krachtens art. 287, lid 6, Faillissementswet vervalt de voorlopige toepassing pas met ingang van de dag waarop de uitspraak waarbij de definitieve toepassing is afgewezen in kracht van gewijsde is gegaan.
2.5.
Naar het oordeel van de rechtbank kan de vennootschap onder firma wel in staat van faillissement worden verklaard nu zij in de toestand verkeert van te hebben opgehouden te betalen niettegenstaande het feit dat de vennoten een verzoek tot schuldsanering hebben ingediend en de voorlopige toepassing daarvan nog niet is vervallen.
2.6.
Niettegenstaande de in de rechtsoverweging 2.2. bedoelde jurisprudentie brengt de in rechtsoverweging 2.3. bedoelde nieuwe wet Wsnp naar het oordeel van de rechtbank met zich mede, dat het faillissement van de vennootschap niet meer noodwendig het faillissement van de beide vennoten tot gevolg heeft. Immers indien de vennoten verkeren in de toestand van hebben opgehouden te betalen, hetgeen in de onderhavige zaak wel het geval is, behoeft deze toestand, ook wanneer daarom wordt verzocht, niet meer 'noodwendig' te leiden tot het faillissement van de vennoten nu zij kunnen verzoeken om toepassing van de schuldsaneringsregeling, een mogelijkheid die zich pas sinds 1 december 1998 voordoet.
2.7.
De wetgever heeft aan schuldsanering van natuurlijke personen voorrang willen geven boven een faillissement. Immers, indien een verzoek of vordering tot faillietverklaring en een verzoek tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsanering gelijktijdig aanhangig zijn, komt eerst het laatste in behandeling en wordt het verzoek of de vordering tot faillietverklaring geschorst totdat bij in kracht van gewijsde gegane uitspraak is beslist op het verzoek tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Deze schorsing heeft naar het oordeel van de rechtbank geen betrekking op de vennootschap maar alleen op natuurlijke personen, in casu de beide vennoten, hetgeen met zich meebrengt dat het verzoek tot faillietverklaring van de vennootschap niet wordt geschorst en wel kan worden behandeld.
2.8.
Op grond daarvan zal de rechtbank de vennootschap onder firma in staat van faillissement verklaren en de beslissing omtrent het faillissement van de vennoten aanhouden totdat definitief omtrent de schuldsanering van de vennoten is beslist.
3.
Beslissingen
De rechtbank:
- 1.
Verklaart de vennootschap onder firma G,
V.O.F., gevestigd en kantoorhoudende te inschrijfnr. K.v.K. Drenthe/Meppel 04031517, in staat van faillissement.
- 2.
Benoemt tot rechter-commissaris het lid van deze rechtbank mr. J.H. Kuiper.
3.
Stelt aan als curator mr. P.L.G. Buisman, advocaat en procureur te Emmen.
4.
Geeft last aan de curator tot het openen van aan de gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
5.
Houdt de beslissing omtrent het faillissement van de vennoten aan totdat definitief omtrent de schuldsanering van de vennoten is beslist.
Gewezen door mr. R. Wolthuis en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 6 april 1999 in tegenwoordigheid van de griffier M. Takens en door de rechter en de griffier voornoemd ondertekend.