HR, 26-01-2021, nr. 19/1784
ECLI:NL:HR:2021:114
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26-01-2021
- Zaaknummer
19/1784
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2021:114, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑01‑2021; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:1245
- Vindplaatsen
Uitspraak 26‑01‑2021
Inhoudsindicatie
Bijstandsfraude door o.a. niet melden dat verdachte een gezamenlijke huishouding voerde met medeverdachte (art. 227b en art. 416 Sr) en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie (art. 26.1 WWM). 1. gezamenlijke huishouding; gebondenheid begripsuitleg bestuursrechter ?, 2. motiveringsklacht bewezenverklaring i.h.l.v. gevoerde uos en 3. opzet/bewustheid voorhanden hebben wapen en munitie? HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 19/01783.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/01784
Datum 26 januari 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 april 2019, nummer 21-001619-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats ] op [geboortedatum] 1960,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de cassatiemiddelen
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 januari 2021.