Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 66 Dwangsommen
Geldend
Geldend vanaf 16-08-2012
- Bronpublicatie:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 648/2012)
- Inwerkingtreding
16-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 648/2012)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
ESMA legt, bij besluit, dwangsommen op teneinde:
- a)
een transactieregister ertoe te dwingen een einde te maken aan een inbreuk, overeenkomstig een uit hoofde van artikel 73, lid 1, onder a), genomen besluit, of
- b)
een persoon als bedoeld in artikel 61, lid 1, ertoe te dwingen:
- i)
volledige informatie te verstrekken dat bij een besluit uit hoofde van artikel 61 is verzocht;
- ii)
zich aan een onderzoek te onderwerpen en in het bijzonder volledige vastleggingen, gegevens, procedures of enig ander vereist materiaal over te leggen en andere informatie aan te vullen en te verbeteren die in het kader van een bij een besluit uit hoofde van artikel 62 ingesteld onderzoek is verstrekt;
- iii)
zich aan een bij een besluit uit hoofde van artikel 63 gelaste inspectie ter plaatse te onderwerpen.
2.
Een dwangsom moet doeltreffend en evenredig zijn. De dwangsom wordt opgelegd voor iedere dag van vertraging.
3.
Niettegenstaande lid 2 bedraagt de dwangsom 3 % van de gemiddelde dagomzet in het voorgaande boekjaar of, voor natuurlijke personen, 2 % van hun gemiddelde inkomsten per dag in het voorgaande kalenderjaar. De dwangsom wordt berekend vanaf de in het besluit tot oplegging van een dwangsom bepaalde datum.
4.
Een dwangsom wordt opgelegd voor een periode van maximaal zes maanden na de kennisgeving van het besluit van ESMA. Na het verstrijken van de periode herbeziet ESMA de maatregel.