Einde inhoudsopgave
Besluit tot oprichting van de Beleidsgroep radiospectrum en tot intrekking van Besluit 2002/622/EG
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2019
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
11-06-2019, PbEU 2019, C 196 (uitgifte: 12-06-2019, regelingnummer: 2019/C 196/08)
- Inwerkingtreding
12-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2019, PbEU 2019, C 196 (uitgifte: 12-06-2019, regelingnummer: 2019/C 196/08)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Media
(Voor de EER relevante tekst)
Besluit van de Commissie tot oprichting van de Beleidsgroep radiospectrum en tot intrekking van Besluit 2002/622/EG
DE EUROPESE COMMISSIE,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Bij Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (1) is een wettelijk kader tot stand gebracht voor het radiospectrumbeleid in de Europese Unie. Dit zorgt ervoor dat de beleidsbenaderingen worden gecoördineerd en dat er, waar nodig, geharmoniseerde voorwaarden zijn voor de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van het radiospectrum dat nodig is voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt op beleidsterreinen van de Unie zoals elektronische communicatie, vervoer en onderzoek en ontwikkeling.
- (2)
In Beschikking nr. 676/2002/EG is bepaald dat de Commissie raadplegingen kan organiseren om rekening te houden met de opvattingen van de lidstaten, instellingen van de Unie en de industrie, alsmede van alle betrokken (commerciële en niet-commerciële) radiospectrumgebruikers en andere partijen met een belang in de technologie-, markt- en regelgevingsontwikkelingen die betrekking kunnen hebben op het gebruik van het radiospectrum.
- (3)
Bij Besluit 2002/622/EG van de Commissie (2) werd de Beleidsgroep radiospectrum (hierna ‘de groep’ genoemd) opgericht om de Commissie bij te staan en te adviseren over radiospectrumbeleidskwesties. Het gaat daarbij onder meer over beschikbaarheid van radiospectrum, harmonisatie en toewijzing van radiospectrum, levering van informatie met betrekking tot toewijzing, beschikbaarheid en gebruik van radiospectrum, methoden voor het verlenen van rechten op radiospectrumgebruik, herschikking, verplaatsing, waardering en efficiënt gebruik van radiospectrum, alsmede bescherming van de volksgezondheid.
- (4)
In december 2018 hebben het Europees Parlement en de Raad Richtlijn (EU) 2018/1972(3) vastgesteld, die een herschikking en herziening is van het regelgevend kader van de Unie voor elektronische communicatie, waarbij onder meer nieuwe taken aan de groep zijn toegewezen.
- (5)
De groep moet verder bijdragen aan de ontwikkeling van een radiospectrumbeleid in de Unie dat niet alleen rekening houdt met technische parameters, maar ook met economische, politieke, culturele, strategische, gezondheids- en maatschappelijke overwegingen, alsmede met de verschillende, potentieel tegenstrijdige behoeften van radiospectrumgebruikers, teneinde ervoor te zorgen dat een evenwichtige situatie wordt bereikt die eerlijk, niet-discriminerend en evenredig is.
- (6)
In de groep moeten deskundigen op hoog niveau van de overheden van de lidstaten worden opgenomen. De groep kan ook waarnemers omvatten en zo nodig andere personen uitnodigen om vergaderingen bij te wonen, met inbegrip van regelgevers, mededingingsautoriteiten, marktdeelnemers en gebruikers- of consumentengroepen.
- (7)
Als belangrijkste aandachtspunt bij de behandeling van radiospectrumbeleidskwesties in de context van alle relevante beleidslijnen van de Unie moet de groep nauwe operationele banden onderhouden met specifieke groepen of comités die werden ingesteld voor de tenuitvoerlegging van sectoraal beleid van de Unie, met inbegrip van beleid op het gebied van vervoer, de interne markt voor radioapparatuur, de audiovisuele sector, ruimtevaart en communicatie.
- (8)
Wanneer verschillende nationale overheidsinstanties verantwoordelijk zijn voor verschillende delen van het radiospectrum, moet elke nationale afvaardiging die een vergadering van de groep bijwoont, om ervoor te zorgen dat besprekingen efficiënt zijn, beschikken over een geconsolideerd en gecoördineerd standpunt op nationaal niveau van alle beleid dat van invloed is op het gebruik van radiospectrum in haar lidstaat met betrekking tot niet alleen de interne markt maar ook openbare orde en veiligheid, burgerbescherming en defensie, aangezien het gebruik van radiospectrum voor deze beleidsgebieden van invloed kan zijn op de organisatie van radiospectrum als geheel.
