NJB 2016/1190:Beklag aangaande beslag art. 552a Sv en verschoningsrecht advocaat, art. 98 Sv: de vraag of een in beslag te nemen of in beslag genomen stuk ‘voorwerp van het strafbare feit uitmaakt’ of ‘tot het begaan daarvan heeft gediend’, is in het bijzonder afhankelijk van de aard van het in beslag te nemen of in beslag genomen stuk en de aard van het delict dat zou zijn begaan door de (rechts)persoon jegens wie de verdenking is gericht, alsmede de feitelijke gedragingen die hem in dat verband worden verweten. Gezien de aard van het verschoningsrecht zal de beklagrechter bij de beoordeling daarvan de nodige behoedzaamheid in acht moeten nemen. In ieder geval moeten de door de hem vastgestelde feiten en omstandigheden zijn oordeel dat het in beslag genomen stuk ‘voorwerp van het strafbare feit uitmaakt’ of ‘tot het begaan daarvan heeft gediend’ kunnen dragen. In casu ontoereikende motivering rechtbank. Toch geen cassatie gelet op hetgeen is vastgesteld in een met deze beklagzaak samenhangende beklagzaak, waardoor de klaagster geen rechtens te respecteren belang heeft bij vernietiging van de bestreden beschikking en terug- of verwijzing van de zaak voor een nieuwe behandeling