NJB 2018/167
Niet voldoen aan cautieplicht art. 29 lid 2 Sv in het vooronderzoek: dit levert een vormverzuim op als bedoeld in art. 359a Sv dat na een daartoe strekkend verweer in de regel dient te leiden tot uitsluiting van het bewijs van die verklaring. De verdediging is daarbij niet gehouden nader toe te lichten waarom het verzuim zou moeten leiden tot bewijsuitsluiting
HR 19-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3198
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/01834
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3198, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1262, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2016
- Wetingang
Essentie
Niet voldoen aan cautieplicht art. 29 lid 2 Sv in het vooronderzoek: dit levert een vormverzuim op als bedoeld in art. 359a Sv dat na een daartoe strekkend verweer in de regel dient te leiden tot uitsluiting van het bewijs van die verklaring. De verdediging is daarbij niet gehouden nader toe te lichten waarom het verzuim zou moeten leiden tot bewijsuitsluiting
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – handelen in strijd met art. 26 lid 1 WWM en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, en handelen in strijd met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.