Regeling aanwijzing administratief-technische functies
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 14-09-2013. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2006
- Redactionele toelichting
Deze wijziging kan niet worden doorgevoerd.
- Bronpublicatie:
29-08-2013, Stcrt. 2013, 25279 (uitgifte: 12-09-2013, regelingnummer: 413924)
- Inwerkingtreding
14-09-2013, terugwerkend tot: 01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-08-2013, Stcrt. 2013, 25279 (uitgifte: 12-09-2013, regelingnummer: 413924)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Als functies, als bedoeld in artikel 10, derde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, worden door het bevoegd gezag aangewezen de functies die voldoen aan de volgende voorwaarden:
- a.
de functie is niet hoger gewaardeerd dan schaal 11 van bijlage I van het Besluit bezoldiging politie;
- b.
er is sprake van een functie waaraan risico's en ongemakken zijn verbonden, waarbij sprake is van twee of meer van de volgende omstandigheden:
- —
voor het vervullen van de functie is fysieke inspanning en behendigheid vereist;
- —
er is kans op psychisch letsel uit eerstehandservaring door confrontatie met menselijk leed of schokkende gebeurtenissen door fysieke aanwezigheid bij, of horen of zien van die gebeurtenissen;
- —
er is kans op het oplopen van letsel bij conflicten, bij aanhoudingen of in het verkeer;
- —
er is sprake van psychische druk door het in luttele seconden moeten nemen van beslissingen in onoverzichtelijke of complexe situaties.
- c.
de ambtenaren in de functie werken volgens een in overwegende mate volcontinue dienstrooster of een dienstrooster met elke 16 weken ten minste 16 maal een consignatiedienst tussen 0.00 uur–06.00 uur.
2.
In bijzondere situaties kan het bevoegd gezag ervan afzien de in het eerste lid genoemde functies aan te wijzen.