Einde inhoudsopgave
Europese Code inzake sociale zekerheid
Artikel 68
Geldend
Geldend vanaf 17-03-1968
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1975, 71).
- Bronpublicatie:
16-04-1964, Trb. 1965, 47 (uitgifte: 24-03-1965, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-03-1968
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-04-1967, Trb. 1967, 53 (uitgifte: 01-01-1967, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
Een uitkering, waarop een beschermd persoon recht zou hebben gehad op grond van een van de delen II tot en met X van deze Code, kan worden geschorst in een eventueel voor te schrijven mate:
- (a)
zolang de belanghebbende zich niet op het grondgebied van de Contracterende Partij bevindt;
- (b)
zolang het onderhoud van de belanghebbende ten laste van de overheid of van een instelling of dienst van sociale zekerheid komt; nochtans moet een gedeelte van de uitkering worden verstrekt aan de personen die ten laste van de gerechtigde zijn;
- (c)
zolang de belanghebbende een andere sociale zekerheidsuitkering in geld ontvangt, met uitzondering van kinderbijslag, en gedurende enige periode, tijdens welke hij voor hetzelfde geval schadeloosstelling ontvangt van derden, met dien verstande, dat het deel van de uitkering dat wordt geschorst, de andere uitkering of de door derden betaalde schadeloosstelling niet overtreft;
- (d)
wanneer de belanghebbende getracht heeft op bedrieglijke wijze een uitkering te verkrijgen;
- (e)
wanneer het geval veroorzaakt is door een door de belanghebbende gepleegd misdrijf;
- (f)
wanneer het geval veroorzaakt is door opzet van de belanghebbende;
- (g)
in daarvoor in aanmerking komende gevallen, wanneer de belanghebbende nalaat gebruik te maken van de geneeskundige of revalidatiediensten welke te zijner beschikking staan, alsook wanneer hij de regelen niet nakomt, welke zijn voorgeschreven voor het vaststellen van het bestaan van het geval of voor de gedragingen van de gerechtigde;
- (h)
voor wat betreft de uitkering bij werkloosheid, wanneer de belanghebbende nalaat gebruik te maken van de diensten voor arbeidsbemiddeling welke te zijner beschikking staan;
- (i)
voor wat de uitkering bij werkloosheid betreft, wanneer de belanghebbende werkloos is geworden als rechtstreeks gevolg van een stilstand in de arbeid tengevolge van een arbeidsconflict, dan wel wanneer hij vrijwillig zonder rechtmatige reden zijn werk heeft neergelegd;
- (j)
voor wat betreft de uitkeringen aan nagelaten betrekkingen, zolang de weduwe in concubinaat leeft.