Einde inhoudsopgave
Regeling waardevermeerdering gebouwen gaswinning Groningenveld
Artikel 3 Subsidiabele kosten
Geldend
Geldend van 01-07-2024 tot 01-02-2025
- Bronpublicatie:
06-06-2024, Stcrt. 2024, 18854 (uitgifte: 11-06-2024, regelingnummer: WJZ/ 59153535)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2024, Stcrt. 2024, 18854 (uitgifte: 11-06-2024, regelingnummer: WJZ/ 59153535)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Milieurecht / Mijnbouw
Staatssteun (V)
Volkshuisvesting en wonen / Eigenwoningbezit
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
De subsidiabele kosten zijn de kosten ter zake van een gebouw als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, of ter zake van een lokaal energieproject, voor:
- a.
een maatwerkadviesrapport;
- b.
het aanschaffen van materiaal en de kosten van de installatie voor zover de installatie wordt uitgevoerd door een onderneming, voor het aanbrengen of installeren van de navolgende energiebesparende of -opwekkende maatregelen:
- 1°
dak-, vloer- of gevelisolatie;
- 2°
muurisolatie;
- 3°
HR++(+) glas of isolerend glas voor een monument;
- 4°
kozijn vereist voor HR++(+) glas of kozijn vereist voor het isoleren van glas voor een monument;
- 5°
combiketel met hoog rendement inclusief daarvoor vereiste verwarmingselementen en leidingen voor zover niet aanwezig;
- 6°
(micro) HRe ketel;
- 7°
HR luchtverwarming;
- 8°
zonnepanelen en zonnecollectoren;
- 9°
zonneboiler;
- 10°
pelletkachel;
- 11°
warmtepomp;
- 12°
infraroodpanelen;
- 13°
warmte-koudeopslag;
- 14°
technieken voor warmteterugwinning;
- 15°
lage temperatuurverwarming;
- 16°
energiezuinige vloerverwarmingspomp;
- 17°
apparaat te koppelen aan een slimme meter, hoofdzakelijk bedoeld voor het geven van inzicht in het energieverbruik;
- 18°
technieken voor de opwekking van windenergie.
2.
In afwijking van artikel 10, tweede lid, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies, komen de kosten, bedoeld in het eerste lid, voor subsidie in aanmerking, indien deze zijn gemaakt ter voldoening aan een contractuele verplichting die is aangegaan vóór de indiening van de aanvraag, doch na de datum waarop een schaderapport of een concept daarvan is uitgebracht door een schade-expert in opdracht van een in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, b of c genoemde instantie of een aanbod is gedaan voor een vergoeding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d.