- (9)
De groep moet de betrokken radiospectrumgebruikers raadplegen, voor zowel commercieel als niet-commercieel gebruik, alsmede andere belanghebbende partijen, over de technologie-, markt- en regelgevingsontwikkelingen in verband met het gebruik van radiospectrum. De groep moet ervoor zorgen dat die raadpleging uitgebreid en toekomstgericht is.
- (10)
Aangezien het gebruik van radiospectrum niet stopt bij de grenzen, moet de groep worden opengesteld voor deelname door waarnemers uit toetredende landen en uit landen van de Europese Economische Ruimte.
- (11)
De Europese Conferentie van post- en telecommunicatieadministraties (CEPT) moet als waarnemer bij de werkzaamheden van de groep worden uitgenodigd, gezien de impact van de activiteiten van de groep op radiospectrum op pan-Europees niveau en gezien de technische expertise waarover de CEPT en de daaronder vallende organen op het gebied van radiospectrumbeheer beschikken. Het is ook passend gebruik te kunnen maken van de deskundigheid van de CEPT op basis van mandaten die overeenkomstig de radiospectrumbeschikking worden verleend om technische uitvoeringsmaatregelen te ontwikkelen op het gebied van radiospectrumindeling en beschikbaarheid van informatie. Gelet op het belang van de Europese normalisatie voor de ontwikkeling van apparatuur die van radiospectrum gebruikmaakt, is het eveneens belangrijk het ETSI (Europees Instituut voor telecommunicatienormen) als waarnemer bij de werkzaamheden van de groep te betrekken.
- (12)
Na de inwerkingtreding van Richtlijn (EU) 2018/1972 en van Verordening (EU) 2018/1971 van het Europees Parlement en de Raad (4), moeten de taken van de groep worden aangepast aan dat nieuwe regelgevingskader en moet de rol van de groep dienovereenkomstig worden versterkt. Dit moet de vormgeving van het spectrumbeleid van de Unie op verschillende gebieden van de Europese markt voor elektronische communicatie vergemakkelijken, met name wat betreft draadloze breedband, de strategische oriëntatie en transparantie van het spectrumbeleid verder verbeteren en de strategische planning en coördinatie van radiospectrumbeleidsbenaderingen op het niveau van de Unie ondersteunen.
- (13)
Overeenkomstig de nieuwe taken die bij Richtlijn (EU) 2018/1972 aan de groep zijn toegewezen, moet de groep het Europees Parlement en de Raad op hun verzoek advies verstrekken over radiospectrumaangelegenheden. Bovendien moet dit besluit de basis vormen om van de groep het forum te maken voor de coördinatie van de uitvoering door de lidstaten van hun verplichtingen op het gebied van radiospectrum in het kader van die richtlijn, onder meer door middel van een peerreviewprocedure, en om de groep een centrale rol te laten spelen op die gebieden die van essentieel belang zijn voor de interne markt, zoals grensoverschrijdende radiospectrumcoördinatie en -normalisatie.
- (14)
Gezien het aantal wijzigingen dat nodig is als gevolg van de inwerkingtreding van Richtlijn (EU) 2018/1972, moet Besluit 2002/622/EG duidelijkheidshalve worden ingetrokken en vervangen.
- (15)
Regels inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de groep moeten ook worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5) en persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (6).
- (16)
Dit besluit moet in overeenstemming zijn met de horizontale regels die door de Commissie zijn vastgesteld voor de oprichting en het functioneren van de deskundigengroepen van de Commissie (7), met name met betrekking tot het lidmaatschap van de groep, de waarnemers, de deelname van uitgenodigde deskundigen en vergaderkosten,
BESLUIT:
Voetnoten
Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1).
Besluit 2002/622/EG van de Commissie van 26 juli 2002 tot oprichting van een Beleidsgroep Radiospectrum (PB L 198 van 27.7.2002, blz. 49).
Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 36).
Verordening (EU) 2018/1971 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot instelling van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau voor ondersteuning van Berec (Berec-Bureau), tot wijziging van Verordening (EU) 2015/2120 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1211/2009 (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
Commission Decision of 30 May 2016 establishing horizontal rules on the creation and operation of Commission expert groups, C(2016) 3301 final (Besluit van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen, C(2016) 3301 final).