RvdW 2023/209
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Overeenkomst tot kinderopvang. Overeenkomst van opdracht? Bedingen m.b.t. annulerings- en opzeggingstermijn en -vergoeding; strijd met art. 7:408 en 7:411 BW?; oneerlijke bedingen? Gevolgen buiten toepassing laten oneerlijk beding.
HR 10-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:198
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
21/04816
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Jeugdbeleid / Kinderopvang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:198, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:678, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2022
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Overeenkomst tot kinderopvang. Overeenkomst van opdracht? Bedingen m.b.t. annulerings- en opzeggingstermijn en -vergoeding; strijd met art. 7:408 en 7:411 BW?; oneerlijke bedingen? Gevolgen buiten toepassing laten oneerlijk beding.
Samenvatting
Door een overeenkomst tot kinderopvang verbindt de kinderopvangorganisatie zich om in opdracht van de opdrachtgever (veelal de ouder(s) van een op te vangen kind) anders dan om niet werkzaamheden te verrichten, namelijk de opvang van een kind op de overeengekomen tijdstippen en het verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van een kind gedurende de opvang. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.