Nationaliteit, niet-erkend onwettig kind

Documentgegevens:

HR 23-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ5689

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 23 februari 2007
Zaaknummer: R06/063HR
LJN: AZ5689
Vakgebied(en): Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2007:AZ5689, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑02‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ5689, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑2007
Wetingang: Art. 1 aanhef en onder d W Ned; art. 17 RWN; art. 81 RO

Essentie

Samenvatting

Casus

De verzoeker tot cassatie stelt in Nederland te zijn geboren en dat zijn moeder ten tijde van zijn geboorte staatloos was, zodat hij ingevolge art. 1 aanhef en onder d WNI de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen. De verzoeker tot cassatie heeft zich met een verzoekschrift tot de rechter gewend en verzocht vast te stellen dat hij sedert zijn geboorte de Nederlandse nationaliteit heeft. De verweerder in cassatie, de Staat der Nederlanden, heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

Rechtsvraag

In cassatie staat de vraag centraal of de verzoeker tot cassatie de Nederlandse ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.