NJB 2021/996
Wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties binnen de EU, taakstraf en strafmotivering, art. 359 Sv: de rechter mag bij de beantwoording van de vraag of oplegging van een taakstraf aangewezen is, mede betrekken of een reëel vooruitzicht bestaat dat die straf ook zal (kunnen) worden tenuitvoergelegd, ook indien het daarbij gaat om tenuitvoerlegging in een ander lidstaat van de EU. In casu is het oordeel van het hof dat een gevangenisstraf passend en geboden is omdat tenuitvoerlegging van een taakstraf in Litouwen ‘vooralsnog niet realiseerbaar lijkt’ echter niet zonder meer begrijpelijk
HR 23-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:428
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 maart 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/04584
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
EU-recht / Besluitvorming
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:428, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:89, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑2021
- Wetingang
(art. 359 Sv)
Essentie
Wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties binnen de EU, taakstraf en strafmotivering, art. 359 Sv: de rechter mag bij de beantwoording van de vraag of oplegging van een taakstraf aangewezen is, mede betrekken of een reëel vooruitzicht bestaat dat die straf ook zal (kunnen) worden tenuitvoergelegd, ook indien het daarbij gaat om tenuitvoerlegging in een ander lidstaat van de EU. In casu is het oordeel van het hof dat een gevangenisstraf passend en geboden is omdat tenuitvoerlegging van een taakstraf in Litouwen ‘vooralsnog niet realiseerbaar lijkt’ echter niet zonder meer begrijpelijk
Uitspraak
Inleiding
Verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.