V-N Vandaag 2013/591
Prejudiciële vragen over btw-vrijstelling bij icv van Duitse tandprothesen
HR 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2666
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 september 2015
- Zaaknummer
11/02595
- LJN
BW0962
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2666, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑09‑2015
ECLI:NL:HR:2013:BW0962, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2013
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2012
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2013:BW0962, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑06‑2011
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen in een zaak waarbij een tandarts tandprothesen uit Duitsland van een Duitse tandtechnicus verwerft. De Hoge Raad wil weten of de btw-vrijstelling van art. 140 btw-richtlijn 2006 niet geldt voor de icv van tandprothesen.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, exploiteert een tandartsenpraktijk en verwerft tandprothesen uit Duitsland van A, een Duitse tandtechnicus. Ter zake van de intracommunautaire verwerving (icv) van de tandprothesen heeft X bv geen btw op aangifte voldaan. A past een vrijstelling toe. De inspecteur is van mening dat de icv’s vanaf 1 januari 2008 tegen het tarief van 19% ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.