NJ 1943/41
Onware mededeelingen bij advertentiecontract. Oplichting? Samenweefsel van verdichtsels? Oogmerk van wederrechtelijk voordeel? Benadeeling element? Bewezenverklaring niet behoorlijk met redenen omkleed.
HR 23-11-1942, ECLI:NL:HR:1942:107
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 november 1942
- Magistraten
Mrs. Taverne, de Menthon Bake, Fick, van der Flier, de Visser )
- Zaaknummer
[23111942/NJ_1943-41]
- Conclusie
Mr. Rombach
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS164481:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1942:107, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑11‑1942
- Wetingang
(Sr art. 326.)
Essentie
Onware mededeelingen bij advertentiecontract. Oplichting? Samenweefsel van verdichtsels? Oogmerk van wederrechtelijk voordeel? Benadeeling element? Bewezenverklaring niet behoorlijk met redenen omkleed.
Samenvatting
De bewijsmiddelen houden niets in, waaruit valt af te leiden, dat Dr. M. en V. door de gedane toezeggingen tot afgifte van geldsbedragen bewogen zijn, immers daaruit volgt eerder, dat zij bewogen zijn tot afgifte van geldsbedragen door de plaatsing van advertenties.
Adv.-Gen- Rombach: De opzettelijk valsche voorspiegelingen zijn geen verdichtsels, immers daaronder moeten verstaan worden leugenachtige opgaven. In casu waren de beloften geen leugens, en was er geen samenweefsel van beloften. Het wederrechtelijk voordeel dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.