Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag)
Artikel 35 Wijze van stemmen
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2007
- Bronpublicatie:
28-06-2001, Trb. 2013, 127 (uitgifte: 06-08-2013, regelingnummer: CA/D18/01)
29-11-2000, Trb. 2002, 64 (uitgifte: 25-03-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2007, Trb. 2007, 233 (uitgifte: 21-12-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-12-2007, Trb. 2007, 233 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Besluiten anders dan die bedoeld in het tweede en derde lid neemt de Raad van Bestuur met een gewone meerderheid van stemmen uitgebracht door de vertegenwoordigde en hun stem uitbrengende Verdragsluitende Staten.
2.
Een meerderheid van drie vierde van de stemmen van de vertegenwoordigde en hun stem uitbrengende Verdragsluitende Staten is vereist voor de besluiten die de Raad van Bestuur bevoegd is te nemen ingevolge artikel 7, artikel 11, eerste lid, artikel 33, eerste lid, onderdelen a en c, en het tweede tot en met het vierde lid, artikel 39, eerste lid, artikel 40, tweede en vierde lid, artikel 46, artikel 134a, artikel 149a, tweede lid, artikel 152, artikel 153, zevende lid, artikel 166 en artikel 172.
3.
Eenparigheid van stemmen van de Verdragsluitende Staten is vereist voor de besluiten die de Raad van Bestuur bevoegd is te nemen ingevolge artikel 33, eerste lid, onderdeel b. De Raad van Bestuur neemt deze besluiten alleen wanneer alle Verdragsluitende Staten vertegenwoordigd zijn. Een besluit genomen ingevolge artikel 33, eerste lid, onderdeel b, wordt niet van kracht indien een Verdragsluitende Staat binnen twaalf maanden na de datum van het besluit verklaart dat hij niet wenst te worden gebonden door dat besluit.
4.
Onthouding geldt niet als stem.